Loes Mensink vernieuwt het juridische landschap als recruiter

In deze serie dit keer aandacht voor een leven naast de advocatuur. ‘Multi-trick pony’ Loes Mensink nam afscheid van Clifford Chance op de Zuidas om haar eigen recruitmentbureau The Legal Bench op te zetten, maar bleef daarnaast actief als interim-advocaat. Ze verwacht veel meer los-vaste samenwerkingsverbanden in de advocatuur, met flexibele teams en meer hybride kantoorstructuren.

Tekst: Barbara van Veen en Maureen Hovens

Loes Mensink is mede-oprichtster van het recruitmentbureau The Legal Bench, een high-end flexpool van juridische professionals. Daarvoor was zij ruim zes jaar werkzaam als advocaat bij Clifford Chance. Wij spreken haar rond lunchtijd in de Oliver’s op de Zuidas.

 

 

Hoe ben je in de advocatuur terecht gekomen en wat deed je?
‘Eigenlijk heb ik rechten én bedrijfskunde gestudeerd, omdat ik altijd al twijfelde of ik een vak wilde leren of in het bredere bedrijfsleven wilde werken. Jurist worden leek mij van jongs af aan heel leuk. Dat openbaarde zich al toen ik in groep 8 op de basisschool een spreekbeurt hield over de rechtbank. Toen ik ging studeren was het min of meer logisch om rechten te gaan studeren. Ik vond het wel een beetje een “afvink-studie”, waardoor ik al snel dacht: “Als dit bepalend is, voor wat ik hierna ga doen, dan weet ik het niet”. Om wat meer wereldkundig te worden en om te onderzoeken wat er nog meer is, ben ik toen ook bedrijfskunde gaan studeren en heb ik vrijwel alle commissies opgepakt die op mijn pad kwamen. Ik wilde niet per se worden opgeleid voor een bepaald beroep, maar van alles een beetje meepikken. Later kwam ik erachter dat het toch wel fijn is om op een bepaalde richting te kiezen en een focus te hebben qua carrière. Via mijn studievereniging van rechten heb ik toen verschillende advocatenkantoren (op de Zuidas) bezocht. Uiteindelijk was ik toen al best competitief. Ik wilde bij een groot kantoor werken, want dat leek me op dat moment het hoogst haalbare.

‘Destijds heb ik veel inhouse dagen van advocatenkantoren bezocht om me goed te oriënteren en hoewel ik aanvankelijk dacht dat de Nederlandse advocatenkantoren beter bij mij zouden passen, voelde ik toch een betere klik bij de Angelsaksische kantoren en ben ik na een stage terecht gekomen bij Clifford Chance. Ik heb daar met veel plezier daar gewerkt en werd breed opgeleid. Ik leerde in tegenstelling tot het beeld dat men vaak heeft van advocaten op de Zuidas juist niet om een superspecialist te worden op één gebied, maar te laveren door verschillende rechtsgebieden, een multi-trick pony noemde de partner dat. Ik ben begonnen bij employment, daarna kwam pensions erbij en uiteindelijk ben ik doorgestroomd naar de praktijkgroep funds & investment management. Ik ben gespecialiseerd in fondsen en hou me bezig met zowel de structureringskant als de regulatory kant daarvan. Omdat ik ook nog af en toe arbeidsrechtklussen bleef doen, stond ik vaak met één been in een andere groep. Ik ben eigenlijk niet opgeleid als een typische advocaat, mijn baas leerde mij minder risico-avers te zijn en juist meer oplossingsgericht. Hij was erg ondernemend in de manier van advocatuur bedrijven, door nieuwe juridische producten te bedenken en door op een ­creatieve manier vaak nét buiten de gebaande paden te opereren om zo meerwaarde voor cliënten te realiseren. Binnen kantoor was ik ook niet alleen aan het werk als advocaat, ik was actief in de Ondernemingsraad, in de stuurgroep Diversity en organiseerde het Next Generation-congres. Het ligt een beetje in mijn aard om veel verschillende dingen op te pakken. Bij Clifford Chance heb ik geleerd om alle ballen in de lucht te houden. Dat idee om een multi-trick pony te worden is eigenlijk een rode draad in mijn carrière gebleven.’

Hoe ben je bij The Legal Bench gekomen?
‘Toen ik net begon in de advocatuur had ik veel energie en wilde ik dingen veranderen, in mijn hoofd zat ik altijd te bedenken hoe het beter kon, hoe processen efficiënter konden worden en hoe zowel cliënten als advocaten blijer en meer tevreden zouden kunnen zijn. Die energie en de drang om impact te hebben zijn een goede motor voor innovatie. Na een paar jaar op een groot kantoor kwam ik erachter dat ik me ook moest conformeren aan de manier waarop zo’n kantoor werkt en dat er veel dingen zijn die jij niet zo één twee drie kunt veranderen. Zo ongeveer rond mijn zesde jaar kwam ik op het punt van berusting.. Ik begon te accepteren hoe het kantoor functioneerde, maar had als gevolg daarvan eigenlijk geen duidelijke visie meer op mijn eigen carrière binnen het kantoor. Dat begon aan me te knagen. Eigenlijk is dat ook het moment waarop ik Maarten van der Kwaak (co-founder van The Legal Bench) ben tegengekomen. Ik had toen zelf eigenlijk nog geen enkele ambitie om de recruitment in te gaan, maar ik kreeg wel een steeds groter gevoel van ontevredenheid over de manier waarop ik mijn werkende leven inrichtte.’

Vrijblijvend gesprek
‘Maarten kwam met het plan om een recruitmentbureau te starten gericht op ervaren juristen met een achtergrond op de Zuidas. Wij zijn toen vrijblijvend in gesprek gegaan en hoewel het vak van recruiter me niet per se aansprak, raakte ik wel geïntrigeerd door het ondernemerschap. Het leek me heel spannend en ik had het gevoel dat zijn idee wel bij mij paste. Natuurlijk zag ik ook veel beren op de weg, ik blijf natuurlijk wel advocaat. Het maakte het makkelijker dat Maarten al eerder een eigen bedrijf was gestart en uit ons gesprek kwam al vrij snel een concept wat uiteindelijk is uitgegroeid tot The Legal Bench. De meeste Zuidas-kantoren waren in die tijd al bezig met flexpools om makkelijk op te kunnen schalen in drukke tijden en ons idee borduurde daarop voort. We zagen dat veel kantoren flexibiliteit zochten, maar vervolgens slechts een kleine pool van interim advocaten tot hun beschikking hadden.’

Dubbele agenda
‘In de eerste maanden viel het niet mee om mijn dubbele agenda te managen: ik werkte nog steeds bij Clifford Chance en elke dag spraken wij om 08:15 uur af, om toch nog een beetje op een schappelijke tijd op kantoor te komen. Toen het concept serieuzere vormen begon aan te nemen en we naar buiten wilden treden heb ik op kantoor verteld wat mijn plannen waren en zij faciliteerden mij om samen met Maarten het concept verder uit te werken. Ik merkte dat ik nieuwe energie kreeg door verschillende dingen tegelijk te doen en dat die verschillende werkzaamheden elkaar konden versterken. Ik denk ook dat je je werk beter doet en een veel betere advocaat kunt zijn als je kunt werken op je eigen voorwaarden, wanneer jij er zin in hebt, en wanneer je daarnaast een andere passie kunt oppakken of iets anders kunt proberen. Na ongeveer negen maanden hard werken in fondsentrajecten kwamen we op het punt dat we geld begonnen te verdienen met The Legal Bench. De uurtjes voor kantooruren waren inmiddels dagen geworden en toen vroeg ik mezelf af: voor wie doe ik dit nou? Ik liep extra hard om te laten zien dat ik én advocaat kan zijn én een onderneming kan laten groeien. Op een gegeven moment zag ik dat ik dat dat geen plan voor de lange termijn was. Toen heb ik zonder het met iemand vooraf te hebben besproken in een opwelling mijn baan (als advocaat, red.) opgezegd. Vervolgens heb ik geprobeerd om vanuit vrijheid als ondernemer van start te gaan, vanaf dat moment is The Legal Bench in een stroomversnelling geraakt. We moesten in het begin wel een kip-en-ei verhaal door: we hadden geen kandidaten en geen opdrachtgevers en als je geen kandidaten hebt, dan komen de opdrachtgevers niet. Andersom idem dito. Als je eenmaal het vertrouwen hebt gekregen van een aantal opdrachtgevers, dan kun je kandidaten iets bieden en vanaf daar moet je het verder uitbouwen en laten zien dat jij het anders aanpakt dan de meeste grote recruitmentbedrijven.’

Waarin onderscheidt The Legal Bench zich van andere recruitmentbureaus?
‘Wij willen waarde creëren voor kandidaten en opdrachtgevers. Dat betekent soms ook eerlijk zijn als er geen match is, en nee verkopen. Wij willen alleen een kandidaat leveren als wij ervan overtuigd zijn dat diegene past en bij wijze van spreken tien jaar zou kunnen blijven. Bij interim zie je de behoefte aan een perfecte match op het scherpst van de snede, omdat je daar meestal een opdracht hebt waarbij de kandidaten de dag of de week erna al moet kunnen beginnen. De kandidaten moeten dan precies kunnen leveren wat de opdrachtgever verwacht, omdat er geen tijd is om ze in te werken. Dit vergt van ons dat wij een goed beeld hebben van de kandidaat en de opdracht, maar dat wij ook kennis hebben van de setting en het soort werk dat geleverd moet worden. Wij hebben wat dat betreft een veel sterkere filter en dragen vaak slechts twee of drie kandidaten voor om niemands tijd te verdoen. Andersom proberen wij ook wat meer vanuit de kandidaat te denken, dat is vaak wat meer pro-actief –- we gooien bijvoorbeeld eens een balletje op als wij denken dat een kandidaat ergens goed zou passen, ook als er op dat moment geen opdracht is of we benaderen opdrachtgevers waar een kandidaat graag eens zou gaan werken.’
‘We proberen niet de opdringerige recruiter te zijn. Het is niet zo dat wij een long-list en een short-list maken en alle mensen die in aanmerking komen gaan benaderen via LinkedIn en bedenken hoe we ze los kunnen weken. Die manier van werken is niet leuk voor ons qua werk en niet fijn voor de kandidaat. Het is eerder dat wij kansen zien en meedenken met zowel de opdrachtgevers als kandidaten.’

‘Jonge mensen hebben veel minder zin om zich dood
te werken voor een leidinggevende’

Welke ontwikkelingen zie jij in de advocatuur?
‘In de afgelopen tien jaar zagen we de ontwikkeling van groot kantoor naar boutique. Deze boutiques zijn inmiddels gevestigd. Cliënten weten waarvoor ze er terecht kunnen en wanneer je een groot kantoor moet inschakelen. De ontwikkelingen die er nu aankomen zie ik met name op het legal tech-vlak. Daar zijn wij bij The Legal Bench ook veel mee bezig, wij hebben samenwerkingen met Thomas Reuters en met Kluwer voor hun software-portfolio om bij onze opdrachtgevers te kunnen signaleren hoe hun werk efficiënter en makkelijker kan worden georganiseerd met behulp van software oplossingen. Ik sta regelmatig versteld van wat er nu al mogelijk is, bijvoorbeeld door machine learning en contract automation te combineren. Ook zien wij projectmanagement platformen die goed werken en specifieke oplossingen om het werk van advocaten makkelijker te maken, zoals een programma dat automatisch definities filtert in een overeenkomst en laat zien welke definities niet gebruikt worden of inconsistent zijn. Om deze producten succesvol te kunnen lanceren zijn grote hoeveelheden data en relatief grote (tijds)investeringen nodig. Ik vermoed dat de grote kantoren hier vooral slagkracht hebben en dat dit ook een belangrijke reden is waarom zij hun functie in de komende decennia zullen behouden.’

Markt wordt transparanter
‘Een andere ontwikkeling is dat de markt transparanter wordt. Dat biedt ruimte voor innovatie op het gebied van pricing en op het gebied van kantoorstructurering. Ik denk dat je veel meer los-vast samenwerkingsverbanden zult gaan zien dan voorheen. Het probleem is ook dat de meeste jonge mensen veel minder zin hebben om zich helemaal dood te werken voor een leidinggevende. Vroeger had je ook meer status als je voor bepaalde merken of namen werkte, maar dat is nu veranderd. Millennials willen plezier hebben in hun werk en daar een aardige boterham mee verdienen, maar ook daarnaast nog een leuk leven hebben. Dat betekent dat je jonge advocaten anders moet sturen en coachen om je bedrijf in stand te houden en cliënten goed te kunnen bedienen. Anders is het straks de partner of de senior medewerker die op zondagnacht al het werk zit te doen, terwijl het huidige model ervan uitgaat dat je uitvoerende werkzaamheden op een gegeven moment kunt uitbesteden. We moeten ook in dat opzicht anders gaan nadenken over onze dienstverlening om zo met een duurzame oplossing te komen.’

Je staat nog steeds ingeschreven als advocaat, hoe combineer je dat met The Legal Bench?
‘Het werk dat ik doe bij The Legal Bench is heel projectmatig: ik moet veel organiseren, duwen en trekken. De advocatuur daaren-tegen, zeker op het gebied van fondsen, is meer een complexe commerciële puzzel. Het oplossen van die puzzel in combinatie met vakinhoudelijke kennis is nog steeds iets waar ik enthousiast van word. Dat enthousiasme over de inhoud vind ik minder in mijn werkzaamheden voor The Legal Bench, dat werk is minder complex, maar op sociaal vlak juist wel heel interessant. Al vrij snel nadat ik met The Legal Bench was gestart kreeg ik zelf de vraag om als interimmer aan de slag te gaan. Ik was op dat moment nog ingeschreven als advocaat en kon vanaf dat moment op een hele flexibele manier toch het fondsenwerk blijven doen. Achteraf gezien is het ook een strategisch goede keuze geweest om te bemiddelen met kennis van de advocatuur. Om te begrijpen wat opdrachtgevers zoeken en wat kandidaten willen moet ik natuurlijk ook zelf nog met één been in de advocatuur staan en begrijpen wat er speelt. Ik werk ongeveer 30 uur per week voor The Legal Bench en ongeveer 30 uur per week als interim-advocaat. Het is zeker niet rustiger geworden, maar het voelt nu wel anders nu ik niet meer in loondienst ben en ik alles doe omdat ik dat zelf wil. Ik werk ook vaak in het weekend en in de avond, omdat ik dan bijvoorbeeld denk: “Morgenochtend ga ik deze pitch afmaken” en dat is dan eigenlijk vooral omdat ik feel like making the pitch, zeg maar. Ik heb zelf de regie in handen.’

Zijn er ook minder leuke kanten aan je werk voor The Legal Bench en de combinatie van twee rollen?
‘De minder leuke kant aan recruitment vind ik het leuren bij kandidaten en opdrachtgevers. Als kandidaten je niet kennen zien ze jou als de zoveelste die een vacature aan hen wil verkopen. Het is best lastig om daar doorheen te prikken en een band op te bouwen zodat de kandidaat gaat inzien dat je diegene begrijpt en het beste met hem of haar voor hebt. Opdrachtgevers kunnen denken dat we per se iets willen verkopen, terwijl wij de voldoening toch grotendeels halen uit het blij maken van de opdrachtgever en de kandidaat door mee te denken. Daarnaast moet ik altijd erg duidelijk zijn naar buiten over mijn twee petten. De kunst is dan om in beide rollen serieus genomen te worden zodat niemand het gevoel krijgt dat het één ondergeschikt is aan het ander. Een van mijn selling points als advocaat is in mijn ogen juist dat ik van binnenuit heb gezien wat er komt kijken bij het opzetten en in stand houden van een bedrijf, omdat ik andere dingen heb gezien kan ik vaak beter adviseren en heb ik veel oog voor het commerciële aspect. Een nadeel dat interimmers soms noemen, namelijk dat ze geen collega’s hebben, ervaar ik niet echt omdat ik eigenlijk constant onder mensen ben in deze twee rollen.’

‘Ik heb geleerd om maximaal
drie jaar vooruit te kijken’

Hoe zie jij de toekomst?
‘The Legal Bench richt zich op drie pijlers: interim, vast en tech. Ik denk dat de meeste ontwikkelingen de komende jaren gaan plaatsvinden in tech, en dat de grootste ontwikkelingen op de interim-markt al hebben plaats gevonden. Op het gebied van interim oplossingen hebben wij een goed product en kennen we het grootste deel van de kandidaten binnen onze doelgroep. Daar is het zaak om de marktontwikkelingen in de gaten te houden, ik denk namelijk dat deze nog flexibeler gaat worden. We gaan in mijn ogen steeds meer naar ad hoc behoefte, dat iemand belt: “Heb je nu iemand voor me?” Wij moeten dan iemand kunnen leveren die dan ook vrijwel direct kan beginnen. Dat is nu vaak nog ingewikkeld als opdrachtgever en kandidaat elkaar nog niet kennen. Advocaten zijn van nature toch wantrouwig en geloven niet direct dat een ieder de kwaliteit kan leveren die je nodig hebt. Ook zie je de opkomst van flexibele teams en meer hybride kantoorstructuren, afhankelijk van een project wil je bepaalde specialisten snel kunnen aanhaken om het beste team te kunnen presenteren voor de klant. Ook zien we de laatste jaren duidelijk dat steeds meer werkzaamheden in-house worden uitgevoerd. Door de toenemende regeldruk en het specialistische werk, blijven advocaten wel altijd nodig.’

Toegevoegde waarde
‘Bij The Legal Bench hopen wij in de toekomst meer toegevoegde waarde te kunnen leveren op grotere juridische projecten als alternative legal services provider, bijvoorbeeld door flexibele teams samen te stellen van specialisten en legal project managers en deze te laten werken met bepaalde software-oplossingen. Ik heb nog geen uitgesproken ideeën over waar ik zelf sta over vijf jaar en wat mijn rol is binnen de juridische markt. Als ik één ding heb geleerd in de afgelopen jaren, is dat ik maximaal drie jaar vooruit kijk en dan een concreet plan maak voor het komende jaar. Als ik nu terugkijk naar de zaken die de afgelopen drie jaren op mijn pad zijn gekomen dan overtreft dat al mijn verwachtingen. Ik had niet durven dromen dat wij na drie jaar al zoveel stappen zouden hebben gemaakt met The Legal Bench en wij met zoveel interessante opdrachtgevers, kandidaten en partners zouden werken.’

Tot slot, heb jij een gouden tip is voor mensen die naast de advocatuur willen starten met ondernemen?
‘Doe het vanuit bevlogenheid en denk niet in beperkingen en risico’s. Gun jezelf de tijd om te verbreden en om ideeën op te doen, want dat helpt je om een betere advocaat en ondernemer te worden. En praat over je plannen met je omgeving, dat geeft je inzicht en energie – je zult versteld staan hoeveel mensen je verder gaan helpen als jij iedereen positief en met enthousiasme benadert.’