Eind vorig jaar verhuisde Kennedy van der Laan vanuit het Westerpark naar een nieuwe locatie vlakbij station Sloterdijk. We spreken met CEO Joost Linnemann over het nieuwe pand, waarvan het interieur werd ontworpen door het internationaal gerenommeerde bureau MVSA. ‘We wilden een bijzondere setting met een wauw-effect.’

Tekst: Maureen Hovens & Yvette Kouwenberg. Foto’s Natscha Libbert

We worden warm onthaald in de centrale hal. Joost Linnemann leidt ons naar een van de flexplekken waar we alvast de sfeer kunnen proeven voordat we worden rondgeleid. Hij steekt enthousiast van wal over de nieuwe locatie: ‘We zijn vorig jaar december overgegaan. Daar is natuurlijk een heel proces aan vooraf gegaan. De locatie had nogal wat voeten in aarde. We zitten nu natuurlijk verder weg van het gezellige Westerpark. Dat afgezet tegen de goede bereikbaarheid vanaf Sloterdijk – dat intussen overigens ook aardig in opkomst is – hebben we de stap uiteindelijk gemaakt. We wilden daarnaast een bijzondere setting met een wauw-effect. Daar hebben we eindeloos over gesproken, want het moest ook tijdloos zijn. Dat laatste was erg belangrijk. Zo hebben we een klant die een Mini Cooper als spreekruimte heeft. Dat is de eerste twee keer leuk maar daarna heb je het wel gezien. Dat wilden we voorkomen. Met die gedachte hebben we de architect de opdracht gegeven.’

Die architect is MVSA. Een internationaal gerenommeerd bureau dat vooral bekend is om buitenarchitectuur zoals de ‘Schoen’ aan de ring van Amsterdam en het Centraal Station van Rotterdam. Voor Kennedy van der Laan heeft MVSA zich echter alleen over het interieur ontfermd, aangezien het pand al bestond.

Op zoek naar een klik
Linnemann vertelt over de keuze voor MVSA: ‘We hadden om een aantal redenen weinig tijd. We hebben de architect dan ook niet geselecteerd op basis van een traditionele aanbesteding. In plaats daarvan hebben we vijf architecten ieder een basisidee laten presenteren. Los daarvan waren we op zoek naar een bepaalde klik. Het was voor ons belangrijk om met een partij binnen een bepaald tijdsbestek tot een zeker resultaat te kunnen komen. En dat is gelukt met MVSA. In april zijn we van start gegaan met het projectteam en in december zijn we verhuisd. We kijken tevreden terug op het proces.’

Linnemann stelt voor om al pratend door het pand te lopen zodat we goed een idee krijgen van de gedachte achter het design. ‘Het pand is erg open en transparant. Dat komt onder andere door het vele glaswerk. Het is zichtbaar dat er gewerkt wordt.’ We vragen of dat een van de wensen was bij de verhuizing. Linnemann beaamt dit en licht toe: ‘Het idee ten opzichte van het vorige pand is dat we meer reuring wilden. In het oude pand had iedereen zijn eigen plek en deelden we wat algemene ruimtes. We zijn een dynamisch kantoor en dat moet je dan ook kunnen merken als je hier bent. Dat lukt niet als iedereen op zijn eigen kamer zit, ook al staan de deuren open. Zelfs als iedereen er was dan merkte je daar op de vorige locatie eigenlijk te weinig van. Daar wilden we van af.’

De verhuizing blijkt daarnaast ingegeven door de manier van werken bij Kennedy van der Laan. Linnemann licht dat toe: ‘De vorige locatie sloot niet meer aan op onze werkwijze. We werken veel samen in projecten. Dan is het ideaal als je samen zit. Dat nodigt uit tot overleg, tot sparren.’

Flexplekken
We passeren een aantal flexwerkplekken en zijn benieuwd naar de ervaringen. ‘Dat gaat ontzettend goed’, laat Linnemann weten. ‘Maar dat is denk ik mede te danken aan hoe we dat hebben aangevlogen. Jaren geleden hadden we al eens onderzoek gedaan naar de gemiddelde bezettingsgraad van een werkplek. Die bleek rond de 65 procent te liggen. We konden dus met minder werkplekken uit de voeten. Toen hebben we een soort van blauwdruk gemaakt voor een indeling met flexplekken. Die blauwdruk bleek perfect te passen in het nieuwe pand. Voor de verhuizing hebben we een enquête laten uitvoeren onder de partners en medewerkers. De uitkomst was verrassend, want de partners hadden meer oren naar het flexwerken dan de medewerkers. Daar was dus nog wat weerstand weg te nemen. We hebben vervolgens per sectie een sessie gedaan over hoe er in het nieuwe pand gewerkt zou worden zodat iedereen zich daaraan zou committeren en dat is goed gelukt.’

Op teamniveau blijkt er ruimte om het flexwerken nader in te vullen. ‘Dat klopt, elke sectie heeft zijn eigen afspraken kunnen maken over het flexwerken, zoals over een clean desk policy of niet, over elke dag rouleren of per week, niet alleen van plek wisselen maar ook ervoor zorgen steeds naast een andere collega te zitten’, aldus Linnemann.
De werkplekken zijn van de laatste snufjes voorzien. Zo hebben alle plekken volledig verstelbare bureaus tot aan sta-hoogte en heeft iedere medewerker een noise cancelling headset.

Hogere circulatiegraad
Er is echter ook gelet op duurzaamheid. ‘Omdat we gingen flexwerken hadden we volledig nieuw meubilair nodig. Dat wilden we circulair. Dus zaken zijn op zo´n manier gebouwd zodat alles herbruikbaar is. Ondanks dat we allemaal nieuwe spullen hebben aangeschaft zitten we nu op een hogere circulariteitsgraad’, vertelt Linnemann.

We lopen verder en komen langs ´het Lager Huis´, een van de ruimtes waar klanten worden ontvangen. ‘Klanten komen regelmatig bij ons over de vloer. Ook de werkwijze met klanten is veranderd. Je werkt meer samen en het nieuwe pand moest daarin faciliteren. Voor klantenevenementen is er bijvoorbeeld bewust geen traditioneel auditorium ingericht, waar de spreker voorin de zaal staat te oreren. In plaats daarvan hebben we gekozen voor een ruimte die uitnodigt tot een dialoog met aan beide kanten een zitgedeelte en de spreker in het midden die als een soort moderator fungeert. Daarnaast zijn de werkplekken voor de klanten zichtbaar, terwijl die normaal gesproken in een advocatenkantoor zijn afgesloten.’

Wat tot slot opvalt zijn de vele kunstwerken aan de muur. Kennedy van der Laan beschikt over een uitgebreide eigen kunstcollectie. Daarnaast is er een expositieruimte met kunst ‘te leen’ die elke drie maanden wisselt. ‘De kunst komt in dit gebouw goed tot zijn recht. Vroeger was de kunst eigenlijk alleen zichtbaar als je in een collega zijn kamer stond. Als je nu rondkijkt zie je door het glas in een oogopslag zo vier kunstwerken. Een aantal kunstwerken is speciaal voor het nieuwe pand gekocht of zelfs gemaakt. Zo is het kunstwerk van Ad de Jong het resultaat van prijsvraag die is uitgeschreven. En bovenop het dakterras staat een beeld dat is gemaakt door Paul de Reus’, vertelt Linnemann.

We kunnen ons voorstellen dat het bijzonder prettig werken is ook al spreekt Sloterdijk misschien niet direct tot de verbeelding. Maar wat niet is kan nog komen. Onder de indruk verlaten we het mooie pand.