Nieuwe wet: Doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen[1]

Op 1 januari 2018 is een nieuwe wet ingegaan waarmee in de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet en de Wet op het notarisambt regels worden opgenomen met betrekking tot de doorberekening van kosten van toezicht op notarissen en gerechtsdeurwaarders, en de doorberekening van de kosten van tuchtrechtspraak van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders.

De wetgever is van mening dat met deze wet de effectiviteit, de kwaliteit- en integriteitbewaking van de beroepsgroepen wordt verbeterd. Met deze wet wordt de verantwoordelijkheid voor de handhaving van en het bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening namelijk neergelegd bij de beroepsgroepen zelf.

Daarnaast wordt door de overheid (uiteraard) kosten bespaard. Het oorspronkelijke wetsvoorstel komt uit de koker van oud-staatssecretaris Fred Teeven, die stelde dat de jaarlijkse overheidskosten voor toezicht op en de tuchtrechtspraak van de beroepsgroepen ongeveer zeven miljoen euro bedragen. Per brief van 23 oktober 2013 heeft de Nederlandse Orde van Advocaten het (toenmalige) Ministerie van Veiligheid en Justitie bericht dat haar jaarlijkse kosten voor het toezicht op de eigen beroepsgroep ongeveer twaalf miljoen euro bedragen. Het grootste gedeelte werd dus al door de beroepsgroep zelf betaald.

Ratio achter de nieuwe wet is een financiële prikkel om te zorgen voor een efficiënte wijze van inrichting van de kwaliteits- en integriteitsbewaking binnen de beroepsgroepen zelf. Op die manier worden zowel de beroepsorganisaties als de individuele beroepsbeoefenaren  gedwongen om de beroepsuitoefening zodanig in te richten dat er zo min mogelijk kosten worden gemaakt aan toezicht en tuchtrecht.

De veranderingen voor het tuchtrecht in de advocatuur zijn reeds enige tijd zichtbaar. Zo wordt een hoger griffierecht geheven om bagatelklachten buiten de deur te houden en kan een kostenveroordeling worden opgelegd. Die kostenveroordeling bedraagt duizend euro voor de in het ongelijk gestelde advocaat. Deze kosten dienen dan te worden betaald aan de NOvA en komt op die manier ten goede aan de bekostiging van de tuchtrechtspraak. Of deze maatregel voldoende is of dat meer maatregelen zullen worden getroffen is nog niet duidelijk.

Door: Benjamin Bijl

[1] Wet van 07-12-2016, Stb. 2016, 500.