Loes Vrij verruilde toga voor tas

Nadat Loes Vrij haar toga definitief aan de wilgen had gehangen belde de styliste van superster Selena Gomez met het verzoek om een selectie van een aantal tassen op te sturen. Nu paraderen BN’ers over de rode loper met een door haar ontworpen ‘Glorious Gun’-tas onder hun arm. Het antwoord op de vraag in de titel van deze nieuwe rubriek lijkt daarmee gegeven. We leren van Loes dat ze de advocatuur leuk vond, maar haar passie bij het ontwerpen ligt.

Tekst: Nick van den Hoek en Lara Smeets

Waarom besloot je de overstap te maken?
‘In 2010 heb ik mij ingeschreven voor een aantal modevakken aan de Academie Vogue in Amsterdam. Hoewel ik daar tussen de 20-jarige meisjes zat, vond ik het heel leuk. De liefde voor de mode is iets dat al lang speelt. Ik heb vroeger getwijfeld om naar de kunstacademie te gaan. Ik ben altijd creatief geweest. Toch ben ik rechten gaan studeren. Mijn vader was rechter en vertelde thuis over zijn werk. De advocatuur heeft daarom altijd wel een bepaalde aantrekkingskracht op mij gehad en ik had toen ook niet echt een beeld bij creatieve beroepen. Dat beeld was er eigenlijk ook nog niet helemaal toen ik overstapte. De switch naar het ontwerpen is ook geleidelijk gegaan. In het begin werkte ik nog gewoon als (parttime) advocaat, want geld verdienen deed ik nog niet met de tassen. Ik gebruikte mijn kantoor als opslagruimte en had cliëntbesprekingen tussen de tassen. De tassen stonden ook in de vensterbank bij wijze van etalage. Erg leuk was toen twee Chinese meisjes helemaal ondersteboven waren van een “pink bag” die ik daar had liggen. Toen ik ze binnenliet waren ze hysterisch dat ik de designer was’.

Je vertelde dat je altijd creatief bent geweest. Waar begin je als je een tas wil maken?
‘Ik had ook geen idee! Ik ben thuis aan de slag gegaan met leer en andere materialen vormen gemaakt en dingen uitgeprobeerd. Uiteindelijk kwam hier het grove ontwerp van de voorloper van de “Glorious Gun” uit. Met enige moeite vond ik een tassenmaker in het zuiden van het land – die vind je niet meer zo makkelijk in Nederland – die een prototype heeft gemaakt. Ik ben vervolgens onbevangen naar Parijs vertrokken en ben daar met mijn ontwerp onder de arm een heel hippe winkel binnengestapt. De creatieve man daar vond het een geweldig idee. Hij nodigde mij uit voor Tranoi, dé modebeurs van Parijs, en stimuleerde me verder te gaan met de ontwikkeling. Dat was een super eerste reactie, maar ook het sein voor werk aan de winkel’.

Wie maakt de tas uiteindelijk?
‘Ik heb ervoor gekozen mijn tassen in Italië te laten maken. Ik spreek goed Italiaans, een overblijfsel van mijn Italiaanse advocatenpraktijk die heb ik ontwikkeld op het eerste kantoor waar ik werkte, Van der Steenhoven Advocaten. Maar goed, hoe kom je aan de juiste materialen en waar begin je? Ik ben in 2012 op tour door Italië gegaan en ben met veel tassenmakers gaan praten. De tweede tassenmaker die ik sprak was enthousiast over het ontwerp en ging gelijk aan de slag. Samen hebben we een prototype gemaakt en al vrij snel kwamen we op het eindresultaat uit. Ik liet er honderd maken omdat ik naar de beurs zou gaan en voorraad nodig had’.

‘Ik ben altijd creatief geweest.
Toch ben ik rechten gaan studeren’

Een vliegende start dus?
‘Nou, best wel. De eerste winkel in Bologna waar ik met het eindresultaat binnenliep was direct enthousiast en kocht de tassen in. Zij stuurde me direct door naar een belangrijke winkel in Milaan die de tassen ook direct inkocht. Een half jaar na mijn eerste start met het maken van een tas stond ik met een stand, spiegel en honderd tassen op de modebeurs daar en was de lancering van mijn merk een feit. Na afloop van de modebeurs – waar ik had verkocht aan inkopers uit China, Italië, Canada en meer – zat ik met collega’s in een restaurant en spotte iemand uit mijn gezelschap modeblogger Chiara Ferragni. Mijn collega is met mijn tas op haar afgestormd en heeft die aan haar gegeven. Een dag later publiceerde ze een serie foto’s op haar blog met mijn tas! Mijn mailbox stroomde vervolgens over met geïnteresseerde reacties uit de hele wereld. Dat was wel een gekke ervaring’.

Wat gebeurt er dan?
‘Goeie vraag. Ik dacht nu gaan we het helemaal maken, want alles gaat zo soepel, maar zo werkt het natuurlijk niet. Het is hard werken en best moeilijk. In modeland ben je zo goed als je laatste collectie. In de hectiek van mijn eerste collectie moest ik dus gaan ontwerpen voor de volgende collectie. Nu werk ik aan zeven modellen met steeds andere variaties. De inkopers willen graag twee collecties per jaar. Het ontwerpen doe ik hier in de winkel, thuis en ik ga twee keer per jaar naar Florence. Ik blok dan dagen in mijn agenda om me daar volledig op te kunnen storten, want op gewone dagen ben ik veel tijd kwijt aan zaken buiten het creatieve proces. Daarna ga ik met Barbara, mijn vaste kracht in Italië, samen langs de fabrieken om inkopen te doen en zaken te bespreken en om te zitten met de tassenmakers om problemen te bespreken en nieuwe prototypes te maken. Daarna duurt de productie nog een maand of drie. Mijn tassen worden gemaakt in dezelfde fabriek als waar Chanel haar tassen maakt. Dat vind ik natuurlijk fantastisch. In september (of maart) worden de ontwerpen dan verkocht via de beurs of tijdens een sales-tour die ik in die periode maak in de landen om ons heen’.

Het klinkt allemaal heel goed! Mis je de advocatuur wel eens?
‘Soms mis ik het wereldje en de collegialiteit wel, maar de inhoudelijke kant niet zozeer. Mijn kennis van het recht komt overigens wel nog vaak goed van pas, bijvoorbeeld bij agentuurovereenkomsten, exportcertificaten en inhuren van personeel. Daarnaast is mijn ontwerp een keer gekopieerd. Ik werd in 2014 gebeld dat de Zara mijn ontwerp Glorious Gun had gekopieerd. Toen ging mijn advocatenbloed wel even sneller stromen. Zara ontkende het namaken natuurlijk, maar ik ben de strijd aangegaan en ik heb de zaak gelukkig gewonnen’.

Hoewel een namaken van je ontwerp natuurlijk heel naar en verboden is, is het eigenlijk ook een compliment. Het geeft de populariteit van je ontwerp aan. Heb jij een signature-element in je ontwerpen?
‘Ik maak alles van leer, ook de binnenkant. Daarnaast zorg ik ervoor dat er altijd iets extra’s in de binnenkant zit – dat varieert van een spiegeltje tot een lippenstifthouder – en dat de gebruikers functionaliteit een beetje anders dan anders is, zoals een omgekeerde portemonnee aan de onderkant van een tas. Tot nu toe heb ik kleinere tassen en portemonnees ontworpen, dat vind ik het leukste om te doen’.Komt er ook nog eens een werk-tas, voor de Amsterdamse advocate bijvoorbeeld?
‘Wie weet, het is wel een uitdaging, maar ik vind het dan moeilijker om er een bijzonder item van te maken omdat er zo’n groot oppervlak is en bovendien worden de tassen dan al heel snel heel duur en dat maakt de verkoop moeilijker’.

We zien hier in de winkel een aantal champagneflessen staan. Wanneer trekken jullie hier zo’n fles open?
‘Uiteraard worden de hoogtepunten gevierd. Op de beurs in Parijs met m’n eerste tas staan was wel het ultieme hoogtepunt, net zoals het benaderd worden door de styliste van Selena Gomez. Dat waren de pieken in het begin, maar ik geniet ook heel erg van de expositie in het Tassenmuseum, de pop-up store in de Bijenkorf en de opening van mijn eigen winkel in de Nieuwe Spiegelstraat. Ik heb nu niet meer alleen contact met inkopers, maar juist ook met klanten. Dat vind ik leuk en leerzaam’. Het ABB kan dit laatste overigens beamen, want tijdens ons gesprek werden er drie tassen verkocht, waarvan er een naar Barcelona en een naar Australië moest worden verstuurd! Loes werd steeds weggeroepen omdat de kopers de designer uiteraard graag een handje wilden geven.

Hoe zie je de toekomst?
‘Ik zou graag zo doorgaan, steeds een stapje verder en ik voel dat het gaat lukken, haha. Maar zonder gekheid, ik vind dit heel leuk, maar de ondernemende kant is best zwaar. Ik heb gelukkig een werkende man, waardoor ik me deze ontwikkeling kan permitteren, want ik kan nu nog niet rondkomen van dit bedrijf. Ik wil hier graag aan werken en ben nu ook in gesprek met een investeerder. Dan kan ik een stap maken’.

Waar ligt je ambitie?
‘Meer eigen winkels. Ook zou ik graag samenwerken met andere merken. Diesel heeft een premium lijn, Black Gold, en daar zou ik graag mee samenwerken bijvoorbeeld. Die hebben me een tijd geleden benaderd om iets voor hen te doen. Ik heb vorig jaar ook samengewerkt met het Helmondse stoffenmerk Vlisco, dat veel gedragen wordt in Afrikaanse landen. Die tassen zijn ook onderdeel van de expositie in Tassenmuseum Hendrikje. Daarnaast zou ik nog wel graag iets ontwerpen voor een bijzonder persoon of bijzondere gebeurtenis. Dat zijn toch wel de leuke dingen’.