Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde dat in 2020 het laagst aantal faillissementen van de afgelopen 20 jaar is uitgesproken. Deze ontwikkeling is opmerkelijk gelet op de lockdowns als gevolg van de corona-uitbraak. De economie zit immers op slot. Het ABB bespreekt deze ontwikkeling met het bestuur van de Vereniging voor Jonge InsolventieRecht Advocaten (Vereniging JIRA).

Tekst: Mayk Koria

Faillissementen
Volgens het CBS zijn er in het afgelopen jaar 2.703 bedrijven failliet verklaard (dit aantal is exclusief 473 faillissementen van natuurlijke personen met een eenmanszaak). Dit is 16 procent lager dan in 2019. Nadat de eerste lockdown werd afgekondigd, werd gevreesd voor een golf aan faillissementen. Het Centraal Planbureau schetste in maart vorig jaar in vier scenario’s de economische impact van de corona-uitbraak in 2020 en 2021. Alle scenario’s resulteren in een recessie.

(foto: Shutterstock).

In juni 2020 meldde het ING Economisch Bureau dat het aantal faillissementen binnen de perken zou blijven, onder andere dankzij de financiële overheidssteun. De gevolgen zouden pas in het jaar 2021 voor het bedrijfsleven zichtbaar worden. Het ING Economisch Bureau meent namelijk dat het aantal faillissementen in 2021 zal verdubbelen of zelfs verdrievoudigen ten opzichte van 2019.

Het is duidelijk dat ondanks de economische krimp de steunmaatregelen van de overheid hebben gewerkt om te voorkomen dat bedrijven massaal failliet gaan. Ook de rechtspraak heeft daar mogelijk een steentje aan bijgedragen. In de Algemene regeling zaaksbehandeling Rechtspraak is aangegeven dat in het kader van faillissementsaanvragen “de rechter bij de inhoudelijk beoordeling naar alle relevante omstandigheden zal kijken, waaronder ook de huidige coronacrisis en de daarmee samenhangende (economische) situatie.”

Andere redenen
We vroegen het bestuur van Vereniging JIRA of er mogelijk andere redenen voor het dalende aantal faillissementen zijn. “Naast de overheidssteun, denken wij dat veel bedrijven die in financieel zwaar weer verkeren, niet wachten tot het moment dat een faillissement onvermijdelijk is, maar er vrijwillig voor kiezen om met het bedrijf te stoppen, bijvoorbeeld door ontbinding van de rechtspersoon. Daarnaast zal waarschijnlijk een rol spelen dat grote crediteuren, zoals banken, zich coulanter opstellen en eerder bereid zijn in te stemmen met uitstel van betaling. Partijen zien namelijk in dat er echt sprake is van betalingsonmacht in plaats van betalingsonwil. Daarbij speelt wellicht ook de hoop dat het economisch weer beter zal gaan zodra de coronacrisis is ‘opgelost’. Ook de wetgeving – denk aan de Tijdelijke Betalingsuitstelwet – en maatregelen/jurisprudentie van de rechtbank die betrekking hebben op economische gevolgen van de coronacrisis zullen een rol spelen. Wellicht geldt ook dat partijen met het oog op het huidige economische klimaat, terughoudender zijn geworden om faillissementen te verzoeken. Een faillissementsaanvraag kan er sinds kort namelijk toe leiden dat, wanneer de schuldenaar succesvol een beroep kan doen op de Tijdelijke Betalingsuitstelwet, de crediteur die het faillissement aanvroeg geen verhaalsmaatregelen mag nemen. Het is ook goed mogelijk dat partijen hebben gewacht op de inwerkingtreding van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), in de hoop de onderneming alsnog te redden door middel van een herstructurering.”

Stijging faillissementen
Volgens het bestuur van Vereniging JIRA is het niet zo dat de curatoren het op dit moment door deze ontwikkeling extra rustig hebben, omdat de meesten ook een adviespraktijk hebben. “Daarnaast denken we dat er in de curatorenpraktijk rekening mee wordt gehouden dat het vanaf het tweede kwartaal 2021 drukker zal worden qua benoemingen. Curatoren gebruiken de vrijgekomen tijd om reeds lopende faillissementen af te wikkelen,” aldus het bestuur van Vereniging JIRA.

In mediaberichten is vaak te lezen dat stijging van het aantal faillissementen onvermijdelijk is. Hoe kijkt het bestuur van Vereniging JIRA hiertegen aan? “Wij denken dat de huidige periode een stilte voor de storm is. Als de overheidssteun stopt, grote crediteuren geen geduld meer hebben en/of de omzet in de meer normale situatie toch tegenvalt, zijn meer faillissementen te verwachten. Het is echter ook afhankelijk van de wijze waarop de overheidssteun zal worden beëindigd: wanneer dat meer geleidelijk gebeurt, zal dat tot minder faillissementen leiden dan bij een acute stopzetting. Daarnaast hebben ondernemingen uit verschillende hoeken financiële ondersteuning ontvangen die op termijn moet worden terugbetaald. Denk daarbij aan leningen van banken en onterecht aangevraagde NOW-subsidies. Tot slot is nog relevant dat het saneren van schulden bij de één, kan leiden tot betalingsproblemen bij de ander.”

WHOA
Het bestuur van Vereniging JIRA noemde de in januari van dit jaar ingetreden WHOA als mogelijke reden voor het dalend aantal faillissementen. De WHOA biedt ondernemingen die in financieel zwaar weer verkeren de mogelijkheid om tot een akkoord te komen met de schuldeisers om hiermee een faillissement te voorkomen. In beginsel moeten alle schuldeisers van de onderneming akkoord te gaan met een schuldregeling. Met de intreding van de WHOA kan één individuele schuldeiser of aandeelhouder de sanering niet dwarsbomen, wanneer de meerderheid van de schuldeisers het samen eens wordt over gedeeltelijke kwijtschelding. Hoewel de WHOA pas begin dit jaar in werking is ingetreden, zijn al twee WHOA-beslissingen gepubliceerd: een van de rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2021:198) en een van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2021:84).