De laatste dag van onze ‘verlengde vakantieperiode’ in het zomerhuisje van mijn schoonfamilie aan de Kager plassen. Dat betekent dat deze dag zoals alle werkdagen met een triatlonnetje begint, eerst zwemmen in de Kaag (paar minuten), wandelen naar auto (kwartier), auto naar Amsterdam (twintig minuten, telt niet mee) en fiets naar Paulus Potterstraat (vijftien minuten).

Terug uiteraard precies andersom, inclusief het zwemmen. Dan hebt u dat vast gehad. Het is iets qua beweging maar verder doe ik aan geen enkele sport. Mijn werkzame leven speelt zich sinds oktober 2013 grotendeels binnen het bureau van de Amsterdamse Orde aan de Paulus Potterstraat af. Bij binnenkomst loop ik meestal eerst even bij Agaath Reijnders binnen om bij te praten en de dag door te nemen. Op deze vrijdag kijken we ook alvast even naar wat ons de volgende week wacht.

Mijn kamer is op de eerste verdieping met uitzicht op de werkelijk altijd lange rij wachtenden voor het Van Gogh Museum. Deze mooie zomerdag is dat een vrolijk uitzicht; het kan ook anders zijn, bij storm en/of regen krijgt de rij de volle laag. Hoezo welkom in Amsterdam. Gelukkig is de nieuwe entree van het museum bijna klaar. Ik zal hem missen die rij en op sommige momenten ook de doedelzakspeler die het wachten voor de toeristen opvrolijkt en bij de omwonenden/werkenden ook niet onopgemerkt blijft. Hij kan helaas maar één liedje dat hem niet verveelt.

’s Morgens een bespreking, samen met stafmedewerker Jacqueline ten Hoope, met een advocaat die teleurgesteld is dat de Amsterdamse Orde er niet in slaagt hem een frequente klaagster van zijn nek te houden en zich ook nog eens met de administratie en financiën van zijn kantoor bemoeit. Wat de klaagster betreft zijn wij het snel eens. Wij hebben als Amsterdamse Orde weinig mogelijkheden wanneer de boosheid bij een klager de overhand heeft. Wij raden aan de klacht(en) niet zelf te behandelen maar die ‘als zaak’ over te dragen. De administratieve en financiële kwesties worden besproken op basis van de bevindingen van de financiële unit die ons op verzoek bijstaat in financieel gerelateerde toezichtaangelegenheden. De aangedragen oplossingen worden geaccordeerd waarbij wij de follow-up zullen volgen.

De lunch is hier om 12.30 uur precies, in de opleidingsruimte beneden. Gespreksonderwerpen in alfabetische volgorde: recepten, reizen, restaurants. De mannen zijn hier in de minderheid. Vandaag loopt de lunch uit in een uitgebreid stafoverleg dat ons verder brengt.

’s Middags meldt zich een bekende die al een aantal advocaten versleten heeft. De termijn voor beroep tegen een verloren executie kort geding verstrijkt vandaag. Hij wil toch in beroep maar zijn advocaat is met vakantie en niet bereikbaar. De zaak wordt uitvoerig toegelicht. Met die informatie raadpleeg ik mede lid van de raad Harmen Meijerink die mij glashelder uitlegt waarom hoger beroep tegen de afgewezen schorsing van executie van een ontruiming niet zinvol is, wanneer, zoals hier, ontruiming al heeft plaatsgevonden. Ik leg dat in een e-mail aan de betrokkene uit in de wetenschap dat die e-mail niet onbeantwoord zal blijven.

Mijn oudste dochter Carlotta belt. Dat doet zij nooit overdag dus ik schrik eerst. Maar de vrolijke mededeling dat zij officieel bericht van de UVA heeft dat zij is afgestudeerd is de schrik waard. Dat gaan wij vieren dit weekend.

Aan het eind van de dag sla ik nog even bij Van Doorne af voor de afscheidsborrel van Charlotte Kuijvenhooven. Zij is de laatste stagiaire waarmee ik in de praktijk intensief heb samengewerkt en zat in het bestuur van Justitia 2013. Zij stapt, als jurist, over naar de zorgsector. Wij houden zeker contact.

Wij breken op op de Kaag in de regen, na twee weken mooi weer. Thuis hebben de mollen bezit genomen van het grasveld, de bloempotten zijn omgewaaid, en een stapel post en een in box met meer dan 100 berichten wachten op aandacht. Wij weten wat ons dit weekend te doen staat. Ik drink een glas wijn met M.