In deze rubriek worden advocaten die 40 jaar in het vak zitten in het zonnetje gezet. Deze keer:

 

 

1. Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?

Tijdens mijn rechtenstudie te Nijmegen werden wij door twee hoogleraren, die beiden plaatsvervangend raadsheer waren bij de hoven Arnhem en ‘s-Hertogenbosch, uitgenodigd zittingen bij te wonen, die in hun ogen interessant waren. Met name ook de gesprekken met de diverse advocaten waren voor ons studenten een stimulans.

2. Welke zaak is u het meest bijgebleven?

Het is moeilijk een specifieke zaak te noemen. De zaak, die mij echter het meest is bijgebleven en zal bijblijven, is een zaak die bijna 23 jaar heeft geduurd en in welke periode ruim 80 verschillende gerechtsprocedures zijn gevoerd bij diverse rechtbanken, hoven en de hoge Raad. In die jaren zijn vrijwel alle rechtsgebieden gepasseerd.

3. Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?

Eigenlijk hebben zich in mijn ogen twee grote veranderingen voorgedaan de afgelopen veertig jaar: de enorme groei van het aantal advocaten enerzijds en de digitalisering anderzijds.

De toename van het aantal advocaten heeft het sociale contact onderling behoorlijk onder druk gezet. Wie komt er nog in een advocatenkamer? Vroeger werd daar meestal gestart om of de toga aan te trekken of de procureur die jou moest introduceren te ontmoeten. Als advocaat- stagiaire in het arrondissement Haarlem had  ik om de paar weken de rolzitting te verzorgen voor een paar kantoren. De president van de rechtbank zat voor in de zittingszaal, waar de deurwaarder de rolzaken uitriep en de aanwezige advocaten de rolstukken poogden in te leveren. Dit gebeurde iedere dinsdagochtend, waarna om 11:30 uur de faillissementszittingen werden behandeld. De advocaten verzamelden zich dan in de niet al te grote advocatenkamer. Vaak werd het dan zo luidruchtig dat de bodes ons tot de orde moest roepen. Na afloop werd er gezamenlijk, rechters en advocaten, geluncht aan het Statenbolwerk, ieder aan hun eigen tafel. Dat waren vermakelijke ochtenden. Dat is wel verleden tijd.

De steeds verdergaande digitalisering is daarentegen een bijzonder prettige ontwikkeling. Dicteren met spraakherkenning en de toegankelijkheid van de digitaal opgeslagen stukken maakt het werken een stuk makkelijker. Het is jammer dat de inwerkingtreding van KEI wederom wordt vertraagd.

4. Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?

De overheid is niet in staat gebleken de ontwikkelingen van de afgelopen jaren bij te benen. Gevolg daarvan is dat de toegankelijkheid tot het recht aanmerkelijk is beperkt. Met name de sociale advocatuur ziet daardoor haar bestaan steeds verder uitgehold. Tot 2017 heb ik altijd pro Deo zaken aangenomen omdat ik vond dat je je als advocaat daaraan niet mocht onttrekken. De inkomsten daaruit waren van dien aard dat ik mij de afgelopen jaren vaak heb afgevraagd hoe je als louter sociaal advocaat nog een bestaan kunt opbouwen in deze tijd.

5. Wat vindt u het leukst aan uw vak? Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen?

Het leukst aan het vak is dat je en derden bijstaat om hun problemen op te lossen en daardoor zelf heel afwisselend aan het werk bent. Iedere dag iets anders en vaak kom je aan het eind van de dag tot de conclusie dat van de voor die dag geplande werkzaamheden weinig terecht is gekomen. Bij zakelijke cliënten kom je vaak op hun kantoor/bedrijf en zo krijg je een boeiende kijk in de diverse “werelden”. Kortom: een mooier beroep is niet denkbaar.

6. Er is veel te doen over de pensioenleeftijd; wat vind u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?

Mijn leeftijd kan gelden als antwoord op deze vraag. Indien de (geestelijke) gezondheid het toelaat is het triest indien je gebonden wordt aan een vaste pensioenleeftijd. Binnen de advocatuur zijn er velen die tot hoge leeftijd werkzaam blijven.

7. Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?

Als beginnend advocaat maak je lange werkdagen. Het opbouwen van een praktijk vergt tijd en aandacht. Doordat de werkzaamheden boeiend zijn is het vaak moeilijk je daar aan te onttrekken. Zelf heb ik altijd moeite gehad om een dag niet op kantoor te komen en voelde ik mij schuldig als ik dat wel deed. Zeker met een gezin met opgroeiende kinderen kan dat  schuldgevoelens oproepen, ook nadat de kinderen de deur uit zijn. Het blijkt moeilijk om daar een goede balans in te vinden.