Hester Uhlenbroek ruilde advocatuur in voor mediation

Op haar 60ste besloot Hester Uhlenbroek een carrièreswitch te maken. Na 35 jaar advocatuur bij Boekel De Nerée startte zij in 2015 als mediator bij ReulingSchutte. Wat dreef haar? We spreken Uhlenbroek over haar huidige vak, haar veelzijdige cv en de veranderingen in de advocatuur.

Door Marloes van den Eeckhout en Yvette Kouwenberg

Daarvoor beginnen we bij het begin. Vanwaar de keuze om rechten te gaan studeren? Uhlenbroek legt uit: ‘Als ik heel eerlijk ben, was rechten niet mijn eerste keus. Ik ben namelijk meer een bèta. Daarom heb ik in eerste instantie naar technische studies gekeken. Wat mij daarin vooral aansprak was het oplossen van puzzels. Maar als ik dan op zo’n open dag rondliep waar ik jongens aan een auto zag sleutelen, sprak mij dat niet aan. Door gesprekken met vrienden en familie is mijn interesse toen gewekt voor de rechtenstudie, waarbij analytisch denken ook nodig bleek te zijn. Dus toen dacht ik “doe maar”, maar het was zeker geen gemotiveerde keuze. Zodoende ben ik uiteindelijk rechten gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam.’

interview_hester_uhlenbroek
Boekel De Nerée
Na haar studie ging Uhlenbroek direct de advocatuur in: ‘Ook die keuze is gemaakt door te praten met ervaringsdeskundigen uit mijn omgeving, om het zo maar even te noemen. Ook speelde mee dat een aantal studievrienden van mij de advocatuur in ging. De volgende stap is dan te bedenken bij wat voor soort kantoor je als advocaat-stagiaire aan de slag zou willen. En toen kwam Boekel De Nerée – toen nog Boekel, Van Empel & Drilling – in mijn vizier. Bij Boekel werkten toen nog maar 28 advocaten. Dat was in die tijd een groot kantoor.’

‘Rechten was niet mijn eerste keus’

Wat Uhlenbroek verder aansprak aan het kantoor was de informele sfeer en het feit dat er al een aantal vrouwelijke advocaten werkte. Dat is noemenswaardig omdat de man/vrouw verdeling anno 1980 niet bepaald evenwichtig was, zeker niet in de traditionele advocatuur. Bij Boekel heeft Uhlenbroek zich, na eerst twee jaar in de vastgoedpraktijk te hebben gewerkt, toegelegd op het arbeidsrecht. De emoties en belangen achter geschillen in arbeidsverhoudingen spraken haar meer aan dan de vaak tot geld terug te brengen kern van geschillen over vastgoed.

Vrouw in mannenbolwerk
In 1987 werd Uhlenbroek partner bij het kantoor. We zijn benieuwd hoe dat destijds moet zijn geweest als vrouw in een mannenbolwerk. Uhlenbroek kan dat echter direct nuanceren: ‘Dat was eigenlijk helemaal geen issue. Ik was niet de eerste vrouwelijke partner. Els Swaab was mij al voorgegaan.’
Wat wel een issue bleek, was parttime werken. Uhlenbroek: ‘Iedereen werkte steevast fulltime. Er bestond geen recht op minder werken. Mensen die een stap verder wilden, werden geacht dat zelf op te lossen als zij daardoor privé in de knel kwamen. Bijvoorbeeld in verband met de zorg voor kinderen. Als partner legde je je voor vijf jaar vast dus dat was wel iets waar je rekening mee diende te houden, althans als vrouw. Ik heb dit destijds met mijn man besproken en die zei terecht: dat zien we dan wel.’

20 procent arbeidstijd cadeau
De ironie wil overigens dat juist een mannelijke partner de lans voor parttime werken heeft gebroken bij Boekel. ‘Wijlen Johan Pel had als destijds aankomend partner aangegeven alleen als zodanig te willen toetreden als hij parttime kon werken. In eerste instantie is zijn aantreden toen een jaar uitgesteld, maar uiteindelijk is hij toch op fulltime basis toegetreden.’ Het hoorde toentertijd simpelweg nog niet bij de tijdsgeest om als partner parttime te werken. Dat was overigens anders toen Uhlenbroek in 2006 managing partner van Boekel werd. Toen kende het kantoor inmiddels wel een aantal partners die, vanwege de zorg voor hun kinderen, minder werkten.

‘Als partner van een Zuidas-kantoor moet je toch 24/7 beschikbaar zijn’

Ook Uhlenbroek heeft altijd fulltime gewerkt, totdat ze eind 2011 als managing partner aftrad. Toen heeft ze zichzelf naar eigen zeggen 20 procent arbeidstijd cadeau gedaan. Dat ging niet zonder slag of stoot. ‘Na jarenlang fulltime te hebben gewerkt, heb ik flink moeten wennen aan die 80 procent. Ik vond het lastig om ook echt minder te werken en niet alsnog 100 procent in 4 dagen te stoppen. Die 80 procent gaf ook geen echte ontspanning voor 20 procent, want als partner van een Zuidas-kantoor moet je toch 24/7 beschikbaar zijn.’

Wat Uhlenbroek opvalt is dat er nu veel meer aandacht is voor ‘work/life balance’ in de advocatuur. ‘Toen ik stagiaire was, was het heel gebruikelijk om ’s avonds door te werken. Ook in het weekend werken was de normaalste zaak van de wereld. De generatie van nu gaat daar heel anders mee om. Het is nog steeds hard werken, maar er is daarnaast ook aandacht en ruimte voor privé. Dat is een gevolg van de huidige tijdsgeest en dat vind ik een goede ontwikkeling.’

‘Vroeger kon je meer je eigen werktempo bepalen’

Een andere relevante ontwikkeling is de opkomst van internet en email. De snelheid van de communicatie heeft de druk op het werk enorm verhoogd. ‘Vroeger kon je meer je eigen werktempo bepalen, had je het werk voor mijn gevoel meer onder controle. De snelheid van communicatie nu heeft onze manier van werken en interactie met klanten en wederpartijen sterk beïnvloed. Hierdoor ben je eigenlijk altijd bereikbaar en is het werktempo enorm omhoog gegaan. Er zit ook echt een verslavingskant aan het hebben van een smartphone, vind ik zelf. Daar moet je voor waken. Door steeds je email te willen checken, kom je feitelijk nooit los van het werk’, constateert ze.

Druk bestaan
Toch moet dat haar zijn gelukt. Buiten haar werk leidt Uhlenbroek eveneens een druk bestaan. Zo heeft zij plaats in diverse commissies, raden en colleges. Daarnaast maakt zij graag verre reizen, wat Uhlenbroek gekscherend wijt aan haar echtgenoot, die privé-piloot is. In januari van dit jaar vlogen ze samen in een Cessna door Australië. Verder gaat Uhlenbroek graag naar de opera en houdt ze van dressuur rijden met haar paard.

‘Ik wilde op een andere, verfrissende en effectievere manier leren onderhandelen’

Sinds 2015 is Uhlenbroek MfN-registermediator. Daar ging het nodige denkwerk aan vooraf. ‘Nadat ik managing partner af was heb ik overwogen om gewoon weer volledig mijn praktijk op te pakken, maar merkte dat er iets bij me wrong bij die gedachte. Ik wilde weer een stap zetten. Het perspectief om nog iets anders te gaan doen, in plaats van door te werken als advocaat tot aan mijn pensioen, trok mij erg aan. Vervolgens heb ik buiten de advocatuur gekeken, maar kwam tot de conclusie dat mijn hart daar ook niet sneller van ging kloppen. Ik ben toen opnieuw met kennissen in mijn omgeving gaan praten en zo heb ik op mijn 58ste besloten terug de schoolbanken in te gaan om een mediation opleiding te volgen.’

Polariserend effect
Uhlenbroek had niet direct voor ogen ook daadwerkelijk als mediator aan de slag te gaan. Onderhandelen had zij als advocaat al leuk gevonden en is ook een belangrijk aspect van de arbeidsrechtelijke praktijk. Maar de wijze waarop er van oudsher in de advocatuur werd onderhandeld, sprak Uhlenbroek steeds minder aan. ‘Het was vooral vechten en forceren, wat een polariserend effect heeft in plaats van een verbindend effect. Dat vond ik armoedig en daar was ik een beetje op uitgekeken. Ik wilde op een andere, verfrissende en effectievere manier leren onderhandelen. Machteld Pel, de “godmother” van de mediation, zei toen tegen me: “Waarom ga je geen mediation opleiding doen?” En zo geschiedde.’

Uhlenbroek zou iedere advocaat willen aanraden meer te investeren in de technieken die in mediation gebruikt worden. ‘Het leert je door te vragen. Dat is een hele waardevolle tool omdat je daardoor veel meer, en misschien ook een heel ander, inzicht krijgt in de belangen die werkelijk spelen. Niet alleen die van de ander, maar ook die van je eigen cliënt. Waar hecht hij of zij nou echt aan en wat is de cliënt bereid daarvoor te laten of te geven? Door die inzichten te verkrijgen en vervolgens op een juiste manier in te zetten bij onderhandelingen, word je in mijn ogen een betere advocaat.’

‘De rollen van advocaat en mediator gaan niet per definitie goed samen’

Uhlenbroek vervolgt: ‘Als advocaten beter in staat zijn om naar de belangen achter de standpunten van hun cliënten en die van de wederpartij te kijken, hebben ze de rechter en misschien ook de mediator veel minder nodig. Advocaten dienen namelijk op te passen dat een strijd tussen partijen, niet ook een strijd wordt tussen de wederzijdse raadslieden. Dat kan een blokkade vormen voor het oplossen van het geschil.’ Uhlenbroek raadt een ieder dan ook aan om aan de slag te gaan met de Harvard-onderhandelingsmethode.
Na 35 jaar als advocaat te hebben gewerkt, heeft Uhlenbroek de advocatuur gedag gezegd en legt zij zich sinds 2015 volledig toe op mediation. ‘Natuurlijk zou ik daarnaast nog advocaat kunnen blijven. Boekel bood mij die kans ook, maar ik vind dat de rollen van advocaat en mediator niet per definitie goed samengaan. Ik geloof in focus. Vandaar dat ik ervoor heb gekozen om uitsluitend mediator te zijn. En er is geen mooiere plek dan dat bij dit kantoor te doen.’ Daarmee bedoelt Uhlenbroek ReulingSchutte, een niche kantoor voor zakelijke mediation waaraan zij zich sinds april vorig jaar heeft verbonden. Dat bleek een vrij organisch proces. Oprichters Saskia Reuling en Eva Schutte kende Uhlenbroek al. ‘Zij hadden al eens eerder gepolst of ik geen interesse had om me aan te sluiten. Ik was toen nog managing partner bij Boekel. Dat was dus niet het juiste moment. Toen ik me aan het heroriënteren was en uitkwam op mediation zijn we met elkaar in gesprek gegaan en was de beslissing snel genomen.’

Publieke sector
De mediators bij ReulingSchutte zijn in principe allround maar hebben ieder wel een voorkeur voor een bepaald gebied of bepaalde branche. ‘Voor mij is dat de publieke en semi-publieke sector. Door mijn advocatenpraktijk was ik daarin goed thuis. Ik doe met name veel mediations in de zorgsector, voor Raden van Bestuur, Raden van Toezicht en bijvoorbeeld geschillen tussen medisch specialisten en ziekenhuizen. Het is een boeiende sector, omdat de ruimte om te manoeuvreren veel kleiner is dan in het reguliere bedrijfsleven. Daarnaast spelen reputatie- of imagoschade en politieke gevoeligheden vaak een belangrijke rol. Daarin ligt voor mij de uitdaging. Het vergt creativiteit en goed doorvragen om de achterliggende belangen op tafel te krijgen.’

Een uitkomst in mediation die Uhlenbroek bij zal blijven was die waarbij de werknemer verzocht om een financiële bijdrage van de werkgever niet uit te betalen aan de werknemer zelf maar te storten aan een bepaald goed doel. ‘Dat was mooi en maakt het vak erg fulfilling.’

Partijen die tot mediation besluiten, willen in de regel een oplossing voor hun conflict. Mediation is eigenlijk een vorm van begeleid onderhandelen, met aandacht voor de emoties waarmee conflicten gepaard gaan. ‘Uitgangspunt is en blijft echter dat partijen zelf tot een oplossing moeten komen’, aldus Uhlenbroek.


Curriculum vitae Hester Uhlenbroek

MfN-registermediator ReulingSchutte
April 2015-heden

Voorzitter Commissie Disciplinaire Rechtspraak Nederlandse Orde van Advocaten
2008 – heden

Lid-jurist Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag
2005 – heden

Lid beroepscommissie Aids Fonds
September 2012 – heden

Lid Raad van Toezicht Holland Symfonia
1995 – heden

Lid Raad van Toezicht GGZ ProPersona
2014 – heden

Managing Partner Boekel De Nerée
Januari 2007 – december 2011

Kantonrechter-plaatsvervanger Utrecht
2005 – december 2012

Advocaat Arbeidsrecht Boekel De Nerée
April 1980 – April 2015