Peter Wakkie, een icoon van de Amsterdamse advocatuur, is binnenkort 40 jaar advocaat. Daarnaast had en heeft hij nog verschillende functies in het bedrijfsleven. Het ABB blikt met de voormalig partner van De Brauw en ‘crisismanager’ terug op zijn loopbaan.

Tekst: Amy Leung en Nick van den Hoek

Met het diploma van gymnasium Alfa in Rotterdam op zak, leek de rechtenopleiding voor Peter een goede en brede studie. Hij koos voor de Universiteit Utrecht, waar hij studeerde van 1966 tot en met 1972. Tijdens zijn studentenleven was hij actief bij het Utrechtsch Studenten Corps. Nadat hij de studie had voltooid begon hij zijn loopbaan bij De Brauw Blackstone Westbroek – toen nog De Brauw en Helbach, met een kantoor in Den Haag.

Als advocaat bij De Brauw

Bij De Brauw specialiseerde Wakkie zich in ondernemingsrecht, fusies en overnames. “De communicatie was in die jaren vergeleken met nu wel anders”, vertelt Peter. “Brieven werden getikt op een typemachine met een rode doorslag voor het dossier, een blauwe doorslag voor de verzamelbak en een witte doorslag als brief. De noodzaak om documenten foutloos op te stellen leidde tot vaak overtypen, want een herstelmogelijkheid zoals de pc kent bestond natuurlijk niet. Veel ervaren typistes – het waren bijna altijd vrouwen – hadden bij Instituut Schoevers zo goed blind typen geleerd, dat zij met hoge snelheid foutloos typten met gebruikmaking van alle vingers. De notariële aktes, die konden oplopen tot 50 pagina’s, vergden dan ook veel zorg en precisie om in één keer foutloos te tikken.”

“In die tijd mocht je naast het kantoorsalaris ook bijverdienen met eigen cliënten. Iedereen had een eigen cliëntenportefeuille. Als generalist, zeker tijdens de eerste drie jaren van de stage, komen verschillende rechtsgebieden voorbij en met toevoegingen bouwde je al snel eigen clientèle op. In 1975 is dit echter afgeschaft.”

Na zijn stage belandde Peter voor het kantoor in New York om daar als partner de corporate praktijk te leiden. Hij werkte voor lokale cliënten en adviseerde over vliegtuigfinancieringen, onder meer voor de KLM die een herfinanciering nodig had.

“Na vijf jaar keerde ik terug naar Den Haag en ging in de ondernemingsrechtpraktijk werken. Inmiddels was een kantoor in Amsterdam geopend, maar het zwaartepunt lag in Den Haag. Het was een combinatie van procederen en adviespraktijk. Rond deze tijd fuseerde De Brauw met Westbroek,  en niet lang erna met Blackstone, tot het kantoor zoals we het nu kennen. Ik heb in deze tijd ook voor een langere periode in Rotterdam gewerkt.”

In 1997 werd Peter Wakkie voor vier jaar bestuursvoorzitter van De Brauw. Daarnaast hield hij zijn eigen praktijk, wat een grote werkbelasting meebracht. Toen de Nederlandse markt in beweging kwam met de komst van de Engelse kantoren, zoals Allen & Overy, Linklaters en Freshfields, ontstonden er discussies over internationalisatie. De Brauw besloot echter na lang wikken en wegen een Nederlands kantoor te blijven.

In 2003 kwam de boekhoudfraude bij de Amerikaanse dochter van het supermarktconcern Ahold aan het licht. Dat ging ook over de kwestie met de beruchte ‘side letters’ aan de accountants. “De beurskoers van Ahold kwam in een vrije val en 63% van de beurswaarde ging in rook op”, memoreert Peter. “Ik speelde een belangrijke rol bij het verkrijgen van een noodkrediet toen de kredietlijnen werden ingetrokken vanwege de fraudezaak.”

Verder als inhouse advocaat

In datzelfde jaar nam zijn loopbaan een andere wending toen Peter, tot dan huisadvocaat van Ahold, toetrad tot het bestuur van het concern. Hij kreeg tot taak de rechtszaken te schikken die tegen het supermarktconcern waren aangespannen na de fraudezaak in 2003. Uiteindelijk trof het supermarktconcern een schikking met de gedupeerde beleggers en kregen zij in totaal 1,1 miljard dollar vergoed. Daarnaast zorgde Peter voor een schikking met de Amerikaanse beurswaakhond SEC. Ook is hij verantwoordelijk voor de schikkingen met voormalig ceo Cees van der Hoeven en cfo Michiel Meurs, waarbij Van der Hoeven 5 miljoen euro aan het supermarktconcern moest betalen en Meurs zeshonderdduizend euro.

“Je moet als bestuurder meer strategisch en planmatig denken dan als advocaat”, aldus Peter. “Het werk als bestuurder is misschien simpeler, maar alleen zolang je de regie kan houden. Als mijn toenmalige kantoor de stukken opstelde, kon ik meerdere kwesties overzien.”

Noemenswaardige vermeldingen in het ondernemingsrecht

Toen Peter nog advocaat was bij De Brauw, speelde hij een belangrijke rol bij meerdere grote rechtszaken op het gebied van ondernemingsrecht. Het was de tijd van de activistische aandeelhouder. Hij wordt dan ook wel een ‘crisismanager’ genoemd die in korte tijd een strategie uitzet en beslissingen neemt.

Peter Wakkie verdedigde Gucci met succes in de ‘tasjesoorlog’ toen concurrent LVMH het modeconcern over wilde nemen en met Gucci als submerk de markt op wilde. Peter: “Twee grote modebedrijven zijn betrokken bij een vijandige overname en zoiets komt voor het eerst bij de Ondernemingskamer. Dat geeft groot spektakel. Voor Gucci bedacht ik een beschermingsconstructie, waar de Ondernemingskamer aanvankelijk haar bedenkingen over had. Maar uiteindelijk zorgde die ervoor dat LVMH Gucci niet kon overnemen.”

Ook was Peter Wakkie succesvol toen hij het Franse Casino bijstond tegen Eric Albada Jelgersma tijdens het overnamegevecht om supermarktketen Laurus (onder meer de Spar-winkels). “De supermarktgroep Casino wilde de noodlijdende Nederlandse branchegenoot overnemen. Albada Jelgersma, die een groot belang in Laurus had, verzette zich daar tegen omdat hij de overnameprijs veel te laag vond. Hij eiste bij de Ondernemingskamer opschorting van de overname en schorsing van de bestuurders van Laurus.”

Een andere opmerkelijke kwestie was de zogeheten ‘baggeroorlog’ waarin Peter HBG bijstond tegen Boskalis en Heijmans. Deze laatste twee bedrijven wilden het toenmalig grootste Nederlandse bouwbedrijf inlijven en de buit onderling verdelen. Helaas voor hen mislukte deze overnamepoging.

In november 2014 werd Peter door de Ondernemingskamer aangesteld als interim bestuurder bij ZED+, een Nederlandse holding van een internationaal telecombedrijf, nadat was vastgesteld dat er sprake was van wanbeleid. “De Ondernemingskamer verweet toenmalig ceo Pérez Dolset de aandeelhouders en de raad van commissarissen ‘onjuist en onvolledig’ te hebben voorgelicht”, vertelt Peter. “Dat betrof de gang van zaken ten tijde van de samenvoeging van een Spaanse en een Russische telecomonderneming in de vennootschap ZED+. Ik kreeg opdracht de verkoop van het bedrijf in goede banen te leiden en kwam terecht in een stormachtige en langdurige vete tussen de Spaanse en Russische aandeelhouders.” Zij verweten hem onder meer belangenverstrengeling, wat zelfs uitliep op een aanhouding in Spanje in het kader van een onderzoek naar smeergeldbetalingen. “De Ondernemingskamer behield echter het volledige vertrouwen in mij”, blikt Peter terug en handhaafde hem als tijdelijk bestuurder.

En nu

In 2010 Peter startte Peter een advocatenkantoor samen met Ilan Spinath onder de naam Spinath & Wakkie. Dat kantoor, gevestigd in Amsterdam Zuid, is inmiddels omgedoopt in Wakkie & Perrick na de toetreding van Steven Perrick. “Ik doe alleen nog zaken die ik leuk vind en tijdschrijven is secundair”, aldus Peter grappend.

Daarnaast is Peter nog steeds betrokken bij het bedrijfsleven. Bij De Brauw en Ahold heeft Peter Wakkie mooie en relevante ervaring opgedaan en een netwerk opgebouwd. Op dit moment heeft hij commissariaten bij BCD Holdings en Steinhoff International. Verder was hij commissaris bij Wolters Kluwer, TomTom en ABN-AMRO.

Dat brengt Peter op het onderwerp ‘dynamiek’. “Bij BCD Holdings heb ik als commissaris bij een familiebedrijf te maken met de dynamiek binnen een familie. Het is een dubbele relatie, waarin je moet zoeken naar een balans tussen het erkennen van de familiekrachten en de zakelijke kant”, vertelt Peter. “De dynamiek in het werk veranderde drastisch toen ik vanuit de advocatuur mijn intrede deed in het bedrijfsleven. Ik opereerde niet langer in het eendimensionele universum van de advocaat, maar ervoer de gelaagde dynamiek van het grote bedrijfsleven, met de interactie tussen verschillende afdelingen en de relaties tussen bijvoorbeeld de ceo en de cfo”, sluit Peter het gesprek af. “Je maakt dan een heel speelveld mee.”