Jan Willem de Haan is advocaat in Barcelona. Hij deed zijn advocatenstage in Amsterdam, maar vertrok daarna al snel naar Spanje. Eerst werkte hij in Madrid, maar nu alweer meer dan dertig jaar vanuit Barcelona. Het ABB vroeg Jan Willem onder meer naar de verschillen tussen advocaat zijn in Nederland en in Spanje in de vierde aflevering van de serie ‘Advocaten in het buitenland’.

Tekst: Diederik Palstra

Jan Willem de Haan

Jan Willem de Haan werkte tussen 1988 en 1992 in Nederland, eerst bij CMS Derks Star Busmann in Utrecht en later bij Ekelmans Den Hollander in Amsterdam. Sinds 1992 werkt hij in Spanje als Nederlandse advocaat en Spaanse abogado. Aanvankelijk als werknemer en later ook als partner bij een tweetal Spaanse advocatenkantoren. Daarna richtte hij met een compagnon het kantoor De Haan & Mulder op, wat tegenwoordig De Haan Abogados is.

Waar heeft u rechten gestudeerd?

“Dat was in Amsterdam, van 1981 tot 1986. Ik ben geboren in 1960, dus ik ben laat begonnen met studeren vanwege een gebroken middelbare schoolhistorie. Het was mij duidelijk dat ik mij geen tijdsverlies meer kon veroorloven tijdens mijn studie. Aangezien de grachten toen gevuld konden worden met rechtenstudenten en ik geen briljante student was, bedacht ik dat ik iets erbij moest doen wat niemand had: een taal leren die niemand sprak en dat werd Spaans.”

Waar bent u uw carrière begonnen? Hoe bent u bij uw huidige kantoor terecht gekomen en wat was de aanleiding om in Spanje te gaan werken en wonen?

“Dankzij die kennis van het Spaans kon ik in 1986 in Madrid een stage gaan doen bij een internationaal advocatenkantoor. Dat was een eye opener. Spanje was net lid geworden van de Europese Unie en liet de status van politieke paria in Europa achter zich. Ik heb zelden zo’n gezamenlijke euforie meegemaakt als toen. Omdat er nog nauwelijks buitenlanders waren in Spanje, was je in die kringen redelijk opzienbarend. Je had toegang tot alles en iedereen en ik heb me destijds een goed beeld van het land kunnen vormen. Daar is het idee geboren om me te richten op cross border litigation tussen Spanje en Nederland. Ik moest dan wel eerst mijn advocatenstage doen in Nederland en dus ben ik teruggegaan, want ik had in Madrid kunnen blijven. Ik ben toen begonnen bij Derks & Partners, wat later CMS Derks Star Busmann werd. Maar dat viel me na Spanje nogal tegen en toen heb ik tijdens mijn stage de overstap kunnen maken naar Ekelmans Den Hollander. Zij hadden een zeer internationale praktijk. Daar voelde ik me aanzienlijk beter thuis.

Mijn doel was om mijn advocatenstage af te ronden en dan terug te gaan naar Spanje. In de tussentijd had ik ook mijn Spaanse advocatentitel verkregen, en toen wilde ik terug naar Spanje. De internationale rechtspraktijk zat destijds met name bij de grote accountantskantoren. Ik kreeg een aanbod van Ernst & Young in Barcelona en Arthur Andersen in Madrid. Ik kende Madrid al en vond de lunches daar wel heel lang duren – dus koos ik voor Barcelona, ook omdat EY veel sterker in Nederland aanwezig was en dus meer Nederlandse clientèle had waarvan ik het zou moeten hebben. Per 1 april 1992 ben ik toen bij EY in Barcelona begonnen. Ik heb daar een jaar gezeten, maar mijn contract werd niet verlengd omdat de partners dachten dat ik alle business mee zou nemen. Dat wantrouwen is typerend voor de mediterrane maatschappij. Ik heb daarna nog bij twee andere Spaanse kantoren gewerkt voordat ik per 1 januari 1999 samen met Boris Mulder zelf een kantoor oprichtte. Hij was ook een Nederlandse en Spaanse advocaat, in Valencia, en wilde naar Barcelona komen. Helaas is hij in 2019 overleden en sindsdien ben ik de enige partner.”

Met welk rechtsgebied houdt u zich bezig en heeft u zich altijd met hetzelfde rechtsgebied beziggehouden – en zo ja, waarom?

“Mijn idee was dus om grensoverschrijdende procedures te doen met behulp van alle Europese verdragen en verordeningen met betrekking tot rechterlijke bevoegdheid, tenuitvoerlegging, betekeningen en toepasselijk recht. Bijvoorbeeld een Nederlands bedrijf bijstaan dat een geschil heeft met een Spaans bedrijf en waar forumkeuze mogelijk is. Als je dan beide rechtssystemen kent, heb je een enorm voordeel, want je doorziet veel sneller of het voordeliger is om in Nederland of in Spanje te procederen. Juridische termen laten zich moeilijk vertalen en als een Spaanse advocaat en een Nederlandse advocaat in het Engels moeten gaan sparren of het beter procederen in Spanje of in Nederland is, mis je toch veel belangrijke details. Het Spaanse systeem is misschien in basis vergelijkbaar met het Nederlandse systeem, maar in uitvoering totaal anders. Het Spaanse rechtssysteem werkt voor geen meter, zit muurvast en ik kwalificeer het als een “unmitigated disaster”.”

“Omdat het Spaanse systeem zo slecht functioneert, doe ik ook heel veel corporate werk zoals oprichtingen, statutenwijzigingen en het liquideren van vennootschappen. Vrij geestdodend werk, maar het genereert omzet en verder is het voor procedures ook noodzakelijk om het vennootschapsrecht goed onder de knie te hebben. Voor ruzies tussen Nederlandse en Spaanse aandeelhouders in Spaanse vennootschappen komt die kennis ook goed van pas. Ik procedeer nog heel veel en het zijn veelal interessante en ingewikkelde procedures, ondanks het slechtwerkende systeem. Wat in Nederland makkelijk is, is in Spanje een groot probleem. Neem zoiets simpels als het uitwinnen van hypotheken. Onmogelijk, en als het al lukt ben je jaren onderweg.”

“Ik doe verder veel vastgoedtransacties en projectontwikkeling. Jan en alleman houdt zich in Spanje bezig met vastgoed voor buitenlanders, waaronder veel Nederlanders, en het merendeel heeft geen idee hoe het hier werkt. Het zijn met name landgenoten die Nederlanders in de problemen brengen. De meest simpele controles worden niet uitgevoerd. Die verwarring is mogelijk door taal- en cultuurverschillen die nog steeds heel groot zijn.”

“En verder doe ik veel erfrechtkwesties. Er overlijdt bijvoorbeeld een erflater in Spanje en de erfgenamen wonen in Nederland. Vroeger deed ik veel faillissementen in de tijd dat de crediteuren de curatoren benoemden. Dat systeem is in 2004 vervangen door een systeem waarbij de rechtbank de curatoren benoemt, maar dat werkt veel minder goed omdat er vaak voor hen geen geld is om het werk te doen. De crediteuren betaalden wèl om de zaak uitgezocht te krijgen en dat gebeurt nu nauwelijks. De concurrentie om benoemd te worden als curator is ook te groot, dus dat is niet meer interessant.”

“We zijn in feite een boutique kantoor voor met name Nederlandse ondernemingen en particulieren in Spanje. Ik heb een Spaanse medewerkster waarmee ik al 30 jaar werk.  We vormen samen een goed en efficiënt team en kunnen daardoor complexe procedures voeren.”

Barcelona – foto: Pixabay/Walkerssk

Wat voor soort cliënten heeft u vooral? 

“Dat varieert enorm van multinationals tot privépersonen. De grote bedrijven gaan naar de grote kantoren, maar er valt er wel eens één van de kar vanwege een specifiek probleem waarvoor kennis van beide landen is vereist. Ik doe regelmatig werk voor Nederlandse banken en faillissementscuratoren als er activa uitgewonnen of verkocht moeten worden in Spanje. Het merendeel van de clientèle is echter Nederlands en Vlaams MKB die een dochterbedrijf of investeringen in Spanje hebben. Maar ook privépersonen kun je geweldig helpen, vooral met de aankoop van vastgoed of andere hele specifieke gevallen. Alhoewel het gros van de zaken zich in Spanje afspeelt, heb ik ooit in Nederland een verklaringsprocedure voor een Spaanse moeder gevoerd omdat de Nederlandse vader de kinderalimentatie al tien jaar niet meer betaalde. En dat terwijl hij genoeg geld had, maar niet meer op zijn naam. De moeder was armlastig en kon nauwelijks rondkomen. Ik vind het onbegrijpelijk dat je je eigen kind niet eens wilt onderhouden. De man had zijn bedrijf failliet laten gaan, een doorstart gemaakt, het nieuwe bedrijf op naam van zijn nieuwe vrouw gezet. Hij had zichzelf op een minimumsalaris laten zetten en dus kon er geen beslag worden gelegd. Gelukkig heb je dan zo’n verklaringsprocedure waarbij je de verklaring van het bedrijf dat de man een minimumsalaris ontvangt kunt betwisten en de rechtbank kunt vragen om een reëel salaris vast te stellen en dat is toen ook gelukt. Alle lof voor de Nederlandse rechtspraak. De vrouw heeft er € 100.000 aan overgehouden en kon verder met haar leven. Ze heeft mij jaren later nog eens bedankt omdat ze dankzij die overwinning niet meer hoefde na te denken of ze haar boodschappen in de supermarkt kon betalen. Daar ben je dan ook advocaat voor.”

Wat zijn de verschillen tussen advocaat zijn in Nederland en in Spanje?

“Het moet gezegd, de sfeer tussen advocaten in Spanje is altijd goed en ik waardeer dat  enorm. In Amsterdam heb ik wel anders meegemaakt. De verschillen tussen advocaat zijn in Nederland en Spanje worden bepaald door twee factoren. Ten eerste het verschil tussen de rechtssystemen. Het tweede verschil is dat er in Spanje per hoofd van de bevolking ongeveer vier keer zoveel advocaten zijn als in Nederland en dat in een land waar de rechtspraak absoluut niet werkt. De meeste Spaanse advocaten, tenzij ze in grote kantoren zitten die van de internationale markt leven, hebben het dan ook heel zwaar. Spaanse cliënten zijn veeleisend omdat het aanbod qua advocaten zo groot is en er wordt ook slecht betaald. Als advocaat ben je voortdurend bezig met het herstellen van fouten van de rechtbanken en aan het wachten totdat er weer iets gebeurt in een procedure. Die kunnen gewoon jaren stilliggen. Dat is het mindere van dit vak in Spanje en zeker voor Spaanse advocaten niet leuk.”

Wat zijn de overeenkomsten en de grootste verschillen tussen het Spaanse rechtssysteem en het Nederlandse?

“Er zijn twee overeenkomsten en daar houdt het mee op. De eerste is dat beide rechtssystemen in beginsel zijn gebaseerd op de Code Napoleon, oftewel het wettenrecht. De tweede overeenkomst is dat beide rechtssystemen te maken hebben met het Europese recht dat via verdragen en verordeningen het Spaanse recht mede bepaalt. Daar houdt het in beginsel mee op.”

“Het verschil is eenvoudig uit te leggen. Spanje is blijven steken in het wettenrecht, denk daarbij aan het arrest van de Zutphense Waterleiding. De stap naar Lindenbaum-Cohen is nooit gezet. Lex dura sed lex is het credo in Spanje. Hier geldt alleen het wettenrecht. Op zich is dat nog niet het grootste bezwaar, want een groter probleem is dat die wetten slecht in elkaar zitten, vaak tegenstrijdig zijn en niet aangepast zijn aan moderne tijden. De Spaanse wetgever rommelt maar wat aan met noodwetgeving of met een politieke agenda die vaak funest is voor de rechtszekerheid.”

“Er bestaat geen kort geding in Spanje, er zijn geen zelfstandige deurwaarders en onrechtmatige daad kan alleen worden gebaseerd op de wet. Dat laatste maakt dat dit een uiterst enge interpretatie oplevert. En verder, als er geen geld is in de rechtbank voor een taxi wordt er niet betekend. Het zal niet veel voorkomen, maar ik heb het meegemaakt.”

“Ook de rechtspraak is een probleem. Spaanse rechters werken op zichzelf. Alleen hoger beroep wordt behandeld door een meerhoofdige kamer, maar hoger beroepen zijn in feite een soort cassatie. Feiten en bewijs die al in eerste instantie ingebracht konden worden, kunnen dat niet in hoger beroep alsnog. Het resultaat van die alleenwerkende rechters is dat de uitkomst van procedures uiterst verschillend kan zijn en dat in een land met 49 gerechtshoven. Zie daar maar eens eenheid in te krijgen. Onmogelijk en met grote rechtsonzekerheid tot gevolg. Rechter worden is in Spanje al een fenomeen op zich. Ze moeten de leerstof, en die omvat in feite de gehele wetgeving, van buiten kennen en tijdens een examen kunnen opzingen. De kandidaten sluiten zich vaak jarenlang op om zover te komen. Het is een bizar systeem en een enorm verlies van menselijk kapitaal gedurende die studiejaren.”

Waar moeten Nederlandse bedrijven of personen in Spanje voor oppassen wanneer ze daar zakendoen?

“Heel simpel, niet in een Spaanse rechtbank terechtkomen, tenzij er geen andere oplossing is of je gedwongen wordt. “Anything may happen in there”. Deze rechtsonzekerheid maakt uitslagen van procedures nogal onvoorspelbaar. Natuurlijk kan dat ook in je voordeel werken, maar dat kan geen uitgangspunt zijn. Laat ik “uit arren moede” er ook een positieve draai aan geven. Ik zeg tegen mijn opdrachtgevers die klagen over de Spaanse bureaucratie of rechtspraak: “Als het moeilijk is voor jou, is dat het ook voor je concurrent. Doe daar je voordeel mee.” Je moet gewoon van tevoren de zaken goed regelen en dan kun je een hoop doen. Er is een slechte betalingsmentaliteit, want dwingen tot betaling is lastig en Spanjaarden zijn minder goed in het beheer van hun financiën dan wij zuinige Hollanders.”

“Verder wil ik het belang van Spanje nog eens onderstrepen. Er lopen heel veel lijnen vanuit Spanje naar Zuid-Amerika en vice versa. Nu Europa als continent echt aan de bak moet, moeten we de invloed van Spanje in Zuid-Amerika niet vergeten. Die is gigantisch. Ik vraag me wel eens af of Spanjaarden dat belang zelf begrijpen. De rest van Europa zeker niet.”

De Palau Cascades, waar de Barcelonese Orde van Advocaten is gevestigd.

Wat bevalt u zo goed aan wonen en werken in Spanje?

“Waar ik klaag over de slechte werking van de Spaanse rechtspraak, wordt dat gecompenseerd doordat mijn opdrachtgevers mij ook echt willen hebben vanwege die dubbele kwaliteit en dat is zeer bevredigend. Het wonen in Spanje, zeker in een stad als Barcelona, is een groot feest. Spanjaarden zijn hele prettige en hartelijke mensen. De mediterrane mens is sowieso een enorm sociaal dier. Dat geldt ook voor Italianen. Mijn vrouw is Italiaanse en ook Italië is een geweldig land. Mij heeft die mentaliteit altijd gelegen. Geen agenda’s trekken en afspreken over drie weken. Werken als een Nederlander en leven als een Spanjaard, voor mij is dat de ultieme combinatie. Een Spanjaard zal nooit zeggen dat hij of zij geen tijd heeft, daarvoor zijn ze te sociaal. Iedereen is welkom. Je zult niet snel horen dat je niet welkom bent, omdat er niet op je is gerekend. Begrijp me goed, ik beschouw mezelf zeer Nederlands en ik kom nog veel  en heel graag in Nederland waar ik een vakantiehuis heb. Ik vind Nederland ook een fantastisch land. Als Spanjaarden mij vragen Nederlanders te karakteriseren, dan geef ik meestal twee kenmerken mee, een positieve en een negatieve. Positief is dan dat we één van de weinige culturen zijn zonder dubbele agenda. Ja is ja en nee is nee. Heerlijk direct. Dat betekent vertrouwen en daar worden wij om gewaardeerd. Negatief is dat we niet genereus zijn en dat zouden we af en toe meer moeten zijn om goodwill te kweken. Het fenomeen dat na een gezamenlijk diner iemand minder dan het gemiddelde wil betalen omdat hij of zij geen toetje heeft gehad is onbekend in Spanje.”

Tenslotte, er is ook een samenwerking tussen de Barcelonese Orde van Advocaten en de Amsterdamse Orde van Advocaten. Wat houdt dat in?

“Ik ben sinds lange tijd de gedelegeerde van de Barcelonese Orde van Advocaten in het kader van de jumelage of “twinning agreement” met de Amsterdamse Orde. Deze leidt echter momenteel een wat slapend bestaan. Het zou leuk zijn om dit nieuw leven in te blazen en activiteiten te organiseren in het kader van deze samenwerking. Ik denk dan bijvoorbeeld aan excursies, uitwisselingen en kennisoverdracht. Leuk zou bijvoorbeeld zijn als de Amsterdamse Jonge Balie een reis ondernam naar Barcelona om hier hun Spaanse collega’s en het Spaanse rechtssysteem te leren kennen. Bijvoorbeeld door bezoeken te brengen aan de Barcelonese Orde van Advocaten, de rechtbank alhier en/of de Spaanse ”Escuela Judicial” in Barcelona, waar rechters worden opgeleid die hun toelatingsexamen hebben behaald.  Ik roep dan ook eenieder op die geïnteresseerd is om hierin actief te worden om zich bij mij te komen melden.”