Advocaat Bart Stapert staat terdoodveroordeelden bij

Als advocaat gespecialiseerd in doodstrafzaken wordt Bart Stapert veelal door het ministerie van Buitenlandse Zaken ingeschakeld wanneer er een Nederlander in het buitenland de kans loopt ter dood te worden veroordeeld of dit al is. In dit soort zaken gaan de juridische weg en de diplomatieke weg vaak hand in hand. Een interview over hoe hij tot zijn bijzondere specialisatie kwam, de zinloosheid van gevangenisstraffen en de eeuwige zoektocht naar een (gepast) antwoord op gruweldaden.  

Tekst: Lara Smeets en Tessa Bakker

Gemiddeld maakt Bart Stapert zo’n 14 intercontinentale vluchten per jaar en is hij één week per maand in het buitenland. Dit combineert hij met een gezin bestaande uit twee jonge kinderen en een vrouw die raadsvrouw is bij het Gerechtshof Den Bosch. Toch neemt Stapert op zijn kantoor tegenover het Rijksmuseum uitgebreid de tijd om over zijn werk te vertellen. Op het Twitter-account van Stapert, waar hij regelmatig tweets post over onder meer ‘the death penalty’ en ‘wrongfully convicted’, staat als omschrijving: ‘international criminal defense and human rights lawyer, specializing in extradition, complex white collar cases, death penalty litigation and consular affairs’.

bert-stapert1

Hoe Stapert, opgegroeid op het Friese platteland, advocaat in Amerika werd en nu in samenwerking met de Nederlandse overheid Nederlandse terdoodveroordeelden in het buitenland bijstaat, vertelt hij ons op de dag voor Koningsdag.

Al op de middelbare school was Stapert actief lid van Amnesty International. Tijdens zijn studie rechten in Groningen werd hij bij Amnesty lid van de coördinatiewerkgroep voor Amerika, die zich bezighield met de doodstraf. In de afstudeerfase werd hij hem gevraagd om in Amerika te komen werken en zich daar bezig te houden met doodstrafzaken. ‘Ik wilde altijd al ontwikkelingswerk doen, maar ik heb twee linkerhanden, dus ik zag niet zo snel in hoe ik dit zou kunnen gaan doen. Dit aanbod paste me direct, omdat een vriend vanuit Amnesty net was overleden en ‘de dood’ me bezighield. Ik dacht: ‘Het leven is te veel waard’’.

Het aanbod naar Amerika te vertrekken kwam dan ook goed uit. Het avontuur trok. Hij had in het begin last van een enorme cultuurshock en ook van heimwee naar Nederland. Toch heeft hij uiteindelijk met heel veel plezier acht jaar in New Orleans gewoond en gewerkt.
‘Er was in die tijd nooit geld, je moest alles zelf bij elkaar sprokkelen’. Stapert begon als ‘investigator’, omdat hij in Amerika nog niet als advocaat werkzaam mocht zijn. Ondertussen studeerde hij rechten. Zijn baas schreef de grote advocatenkantoren aan met het verzoek pro bono terdoodveroordeelden bij staan in hoger beroep. In Virginia hadden veroordeelden destijds geen recht op een advocaat in hoger beroep. Stapert deed het voorwerk en was verantwoordelijkheid voor het feitenonderzoek. Zo was hij een keer op Jamaica om een getuige te zoeken. ‘Ik reed in een huurauto met 120.000 miles op de teller door Kingston, in een wijk waar het niet fijn was. Ik heb in die tijd een sixth sense ontwikkeld, waardoor ik wist dat ik op dat moment niet moest uitstappen.’
Het opsporen van getuigen of andere personen die ontlastend konden verklaren voor verdachten of veroordeelden heeft hij in verschillende achterstandswijken in grote steden als New York en Chicago gedaan. ‘In Amerika is heel veel informatie publiekelijk toegankelijk en kan je via credit card informatie of de social security-registratie iemand opsporen. Deze informatie kan je gewoon kopen.’ Vaak werd hij in zo’n wijk niet met open armen ontvangen. ‘Ik riep dan snel: “I am not a bill collector”, maar je bent wel een white guy in a black neighborhood’. Toch waren veel mensen uiteindelijk wel bereid hem te helpen als hij hen vertelde ‘I am trying to safe someones life on death row in Georgia’. Stapert lacht: ‘Het helpt dan denk ik ook wel dat ik twee meter lang ben’.
Stapert besteedt op dit moment veel tijd aan een zaak in India. De familie van de verdachte heeft Stapert benaderd met het verzoek hem bij te staan. ‘Het is een lastige zaak’,  vertelt Stapert. ‘Er zijn inmiddels al 62 zittingen geweest en er moeten nu nog altijd 20 getuigen worden gehoord. Het einde is nog lang niet in zicht, dit is hoe de rechtsgang in India werkt. Het is soms fascinerend hoe langzaam dat gaat.’

Geprivatiseerd
Als Stapert in India is probeert hij zo vaak en zo lang mogelijk zijn cliënt te bezoeken. Hij is er dan meestal vanaf de ochtend tot halverwege de middag. ‘In veel landen is het gevangeniswezen de facto geprivatiseerd, dus men gaat er vanuit dat familie en/of bekenden ervoor zorgen dat de gevangenen (extra) eten en andere spullen krijgen. Dit maakt het soms een vreemde situatie, omdat je vaak het enige contact met Nederland voor de gevangene bent. Ik neem dan ook regelmatig drop, snoep en andere spullen van de familie voor cliënten mee. Doodstrafzaken zijn in die zin uniek, dat doe je niet voor iedere cliënt, maar deze cliënten zitten in een isolement en dan doe je dat wat sneller.’

Hoe eerder Stapert bij een zaak betrokken wordt des te meer hij kan betekenen. In 2008 is Stapert begonnen met doodstrafzaken van Nederlanders in het buitenland. Naar aanleiding van de zaak van Dick Nicolaas, die ter dood was veroordeeld wegens drugshandel in Indonesië, schreef hij de Tweede Kamer-commissie van justitie en de toenmalige minister van Justitie Hirsch Ballin aan. Hij wees hen erop dat als de Nederlandse overheid echt iets wilde betekenen voor deze groep mensen, de advocaatkosten vergoed moeten worden. ‘Op deze manier kan je het verschil maken. Als je dat niet doet en er komt een doodvonnis, dan kan je proberen met diplomatieke druk nog iets te doen, maar eigenlijk is het dan al te laat’. Sinds die tijd beoordeelt Buitenlandse Zaken, als de doodstraf kan worden opgelegd, van geval tot geval of er reden is om een advocaat ter beschikking te stellen. Stapert is dan vaak de expert op dit gebied.

‘Het helpt ook wel dat ik twee meter lang ben’

Lokale advocaat
De zaken waarin Stapert wordt betrokken verlangen vaak dat hij direct beschikbaar is. ‘Je weet van tevoren niet hoe het loopt of hoe de zaak bij je komt. Meestal houdt de politie een verdachte afgezonderd, dan weet de ambassade vaak wel iets meer. Mijn strategie is om er zo snel mogelijk bovenop te zitten, zo snel mogelijk ter plekke te zijn en contact te leggen met een lokale advocaat’.

Stapert vertelt dat de juridische weg en de diplomatieke weg in dit soort zaken hand in hand gaan. Het is van groot belang dat informatie wordt gedeeld. ‘Het is daarnaast cruciaal om een goede local counsel te vinden, iemand die ook een culturele brug kan slaan’. Inmiddels heeft Stapert zoveel zaken in Indonesië behandeld dat hij de juiste ingangen kent en ook voldoende weet van de rechtsgang daar. ‘Zo moeilijk is het strafrecht nu ook weer niet, het gaat meestal om dezelfde elementen. In doodstrafzaken is altijd een wezenlijk element of je de keuze maakt om te bekennen of te ontkennen. Deze keuze moet je altijd maken en vaak ook al in een vroeg stadium. Wat je hier mee kan bereiken varieert wel per land en daar moet je goed over nadenken. Wat fascinerend aan dit werk is, is dat je internationaal een soort code hebt waardoor je snel met strafrechtadvocaten wereldwijd tot de kern van een zaak komt’.

‘In doodstrafzaken is bekennen of ontkennen een wezenlijke keuze’

Corruptie
In bepaalde landen speelt een element van corruptie mee. Stapert wil daar zelf niets mee te maken hebben en hij weet het ook liever niet als een cliënt ervoor kiest om hier op in te gaan. ‘Maar er zijn situaties waarin het zo duidelijk lijkt dat het de beste manier is om er uit te komen. Ik ken voorbeelden dat het werkt, maar helaas ook voorbeelden dat het niet werkt. Mensen zijn dan een hoop geld kwijt, zonder dat ze een stap verder zijn’.

Op de vraag of Stapert zelf wel eens het gevoel heeft gehad dat hij risico loopt, bijvoorbeeld als hij corruptie meldt, antwoordt hij dat hij dat tot nu toe niet heeft meegemaakt. Hij denkt dat dit mede te danken is aan zijn stijl. Hij stelt zich niet overdreven antiautoritair op. Vaak probeert hij er met onderhandelingen uit te komen. ‘Dat betekent niet dat ik er niet hard ik kan als het moet, maar dat is niet de insteek. Ik probeer altijd met veel respect met alle betrokkenen om te gaan, dat klinkt misschien standaard, maar dat is het niet altijd in deze wereld’.

Stapert vecht tegen de doodstraf, maar op de vraag welk alternatief hij ziet, moet hij een concreet antwoord schuldig blijven. ‘Het frustrerende is dat ik niet weet wat er werkt, ik denk niet dat er iets is dat werkt’. Je moet volgens Stapert goed kijken waar de doodstraf voor wordt gebruikt. In Indonesië wordt de doodstraf bijvoorbeeld gebruikt voor drugszaken. ‘Natuurlijk schrikt de doodstraf af, maar het feit dat mensen het steeds weer proberen geeft wat mij betreft onomstotelijk aan dat er blijkbaar heel veel mensen niet worden gepakt, waardoor mensen het risico blijven nemen. Bij een pakkans van 100 procent zal je het niet doen. De doodstraf werkt hier dus niet. Ik denk dat het legaliseren van drugs, of in ieder geval het reguleren van drugs, een alternatief is. Met een aantal drugs zou je dit kunnen doen, xtc is daar een voorbeeld van. Xtc is in het algemeen geen dodelijke drugs, dus de retoriek dat de doodstraf in dit geval passend is, gaat niet op.’
In Amerika heb je het in doodstrafzaken vaak over gruwelijke moorden, dit is een andere categorie. Stapert erkent dat de samenleving beschermd moet worden tegen deze mensen. De vraag is volgens Stapert dan hoe je bepaalt hoeveel bescherming je nodig hebt tegen deze mensen. In Nederland zijn we daar het verst mee, aldus Stapert, door deze mensen te behandelen, maar ook een toekomstperspectief te bieden. ‘Ik geloof niet zo in gevangenissen. Ik geloof wel in bescherming van de samenleving, maar het hele instituut gevangenis is aan een grote herziening toe, alleen hebben we blijkbaar nog niet hele goede alternatieven.’

bert-stapert2

TBS goed alternatief
Volgens Stapert is TBS een goed alternatief en in Amerika wordt geëxperimenteerd met drugs courts, waarin verslaafde drugsdealers een alternatief wordt geboden, in plaats van gevangenisstraf. Dit is een bepaalde vorm van heropvoeding en dit werkt voor deze groep mensen. ‘Zo moet je steeds creatief blijven omgaan met deze problematiek vanuit de idee wat drijft mensen tot crimineel gedrag. Dit is voor de witwasser anders dan voor de inbreker die aan de drugs zit. Nu gooien we al deze mensen in de gevangenis en dat past voor mijn gevoel niet.’ Stapert meent dat er gedifferentieerd moet worden en dat dit nu te weinig gebeurt.

Legitiem doel
Het punitieve karakter van het opleggen van een straf vindt Stapert een legitiem doel. Stapert is een voorstander van ‘restorative justice’, het herstellen van het evenwicht tussen slachtoffer (of nabestaanden) en de dader. Zijn ervaring is dat familieleden van slachtoffers in moordzaken vaak antwoorden willen en een vorm van boetedoening van de dader, maar dit hoeft niet per se de gevangenis te zijn. ‘Of het nu 10, 20, 50 jaar of de doodstraf is, het is hoe dan ook nooit genoeg als je jouw naaste kwijt bent geraakt’.

‘Het hele instituut gevangenis is aan een grote herziening toe’

Stapert weet waar hij het over heeft, zo blijkt uit wel de voorbeelden die hij noemt van de zaken waar hij betrokken bij is. In Florida staat Stapert een verdachte/dader bij van de verkrachting van en de moord op een achtjarig meisje. ‘Wat je ook met hem doet, het is voor de nabestaanden nooit genoeg. Dat hij nooit meer vrij mag komen dat snapt de dader zelf ook. Hoe je hem dan opsluit, daar zit nog wel een verschil. Hem ergens afzonderen en 23 uur per dag geboeid in zijn cel opsluiten, daar heeft de familie van het slachtoffer ook niets aan.’ Stapert wijst er op dat het huidige systeem, waarbij de doodstraf kan worden opgelegd, ervoor kan zorgen dat een verdachte zich heel erg gaat verzetten in een procedure. Dit terwijl de familie van een slachtoffer veel meer behoefte heeft aan een echte vorm van erkenning en uitleg. ‘Ik erken natuurlijk dat in dit geval geen enkel antwoord in de buurt kan komen van genoegdoening. Toch ben ik ook in dit geval tegen de doodstraf.’

Levenslange gevangenisstraf
Stapert is ook een tegenstander van de levenslange gevangenisstraf in Nederland. Dit is in feite ook een doodstraf meent hij. Hij kan zich goed voorstellen dat ten aanzien van bepaalde delicten, iemand niet kan terugkeren in de samenleving. Maar volgens Stapert kan dit veranderen. ‘Ik geloof dat niemand te vergelijken is met het slechtste dat hij ooit heeft gedaan. Er moet na verloop van tijd ruimte zijn om toch weer eens te kijken of de situatie is veranderd. Mijn grote ding daarin is: er zijn geen simpele antwoorden, ik heb die antwoorden ook niet, die zijn er gewoon niet, het is difficult, complicated’.

Stapert noemt een spreuk die in een gevangenis in Pennsylvania aan de muur hing: ‘Prisoners come here as punishment, not for punishment’. Volgens Stapert is dit precies zoals het is, je zit in de gevangenis en je bent je vrijheid kwijt, maar dit betekent niet dat je in de gevangenis ook nog continu gestraft hoeft te worden. Al verder pratend over mogelijke straffen komt het gesprek op Jihad-gangers, want ook dergelijke verdachten staat Stapert bij. Zij schrikken misschien van geen enkele straf, want zij zijn bereid zich op te offeren voor een bepaalde ideologie. ‘In iedere zaak moet gekeken worden naar de nuance, echter is die op dit onderwerp ver te zoeken. De mensen hebben angst en die angst is reëel en zal moeten worden onderkend. Wij moeten niet pretenderen dat wij hen met hardere straffen kunnen aanpakken, dus dat is een zoektocht naar – geldt voor het hele strafrecht – slim opsporen, na blijven denken, informatie goed delen en proberen voor te zijn. Dat betekent soms dat er wat vrijheden moeten worden ingeperkt. Als ik daarin de keuze moet maken, dan zou ik liever een strafrecht hebben dat vooraf iets meer informatie kan verzamelen, en dus voorkomt, dan een strafrecht dat alleen maar wacht op dat dingen gebeurd zijn en dan heel hard straft. Ik denk dat dat minder effectief is. Als je echt wil afschrikken, moet je meer in de pakkans gaan zitten. Het is wel gevaarlijk ijs waar je je op begeeft, want hoe ver ga je en wie houdt toezicht’.

‘Ik ken voorbeelden dat corruptie werkt, maar vaak ook niet’

Tijdens de bespreking van de toch wel heftige onderwerpen blijft Stapert opvallend open wat betreft uitstraling en instelling. Er wordt zelfs regelmatig gelachen. Deze openheid voert hij ook door in zijn praktijk en omgang met partijen. ‘Een van mijn tegenspelers zei eens: Bart is hard op de inhoud, maar zacht op de persoon. Dat is ook zo. Ik vind het volstrekt normaal dat je zo met elkaar omgaat, uit gevoel van collegialiteit, uiteindelijk leidt dit ook tot resultaat, want er zijn genoeg situaties dat je soms iets moet afkaarten met een officier, en dat gaat zo een stuk sneller’. Deze eigenschappen zijn een erfenis van zijn werkzaamheden als advocaat in New Orleans. ‘In de VS heb je juryrechtspraak en in dat soort procedures heb je als advocaat vaak een hardere opstelling dan in een rechtszaak in Nederland. De rol van een advocaat in de VS is veel scherper gedefinieerd. De rol van officier ook, daar zit niets magistratelijks in, maar omdat die rollen zo duidelijk zijn, kan je toch – misschien paradoxaal genoeg – amicaler met elkaar omgaan’.

Niet stilstaan
Op de vraag wat hij over tien jaar doet geeft hij als eerlijk antwoord dat hij daar nog niet echt over nadenkt. ‘Ik ben advocaat, dat is duidelijk en het voelt natuurlijk, net zoals het kiezen voor de stad Amsterdam na mijn terugkeer uit de VS een natuurlijke keuze was. Ik vind rechtspreken ook interessant. Wat ik ook ga doen, het moet iets zijn waar ik zelf veel van leer, ik wil niet stilstaan.’ Voorlopig blijft Stapert in ieder geval in Amsterdam, hoewel die keuze meer met zijn gezin te maken heeft dan met zijn mogelijkheden of misschien zelfs wel wensen. De oplossing ligt in het reizen. ‘Dat vele reizen is de manier om mijn onrust weg te nemen, om juist dat internationale en vergelijkende aspect erin te brengen. Alleen maar hier zitten zou niet goed voor mij zijn’. Ter afronding van het gesprek kijken we naar buiten om te zien waar hij dan zit en besluiten we dat hij het niet verkeerd heeft met een uitzicht over een van de bekendste pleinen van Nederland en het Rijksmuseum.

Bart_Stapert-4