Hoyng Rokh Monegier

Alleen al om de locatie is het de moeite waard om met een van de founders van Hoyng Rokh Monegier af te spreken. In de 35 verdiepingen tellende Rembrandttoren, het hoogste gebouw van Amsterdam vlak naast het Amstelstation, spreken we Willem Hoyng. Hij is naamgever en één van de oprichters van het enige Europese nichekantoor dat in intellectueel eigendomsrecht is gespecialiseerd.

Tekst: Tessa Bakker en Benjamin Bijl

Met een prachtig uitzicht over de stad in een spreekkamer op de 31ste verdieping begint Hoyng meteen enthousiast te vertellen. Net naast de afrit van de A-10 maar toch in de stad is dit volgens Hoyng een perfecte locatie voor een advocatenkantoor. De cliënten die de Amsterdamse vestiging van het kantoor bezoeken genieten van het uitzicht. Dat doet Hoyng, die zelf veelal om een uur of 05.00 begint ook, als hij de stad ziet ontwaken.

1603-founders-hoyngWillem Hoyng: ‘Op een gegeven moment moet je gewoon ophouden.’

Het advocatenkantoor bestaat sinds 2011 en heeft in 2015 de krachten gebundeld met het Duitse kantoor ROKH. Hoyng had er toen al een hele carrière opzitten. Hij is begonnen bij Blackstone, een ‘andere tijd zonder tijdschrijven en e-mail’. In 2003 nam hij na dertig jaar afscheid bij De Brauw (waarvan de eerste vijftien jaar bij Blackstone). Tijdens het gesprek noemt hij terloops dat hij overigens ook een kantoor in Los Angeles, Eindhoven en Londen (‘vijf jaar in Londen papierschuiven’, zoals Hoyng de banking-praktijk beschrijft) heeft opgezet. Eerder ook de Europese IE-tak van een groot Amerikaans advocatenkantoor. Dit deed hij overigens niet alleen. Zonder Bart van den Broek (managing partner van de Amsterdamse vestiging) was hij er nooit aan begonnen. Samen met Frank Eijsvogels, de (toen nog) stagiaire Carreen Shannon en twee secretaresses was het team in Amsterdam destijds compleet. In 2010 besloten Bart van den Broek en hij een Europees nichekantoor te beginnen. Inmiddels werken er zo’n tweehonderd mensen bij Hoyng Rokh Monegier.

Octrooigemachtigden
De belangrijkste regel is dat men alleen met ‘first class professionals’ werkt en ‘no assholes’. Kwaliteit staat voorop en moet honderd procent zijn. Door hun grote netwerk en het werken met andere IE-specialisten in de Europese tak van het Amerikaanse kantoor konden Hoyng en Van den Broek goed selecteren met welke advocaten zij in zee wilden. Onderscheidend aan het kantoor is dan ook dat het in Nederland het enige internationale IE-nichekantoor is. Hoyng heeft in Parijs, Brussel, Madrid en later ook Duitsland ‘first class’ advocaten op IE-gebied aan het kantoor weten te binden. Wat het kantoor verder bijzonder maakt is dat er octrooigemachtigden aan het advocatenkantoor zijn verbonden. Dit is uniek in Nederland.
De advocaten die bij Hoyng Rokh Monegier werken zijn vooral litigators op alle gebieden van het IE-recht en pharma regulatory. In octrooizaken wordt met octrooigemachtigden als team gewerkt. Een groot voordeel van een nichekantoor is volgens Hoyng dat je jonge mensen kan beloven dat ze geen due diligence-werk hoeven te doen. Daarnaast hoeven ze niet, zoals bij de grotere kantoren, na anderhalf verplicht te wisselen van specialisme. Hoyng ziet dit als een voordeel voor zowel de jonge advocaat als voor het kantoor.

Kleine uitvinders
Hoyng vertelt dat het kantoor niet op prijs maar op kwaliteit concurreert. ‘Bij ons moet je gewoon de voor ons soort werk marktconforme tarieven betalen’. Veel grote farmaceuten en multinationals melden zich bij het kantoor. De belangen zijn vaak heel groot, het kan gaan om zaken met een belang van honderden miljoenen euro’s. ‘Het maakt dan niet zozeer uit wat ze moeten betalen, het gaat erom dat we de zaak winnen.’ Het kantoor helpt ook mensen die geen geld hebben zoals kleine uitvinders of cliënten die ‘mishandeld’ zijn door andere advocaten, zoals Hoyng dat noemt. Een soort pro deo-werk voor cliënten die bij een andere advocaat niet het juiste advies hebben gekregen. Hoyng gelooft niet in adverteren. ‘Dit is misschien wat ouderwets, maar je moet het niet hebben van in de krant staan en een grote mond hebben denk ik. Je moet heel goed werk leveren, dan komen cliënten naar je toe.’ En niet alleen cliënten; ook andere (IE-)partners van De Brauw hebben zich uiteindelijk bij het kantoor aangesloten. Deze nieuwe partners namen op hun beurt weer hun reputatie in de IE-wereld mee en zo kon het kantoor groeien.

Op de vraag of Hoyng het ‘full service’-aspect van een groot kantoor mist is hij duidelijk. Bij de grote(re) kantoren is een IE-praktijk vaak ondergeschikt aan de M&A praktijk, terwijl het IE-recht volgens Hoyng bij uitstek een vakgebied is dat prima op zichzelf kan staan. Als niche-kantoor kan Hoyng Rokh Monegier zich puur focussen op het IE-recht. De benodigde aangrenzende specialismen zijn ook in huis, zoals het mededingingsrecht. Nu de belangen vaak heel groot zijn – ‘kostenveroordelingen van een half miljoen zijn niets’ – is het prettig dat het kantoor zich volledig op de IE-praktijk kan richten.

Platte organisatie
Op de vraag of de Amsterdamse vestiging, de eerste vestiging van het kantoor en de vaste werkplek van Hoyng, het ‘moederkantoor’ is, reageert Hoyng ontkennend. ‘Alle vestigingen in Europa zijn gelijk, we hebben een heel platte organisatie.’ Het kantoor is heel ‘lean and mean’, zoals Hoyng het noemt. Zo bestaat de marketingafdeling uit twee mensen en de administratieafdeling voor het gehele kantoor uit slechts drie fulltimers. Het kantoor wordt bestuurd door een ‘executive committee’, dat bestaat uit de managing partners van alle Europese vestigingen. Iedere dinsdag om 18.00 uur bellen zij met elkaar, dit duurt meestal nog geen kwartier. Daarnaast doet iedereen binnen het kantoor iets extra’s. Zo is een advocaat verantwoordelijk voor de bibliotheek en een ander voor de student-stagiaires. De partners zitten in allerlei ‘committees’, zoals de ‘new matters committee’ of een ‘marketing committee’. Zij doen dit naast hun normale werk. Hierdoor is het niet nodig om voor dit soort taken (extra) werknemers aan te nemen. Door deze manier van werken ligt het kostenpercentage anders (lager) dan bij de andere (grote) kantoren.

Het gaat goed met het kantoor, het behoort tot de absolute top van de markt. Wat betreft de toekomst van het kantoor zal er als het aan Hoyng ligt weinig veranderen. Het kantoor ligt goed op koers. Uitbreiding naar andere landen in Europa is op dit moment niet per se nodig.

Het is de bedoeling dat Hoyng eind volgend jaar stopt. Het valt te betwijfelen of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren. Hoyng heeft zijn vrouw eerder beloofd om minder te gaan werken. Officieel werkt hij al enige tijd zestig procent, maar in de praktijk komt hier weinig van terecht. Toch denkt hij wel na over wat hij wil gaan doen na zijn carrière in de advocatuur: ‘Wellicht wat schrijven’. Aankomend jaar geeft hij nog college op de Universiteit van Tilburg, waar hij sinds 1988 hoogleraar IE-recht is. Wie weet volgt ook daar volgend jaar het afscheidscollege. ‘Op een gegeven moment moet je namelijk gewoon ophouden’.