In deze rubriek worden advocaten die 40 jaar in het vak zitten in het zonnetje gezet. Deze keer:

mr. H.G. Tienstra met tekst paint

1. Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?
Ik heb in mijn studie internationaal en Europees recht gedaan. Na mijn studie heb ik een paar jaar als stagiaire gewerkt bij de EEG, maar omdat de eerste jaren geen vacatures te verwachten waren in Brussel, zei mijn Engelse werkgeefster, die vroeger advocaat was geweest: “Harry, je moet echt eerst in de advocatuur beginnen, daar leer je veel, daarna kun je altijd terugkomen of iets anders doen, je leert goed mondeling formuleren, goed schrijven, analytisch denken, dus doe dan nou a.u.b.” Dus zij heeft mij eigenlijk aangespoord – ik kom niet uit een advocatenfamilie  – om voor de advocatuur te kiezen. Ja en toen ben ik er in blijven hangen.

2. Welke zaak is u het meest bijgebleven?
Daar hoef ik niet lang over te denken, dat was de zaak Burger/Brouwer. Een cliënt aannemer, die als amateur motorrijder in 1999 meedeed aan de Dakar-rally. De geleasde rallymotor bleek ondeugdelijk te zijn waardoor hij al vroeg in de rally uitviel. Hij leed daardoor schade waarover wij jaren hebben geprocedeerd tegen de leverancier, tot en met de Hoge Raad en inclusief terug verwijzing naar een ander Hof Er is jurisprudentie over causaliteit en toewijsbaarheid van schadeposten uit voortgevloeid met een uiteindelijk mooi resultaat. Een juridisch leuke zaak voor een koppige klant, die overtuigd was van zijn gelijk waarin ik hem ben blijven steunen ook na de aanvankelijk voor de cliënt nadelige uitspraken van de rechter. Als je bij elkaar optelt wat is uitgegeven aan kosten en wat is binnengehaald aan schadevergoeding is mijn cliënt er financieel niet veel mee opgeschoten maar hij heeft wel zijn gelijk  en de jurisprudentie gehaald.

3. Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?
Ik ben nog begonnen in de tijd van post en telex. Vervolgens komt de fax en daarna het e-mailverkeer met alle consequenties van dien. De noodzaak van snel reageren en handelen. Een belangrijke procesrechtelijke verandering vind ik de comparitie na antwoord. Ik heb nog veel geprocedeerd met dubbele conclusiewisseling, na de dagvaarding de conclusie van antwoord en vervolgens  de conclusies van repliek en dupliek. Dat betekende dat men zijn kruit droog hield tot repliek. en pas bij dupliek het standpunt van de gedaagde duidelijk werd. Als eiser moest je dan nog vaak nog pleidooi vragen. Tijdverslindend dus. Ik vind de comparitie van antwoord een geniale uitvinding.

4. Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?
De ontwikkelingen in de gefinancierde rechtsbijstand vind ik zorgelijk. De hoge eigen bijdragen die betaald moet worden en de griffierechtverhogingen. Het wordt er niet leuker op. Ik zou mijn kinderen, bij wijze van spreken, niet aanraden om de sociale advocatuur in te gaan als je nog kaas op je brood wilt hebben.

5. Wat vindt u het leukst aan uw vak?
Het leukste vind ik  toch de zitting zelf: het bepleiten van de zaak en het reageren op waar er allemaal gebeurt. Gewoon het aanvoelen van hoe de zaak loopt op dat moment, een beetje een schaakspel. Kortom het procederen vind ik wel het leuke aan het vak. Hoewel ik ook, steeds meer naarmate ik ouder word, het procederen niet meer als het grote doel zie maar als het uiterste middel om een geschil op te lossen.

6. Heeft u nog tips voor (jonge) advocaten?
Ik heb veel advocaten opgeleid en heb ze natuurlijk nog steeds tegenover mij in zaken. Zonder te willen generaliseren, vind ik dat de jongere advocaten te weinig afstand nemen van hun cliënt en te weinig confraterneel overleggen. Ik heb het idee dat dat vroeger meer gebeurde. Confraterneel zoeken naar een oplossing van het geschil en de oplossing promoten bij je cliënt. De insteek is te vaak, ik heb een partijbelang te verdedigen en daar ga ik helemaal voor. Dat betekent te veel en hevige strijd wetende dat daarna vaak geprobeerd moet worden tot elkaar te komen en dat op een moment dat (ook) de verhoudingen tussen de advocaten verstoord zijn.

7. Er is veel te doen over de pensioenleeftijd; wat vind u de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?
Ik vind dat het heel erg afhangt van de persoon zelf en wat voor leven hij of zij heeft gehad als advocaat. Advocaten bij de grote kantoren, waar toch vaak roofbouw op je gepleegd wordt, zijn denk ik eerder toe aan hun pensioen dan iemand zoals ik,  partner van een middelgroot kantoor die veel meer vrijheid heeft zijn eigen tijd te managen. Vanaf mijn 65ste ben ik steeds minder gaan werken. Ik werk nu nog 2 à 3 dagen per week. Gewoon omdat ik dat leuk vind.