Strafrechtadvocaat Michiel Pestman
contra de erosie van de rechtsstaat

Strafrechtadvocaat Michiel Pestman deed als stagiair onderzoek naar de betrokkenheid van Servië en Montenegro bij de oorlog in Bosnië, voerde de verdediging bij het Cambodja-tribunaal en het Sierre Leone-tribunaal, deed recent een aantal terrorismezaken en werd opgepakt tijdens een demonstratie tegen Zwarte Piet. Alle reden voor een interview met de naar Los Angeles vertrokken strafpleiter. ‘In Nederlandse strafzaken, en zeker in terrorismezaken, wordt niet met gelijke wapens gestreden.’

Tekst: Quirine van Voorst en Benjamin Bijl

We spraken deze keer op een atypische manier met een atypische advocaat. Strafrechtadvocaat Michiel Pestman van kantoor Prakken d’Oliveira woont tegenwoordig in Los Angeles en de kas van het ABB laat een live interview niet toe. Dus interviewen wij hem telefonisch. Hoewel Pestman vooraf aangaf dat hij niet zoveel te melden had, blijkt al gauw het tegendeel.

Defending Brother Nr. 2
Voordat wij Pestman spreken, is ons aangeraden de documentaire Defending Brother Nr. 2 te bekijken. Deze gaat over de verdediging van de nummer twee van de Rode Khmer, het schrikbewind van Pol Pot, die ook wel ‘Brother nr. 1’ werd genoemd. Die nummer twee heet Nuon Chea en deze werd in 2007 opgepakt en aangeklaagd door het speciaal daarvoor opgerichte Cambodja-tribunaal. Zijn verdediging werd gevoerd door Pestman en (later) zijn kantoorgenoot Victor Koppe. De documentaire geeft een interessante inkijk in de processtrategie en de manier waarop de twee advocaten hun tijd doorbrengen in Cambodja en omgaan met hun rol als verdediger van een man die de boeken zal ingaan als een van de grootste (oorlog)misdadigers uit de Cambodjaanse geschiedenis. De documentaire biedt ook inzicht in het karakter van Pestman. Hij staat voor zijn cliënt en laat zich niet makkelijk sturen. Zeker als hij meent dat regels van een eerlijk proces in de wind worden geslagen. Dat uit zich al vroeg in de procedure. De voorzitter van het tribunaal wil dat Pestman op het openingsstatement van de aanklager ingaat, terwijl Pestman de inhoud daarvan nog niet met Nuon Chea heeft kunnen bespreken. Pestman weigert en krijgt een en ander over zich heen van de voorzitter. Toch houdt hij voet bij stuk en de voorzitter besluit dan dat Pestman zijn beurt voorbij is. Als Pestman na de zitting door een journalist wordt bevraagd of hij wel de juiste keuze heeft gemaakt, spreekt zijn gezicht boekdelen. Er is namelijk geen andere optie: Pestman werkt niet mee aan een oneerlijk proces.

Pakketje schroot met dun laagje chroom
We vragen Pestman wat meer te vertellen over die tijd. Vanaf 2007 behandelde hij de zaak en in 2010 verhuisde hij, met zijn gezin, naar Phnom Penh. Pestman kijkt er op terug als een heel leuke ervaring die (a) hem – via een cliënt – een zeer interessante ontmoeting met een stuk geschiedenis heeft gebracht en (b) het uiterste heeft gevergd van zijn creativiteit als advocaat. De discussie vond in die zaak namelijk voornamelijk plaats buiten de rechtszaal en het was leuk om aan die discussie deel te nemen, en zo niet alleen de discussie te beïnvloeden maar ook de gang in de rechtszaal, aldus Pestman. Maar de zaak veroorzaakte ook frustratie en teleurstelling. De corruptie en politieke beïnvloeding in Cambodja bleken veel institutioneler dan in andere landen waar hij eerder mee te maken had gehad. Het duurde even voordat Pestman doorhad wat het betekende dat de meerderheid van de rechters in deze zaak Cambodjaans waren; en de internationale rechters hadden geaccepteerd dat de lat voor een eerlijk proces heel laag lag. ‘Dan is niks beter dan iets wat niet deugt’, legt Pestman uit. ‘Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat het geen eerlijk proces was, maar dat kwam niet aan. De regering bepaalde uiteindelijk wat er gebeurde, niet het tribunaal. Het was een pakketje schroot met een dun laagje chroom.’

‘We moeten meer naar
het common law-systeem’

Om die reden besloot Pestman zich vroegtijdig terug te trekken uit het tribunaal. Die beslissing ging niet over één nacht ijs, nu hij zijn cliënt niet alleen aan de goden wilde overleveren. Dat zijn toenmalige kantoorgenoot Victor Koppe nog wel heil zag in het proces en wilde overkomen, maakte die beslissing gemakkelijker. ‘We denken er inmiddels overigens hetzelfde over’, zegt Pestman. Hij vervolgt: ‘Dit experiment moet niet worden herhaald, daar is iedereen het wel over eens. We kunnen geen genoegen nemen met minder omdat het een moeilijk land betreft en kunnen geen compromissen sluiten waar het gaat om mensenrechten. We hebben niet voor niets internationale minimumnormen. Het is onomstreden dat Nuon Chea onderdeel was van de Khmer Rouge, maar dat wil niet zeggen dat hij geen eerlijk proces moest krijgen.’

Michel Pestman en zijn confrère.

Moreel kompas
We vragen Pestman of een zaak als deze zijn visie op wat goed en slecht is nog heeft beïnvloed. Hij antwoordt dat een dergelijke visie niet relevant is voor een advocaat, maar dat dat wel de eerste keer was dat hij merkte dat zijn morele kompas niet dat van de rechters was. En dat is ingewikkeld. Pestman heeft in die tijd een paar keer overleg gevoerd met de Amsterdamse Deken omdat de zogenoemde Trial Chamber een klacht had ingediend over Pestman’s gedrag in de rechtbank en daarbuiten. Het citeren uit songteksten werd bijvoorbeeld niet gepruimd. Verder trok Pestman zich niets aan van sommaties van het tribunaal om lijsten van te horen getuigen en allerlei andere stukken (ten onrechte) geheim te houden. Het Nederlands tuchtrecht heeft Pestman destijds beschermd, in die zin dat hij als Nederlandse advocaat uiteindelijk vooral aan het Nederlands tuchtrecht was onderworpen. Dat tuchtrecht is er immers ook om advocaten die zich aan de regels houden, tegen oneigenlijke aanvallen te beschermen. De klacht uit 2011 hangt waarschijnlijk in het rariteitenkabinet, er is in elk geval nog steeds geen uitspraak gedaan.

Advocaat uit armoede
Om een beter beeld te krijgen bij hoe Pestman in een dergelijke zaak gerold is, gaan we terug naar het begin. Na de saaie rechtenstudie in Leiden – een onpersoonlijke leerfabriek, aldus Pestman – besluit hij nooit meer iets met rechten te maken te willen hebben. Tot zo ver geen uniek verhaal. Kort nadat hij vervolgens naar Amsterdam verhuist, wordt Pestman opgeroepen voor de militaire dienstplicht. Hij weigert echter en werkt een tijd bij theater De Balie. Omdat hij niet goed weet wat hij wil, vertrekt hij vervolgens naar Londen om een master politieke wetenschappen te doen. Dit alles in de hoop om ooit nog eens journalist te worden. Als dat niet lukt, of in ieder geval niet houdbaar blijkt te zijn, wordt hij in 1994 ‘uit armoede’ toch maar advocaat. Via de kleinste internationale organisatie die er bestaat, de Conférence de la Haye de droit international privé – ook wel de Haagse conferentie voor internationaal privaatrecht – komt hij terecht bij Prakken d’Oliveira, het enige kantoor waarvoor hij wilde werken en nog steeds werkt. Dit kantoor is begonnen als het advocatencollektief Nieuwezijds en is groot gemaakt door onder meer Ulli d’Oliveira, Ties Prakken en Phon van der Biesen. Het kwam voort uit het golfje advocatencollectieven dat eind jaren zeventig, begin jaren tachtig opkwam. Het huidige kantoor is daar dus een kindje van. Het was een vooruitstrevend en bevlogen kantoor; en er zaten geen advocaten van het soort dat Pestman vreselijk vond (de Zuidas-advocaat toen er nog geen Zuidas was). Pestman: ‘Veel leuke zaken, maatschappelijk betrokken en jezelf inzetten voor de minder bedeelde mens. Helaas een trend die je tegenwoordig nog weinig ziet’.

‘Het is een combinatie van
ijdelheid en nieuwsgierigheid’

Pestman begon als onbetaalde student-stagiaire met een jongensdroom van een opdracht. De Bosnische regering had begin jaren negentig een zaak aangespannen tegen Servië en Montenegro bij het internationaal gerechtshof vanwege schending van het genocideverdrag; en hier moest feitenonderzoek naar gedaan worden. Hoe is dit gelopen? Zoals veel leuke dingen, puur toeval. Pestman sprak redelijk Engels en werd als manusje van alles ingezet op de zaak. Hij moest als jongste bediende ook veel werken in en vanuit Sarajevo. ‘Het was heel spannend, er gingen geen reguliere vluchten naartoe en het was landen tussen de kraters’. De oorlog was nog niet voorbij, vertelt Pestman. Op het ministerie van veiligheid aldaar moest hij documenten inzien die waren gevonden op het slagveld. Samen met een tolk werden die gedocumenteerd. De eerste vijf jaar van zijn carrière heeft Pestman aan deze zaak gewerkt. Pestman over die tijd: ‘Ik deed onderzoek in primaire bronnen. Dat doe je als strafadvocaat zelden. Wat toen bleek, is dat het conflict in Bosnië en de massamoord op de moslims en Kroaten niet een spontane uitbarsting was, maar een zorgvuldig vanuit Belgrado voorbereide coup. Uiteindelijk zijn Servië en Montenegro door het internationaal gerechtshof veroordeeld voor medeplichtigheid aan genocide, een unicum in het internationaal recht.’

Compos mentis?
Tegelijkertijd was hij voor de (destijds) minimale opleidingsverplichtingen in Nederland en deed hij een aantal zaken ernaast op het gebied van strafrecht, en zelfs familierecht. Met een zelf geschreven stageverklaring rondde hij zijn advocatenstage af. In het eindgesprek met de Orde werd hem gevraagd of hij wel compos mentis was, maar met een andere reden dan het verhaal zou doen vermoeden. Hij had al die tijd voor het minimumloon gewerkt.

Sierra Leone
Internationale strafzaken waren in eerste instantie geen onderdeel van het pakket van zijn kantoor. Toen Pestman in 2003 gevraagd werd om een zaak bij het Speciaal Hof voor Sierra Leone te doen, was de eerste reactie dan ook: ‘Wie staat de fietsendieven dan nog bij?’ Een volstrekt terechte vraag wat Pestman betreft, maar uiteindelijk is besloten om hier toch voor te gaan. Onze vraag is dan: Hoe komt zo een zaak bij jou terecht? Hij antwoordt: ‘Omdat ik mensen kende. Na de “Joegoslavië-zaak” kende ik mensen bij het Joegoslavië-tribunaal (hoewel die zaak niet daar speelde). Daar heb ik ook mijn vrouw ontmoet, die daar werkte. Verder had en heeft het kantoor nauwe banden met Doughty Street Chambers, het kantoor van onder meer Amal Clooney. Ik denk ook dat ze op zoek waren naar mensen met een wat andere kijk op het recht, een niet-common law visie. Tot slot heb ik niet de illusie dat ik de eerste ben die gevraagd is, ik denk dat niemand anders er naartoe wilde!’

Spookstad
Pestman vervolgt: ‘Door het zogeheten Defence Office kreeg ik een verdachte toegewezen die werd verdacht van misdrijven tijdens de burgeroorlog tussen 1991 en 2002. Sierra Leone was in de jaren tachtig en negentig op bescheiden schaal nog een toeristische trekpleister vanwege de prachtige stranden, maar na de burgeroorlog was de hoofdstad Freetown een spookstad met bij wijze van spreken twee restaurants. Ik ben er tot 2007 actief geweest maar heb er niet permanent gezeten. De verdachte heeft zes jaar gekregen, wat voor hem – Moinina Fofana, zelfverklaard director of war – een gunstige uitkomst was. In hoger beroep is die straf overigens exponentieel verhoogd, maar daar was ik niet bij betrokken. Ik heb geen spijt van deze tijd, het was de eerste strafzaak waarbij ik zelf onderzoek kon doen. Daar was geld voor.’
Voor ons is het moeilijk voor te stellen dat je getuigen moet vinden en spreken die overal en nergens wonen. Dat ging destijds met een helikopter van de VN om de binnenlanden in te gaan of met een bootje om de moerassen te trotseren, vertelt Pestman. Ook is hij met leden van zijn team naar alle buurlanden geweest, bijvoorbeeld Liberia; en naar Nigeria en Ethiopië. Pestman wijst erop dat dit allemaal mogelijk was omdat het tribunaal was geschoeid op Engelse leest, waar zulk onderzoek vanzelfsprekend is. Daarnaast functioneerde het Sierra Leone-tribunaal omdat – ook in tegenstelling tot het Cambodja-tribunaal – de meerderheid van de rechters internationale rechters waren en de regering een (soort van) democratie was. Corruptie was er zeker ook, onrecht veel minder.

‘In Somalië sliepen we met een
helm en bomvest onder het bed’

Zelfstandig onderzoek
De noodzaak van zelfstandig onderzoek door de verdediging is een onderwerp dat een aantal keer terugkeert tijdens het gesprek. Pestman ziet het gebrek hieraan als een tekortkoming van het Nederlandse systeem. ‘Er is voor de verdediging in Nederland niet zo veel meer te doen als een dossier wordt aangeleverd. We moeten meer naar het common law-systeem, waar de waarheid ergens in het midden ligt en niet in het dossier dat door de politie is samengesteld. De verdediging moet eigen onderzoek kunnen doen om alternatieve scenario’s te kunnen presenteren en bepleiten. In een common law-systeem wordt de verdediging geacht zelfstandig onderzoek te doen en worden alle getuigen op zitting gehoord. Dit is, in ieder geval in potentie, een veel eerlijker systeem’, aldus Pestman.

Frustratie
Door zijn internationale ervaringen is Pestmans’s frustratie in strafzaken die hij in Nederland deed en doet, gegroeid. Hij licht dit toe: ‘Eind jaren negentig begon de Nederlandse staat mensen in Nederland te vervolgen op basis van universele jurisdictie. Ik heb een aantal zaken gedaan van mensen die in andere landen verdacht werden van oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid. Mensen uit Afghanistan, Rwanda, Somalië, die soms toevallig in Nederland waren en asiel aanvroegen. Ik heb geprobeerd om die zaken te doen op de “internationale manier”, maar het was moeilijk om rechters ervan te overtuigen dat er geld nodig was voor de verdediging om eigen onderzoek te doen. In Den Haag en Rotterdam is het een aantal keren gelukt om de rechters zo ver te krijgen om een potje ter beschikking te stellen voor het zoeken naar getuigen aldaar. De Nederlandse politie vindt daar namelijk niks. Deze onderzoeken hebben ook daadwerkelijk tot nieuwe inzichten geleid. Ik ben een keer met mijn collega Göran Sluiter voor een “piratenzaak” naar Somalië geweest om daar onder anderen een getuige te vinden van wie iedereen zei dat hij dood was. Je moet je voorstellen dat de getuigen allemaal uit een dorpje aan de kust kwamen en, omdat het te gevaarlijk was voor ons om daar naartoe te gaan, zij naar Mogadishu moesten komen. Dat zijn logistieke uitdagingen van een hele andere orde. De getuigen werden dan op een later moment nog gebeld door de rechter-commissaris in Nederland. Deze trip heeft wel degelijk nieuw licht op de zaak geworpen, dat anders nooit geworpen was.’
‘Achteraf realiseerden wij ons dat dat tripje ook een risico vormde voor de rechters die het avontuur hadden gesubsidieerd, nu het maar de vraag was of dat avontuur goed zou aflopen’, licht Pestman toe. Somalië is namelijk een failed state (zelfs minister Blok had dat mogen zeggen) waar war lords het voor het zeggen hebben. Pestman: ‘We moesten onze eigen beveiliging regelen, waarbij het van cruciaal belang is om je goed te laten informeren over naar wie die beveiliging zou luisteren. We sliepen met een helm en bomvest onder het bed en zaten regelmatig vlakbij de safe room: een soort kalasjnikov-museum, maar dan in een grote kluis die van binnenuit hermetisch kon worden afgesloten in het geval van een aanval op de compound.’
Na al deze spannende verhalen vragen we Pestman: ‘What’s in it for you?’ Hij antwoordt: ‘Het is een combinatie van ijdelheid en nieuwsgierigheid. Advocaten, en zeker strafrechtadvocaten, die zeggen dat ze het werk doen omdat ze het zo belangrijk vinden dat hun cliënten een eerlijk proces krijgen, zou ik wantrouwen.’ Wij laten Pestman met een knipoog weten het interview te zullen vervolgen met een gezonde dosis wantrouwen.

Beklag over rechtsstaat
Pestman heeft in de afgelopen jaren meermaals zijn beklag gedaan, zowel in de media als in de rechtszaal, over de staat van de Nederlandse rechtsstaat. Dit onder meer over het afluisteren van advocaten door de AIVD en de MIVD, de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en de feitelijke omkering van bewijslast in zaken van teruggekeerde jihadisten. Wij vragen hem dan ook hoe hij vindt dat we er in Nederland aan toe zijn. ‘De manier waarop de terrorismezaken die ik gedaan heb, behandeld zijn en het gemak waarmee er veroordeeld is, hebben mijn beslissing om naar Amerika te gaan wel vergemakkelijkt. Het is wat mij betreft onbegrijpelijk dat Laura H. is veroordeeld. Dat zij in Syrië geweest is, wil niet zeggen dat zij het oogmerk had om daar terroristische misdrijven voor te bereiden of daarbij te helpen. Dat wordt veel te gemakkelijk aangenomen. Ik hoop dat de rechters uit Rotterdam die haar hebben veroordeeld het boek lezen dat over Laura is verschenen. Er staat een enorme druk op rechters vanuit de politiek en de maatschappij om tot veroordeling over te gaan. Je zou kunnen zeggen dat afreizen op zichzelf al strafbaar is, al voordat het strafbaar is gesteld. Er valt hier dan ook weinig eer meer aan te behalen voor strafrechtadvocaten. De veroordelingen bij verstek in dit soort zaken zijn al helemaal idioot. Doet het er dan echt niet meer toe wat een verdachte te zeggen heeft?’

‘Doet het er dan echt niet meer toe
wat een verdachte te zeggen heeft?’

Advocatenstaking
Het interview vindt plaats op 16 januari 2019, de dag van de advocatenstaking. Pestman ondersteunt die staking van harte. Pestman: ‘De inhoud van de brief van Sander Janssen van Cleerdin & Hamer aan de Raad voor Rechtsbijstand onderschrijf ik. Het is lastig te verkroppen dat het uiteindelijk altijd de advocaat is die aan het einde van het etentje met de rekening wordt opgescheept. Er wordt misbruik gemaakt van het feit dat advocaten, ook als de staat de geldkraan dichtdraait, hun cliënten niet in de steek mogen of willen laten. Advocaten zijn heel plichtsgetrouw, is mijn ervaring, financiële belangen van de advocaat ruimen in de regel altijd het veld voor het belang van de cliënt. Er zijn weliswaar minder zaken dan vroeger, maar de zaken zijn oneindig veel ingewikkelder dan vroeger. Enerzijds ben ik voor het eisen van meer specialisatie, omgekeerd merk ik dat ik nu word afgerekend op ervaring. Ik zou een zaak volgens de Raad voor Rechtsbijstand om die reden in minder tijd moeten kunnen doen. Ik heb vele discussies met de Raad voor Rechtsbijstand gevoerd. Ik heb bijvoorbeeld aangegeven die terroristenzaken eigenlijk niet te kunnen doen voor het forfaitaire bedrag, maar dat leidde nergens toe. De budgetten voor het Openbaar Ministerie zijn overigens nog steeds veel groter dan die van de Raad voor Rechtsbijstand voor de advocaten; dat klopt niet. In Nederlandse strafzaken, en zeker in terrorismezaken, wordt niet met gelijke wapens gestreden.’

Naïef
Tot slot, de Zwarte Pieten-discussie. Deze staat Pestman na aan het hart. Uiteindelijk zijn het, wat Pestman betreft, witte mensen die een beetje domme zwarte mensen nadoen en is het naïef om te denken dat dat niet racistisch is. ‘Ik begrijp dat niet iedere aanhanger van zwarte piet de intentie heeft te discrimineren, maar diezelfde aanhanger mag niet de ogen sluiten voor het effect dat die zwarte pieten op zwarte Nederlanders heeft. Sinterklaas is niet voor iedereen in Nederland een feest. In Amerika is dit eigenlijk vanzelfsprekend. Black face is hier eenvoudigweg onacceptabel. Hier hoef je niet met roetvegen aan te komen.’ Dat hij werd opgepakt tijdens een demonstratie tegen zwarte piet, vindt hij nog steeds bizar. Uiteindelijk is hem wel aangegeven dat hij ten onrechte is aangehouden en is hem een schadevergoeding aangeboden; maar hij wacht nog altijd op een excuus.

California Dreaming
Pestman en zijn gezin zijn voor de verdediging van Nuon Chea verhuisd naar Cambodja. Nu naar Los Angeles is hij degene die is meeverhuisd. Pestman zijn vrouw Kate Mackintosh heeft afgelopen zomer een baan gekregen bij de universiteit van Californië in Los Angeles. Zij is directeur geworden van het Promise Institute for Human Rights en heeft een – in Pestmans ogen – astronomisch bedrag gekregen om dit verder uit te bouwen. Deze klus duurt in ieder geval twee jaar en was te leuk om te laten schieten. Op de vraag of Pestman mag meedenken over waar de twintig miljoen dollar naar toegaan, antwoordt hij lachend: ‘Ik denk zeker mee, maar of ze naar me luistert? Laten we het houden op klankborden.’

Adviserende rol
Pestman zegt er geen probleem mee te hebben voor huisman te spelen in de tussentijd. Hij werkt ondertussen ook gewoon door voor Prakken D’Oliveira, al is het op een lager pitje. Hij wist vooraf dat het een meer adviserende rol zou gaan worden nu hij cliënten moeilijk kan bezoeken, maar het valt hem tegen hoe zeer zijn werk toch aan Nederland gebonden is. Wat dat betreft had hij liever in New York gezeten. Pestman heeft het overigens prima naar zijn zin in Los Angeles. ‘Niet alleen ligt het dichter bij Azië waar ook altijd van alles gebeurt, het is een interessante tijd om in Amerika te zijn. Zeker met alles wat er in de politiek gebeurt op het moment. En Californië is onderdeel van de resistance.’ Gelet op het motto dat Pestman op zijn pagina van de kantoorwebsite heeft staan: ‘Only dead fish follow the stream’, gaan wij er vanuit dat Pestman zich in LA als een vis in het water zal voelen.

‘De financiële belangen van de
advocaat ruimen het veld voor
het belang van de cliënt’

Daarnaast is Pestman bezig met het voorbereiden van de Amerikaanse BAR exam, het zwaarste examen van Amerika (87% failure rate). Uiteindelijk is het doel om ook in Californië advocaat te worden op het gebied van strafrecht en/of mensenrechten. ‘Het strafrecht is hier heel anders en leuker; en er gebeurt veel op het gebied van mensenrechten en milieu. Daar zijn ze hier een stuk verder in dan in Nederland.’ Tot die tijd kan Pestman ook bij UCLA aan de slag als een academische hulpsinterklaas, zodra zijn work permit binnen is. Hoe lang dat gaat duren, is nog maar de vraag. Pestman had in eerste instantie al problemen bij het verkrijgen van een visum. Daarbij hielp niet dat Pestman op het aanvraagformulier naar waarheid had ingevuld dat hij in drie van de vijf landen van de ‘zwarte lijst’ was geweest. Voor zijn werk bezocht Pestman eerder onder andere Syrië, Irak en Afghanistan. Hij kon hier ook nog eens weinig over vertellen vanwege zijn geheimhoudingsplicht. Het gaf scheve ogen en tot op heden wordt hij – zoals laatst ook zijn dochters – bij binnenkomst in de VS apart aan een (kruis)verhoor bij de douane onderworpen.

Toekomstplannen
Als fervent fietser – zelfs in Cambodja werd er een uur heen en uur terug gefietst van en naar de rechtbank – heeft hij aan LA ook een leuke uitdaging. Vanuit zijn huis zit hij meteen in de heuvels die nog niet zo makkelijk te befietsen zijn ‘op zijn leeftijd’. Hij heeft de Strava-app geïnstalleerd, waarmee je jezelf kan vergelijken met andere fietsers in de buurt. ‘Ik sta in het klassement tussen de dikke buiken en lange baarden, waar ik tot mijn verdriet ook gewoon thuis hoor.’ Hij heeft de tijd om van de omgeving te genieten en om over de toekomst na te denken. Als wij hem vragen wat hij over vijf jaar doet, antwoordt hij: ‘Geen idee. Ik doe niet zo aan vijfjarenplannen. En eigenlijk ga ik ook een beetje gebukt onder gebrek aan ambitie.’