In een grote kamer met hoge ramen die uitzicht bieden op de Keizersgracht, zit een man van een jaar of vijftig aan een groot bureau. Hij kijkt naar buiten, waar op de gracht wordt geschaatst. Een fietser rijdt voorzichtig over de besneeuwde straat naast de gracht. Er is een lichtgrijze lucht te zien boven de grachtenpanden aan de overkant, alsof het zo weer kan gaan sneeuwen. Op het bureau staat een fles whisky die bijna leeg is en ernaast een halfvol glas. In de kamer bevinden zich drie boekenkasten die volgepropt zijn met dossiers en een groot aantal juridische boeken. In een hoek van de kamer staat een eenzame kerstboom waarin lukraak, zo lijkt het, een aantal kerstballen zijn gehangen. De man neemt langzaam een slok uit het halfvolle glas, terwijl hij kijkt naar de schaatsende mensen. De telefoon gaat. Hij neemt op.

Een kerstverhaal van Diederik Palstra

“Van Dunkel”

“Ja, u spreekt met De Vries van Notariskantoor ‘Waarvan Akte’. U bent recent bij ons geweest voor een turboliquidatie van een BV en we hebben daar wat aanvullende informatie voor nodig. Ik heb u daar een e-mail over gestuurd, maar daar mocht ik nog geen antwoord op ontvangen.”

Zijn gedachten gaan terug naar zijn bezoek aan het notariskantoor. Hij was kort geleden bestuurder geworden van een BV op verzoek van een voormalige cliënt. Deze had hij destijds bijgestaan in een fraudezaak. Dat had hem wel doen aarzelen toen hij als bestuurder werd gevraagd, maar er stond een mooie vergoeding tegenover en de cliënt was destijds vrijgesproken. Dat geld kon hij goed gebruiken nu de zaken niet zo goed gingen, zeker met de dure kerstdagen voor de deur. Nu wilde de cliënt de BV liquideren.

“Die e-mail moet ik helaas over het hoofd hebben gezien, meneer De Vries.”

“Geen probleem, maar sinds de recente wetswijziging over turboliquidaties heb ik wel wat aanvullende informatie van u nodig.”

Hij had de wetswijziging even gemist. Zijn kennis was niet meer zo up to date als vroeger.

“Zoals?”

“Een beschrijving van de oorzaak van het ontbreken van de baten op het tijdstip van de ontbinding, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld en de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven.”

Dit kon wel eens lastig worden, dacht hij. Hij had zo’n vermoeden waarom de schuldeisers onbetaald waren gebleven.

“Ik zal u dit zo snel mogelijk sturen. Is dit alles wat u nodig heeft?”

“Alleen daarnaast nog een balans en een staat van baten en lasten van dit boekjaar en het vorige.”

“Komt in orde.”

“En u dient schriftelijk melding te doen aan de schuldeisers.”

Daar had hij helemaal geen zin in. Dat konden ze vergeten. Hij ging geen slapende honden wakker maken. Van de vergoeding voor zijn diensten kon hij zijn meest urgente rekeningen betalen en dan zag hij na de kerst wel weer verder.

“Ga ik doen. Het komt allemaal zo snel mogelijk uw kant op.”

“Prima, meneer Van Dunkel. Tot die tijd kunnen we de BV helaas niet liquideren.”

“Geen probleem. Dank voor uw telefoontje meneer De Vries.”

Hij legde de telefoon neer en nam nog een slok van zijn whisky. Zijn aandacht richtte zich weer op het winterse tafereel buiten. Hij dacht terug aan de interessante zaken die hij in het verleden had gedaan. De advocatuur had ook altijd een goed inkomen opgeleverd, maar een echtscheiding is duur en hij had zijn uitgavenpatroon te veel aangepast aan dat van zijn cliënten. Dus nu stond het water hem aan de lippen. Hij peinsde er echter niet over om de schuldeisers op de hoogte te stellen. Wat als hij de opdracht gewoon teruggaf? Zo kon zijn carrière toch niet eindigen? Niet met een veroordeling voor fraude. Waarom was die vergoeding ook zo hoog? Hij had kunnen weten dat hier een luchtje aan zat. De naam van de BV, Conway BV, zat hem ook helemaal niet lekker. Het was pas later tot hem doorgedrongen maar ‘con’ was toch Engels voor zwendel? Het moet een vooropgezet plan zijn geweest. De BV volstoppen met schulden en dan een turboliquidatie en vervolgens met de noorderzon vertrekken. Geen haan die ernaar kraait. Niemand die aangesproken kan worden, behalve de advocaat die de liquidatie geregeld heeft.  

Na hier enige tijd over nagedacht te hebben, besloot hij zijn cliënt te bellen. Hij reikte naar zijn mobiel. Nadat de telefoon een paar keer was overgegaan, werd er opgenomen.   

“Slavenburg”

“Ja, Van Dunkel hier. Ik bel even over de ontbinding van Conway BV. Moet je eens horen, de notaris belde net en informeerde mij dat er tegenwoordig nogal wat aanvullende vereisten zijn voor het liquideren van een BV.” 

“Dat klinkt niet zo goed. Over wat voor vereisten hebben we het dan?”

“Nou, bijvoorbeeld dat de schuldeisers geïnformeerd moeten worden.”

“Maar die zijn er helemaal niet.”

“Geen schuldeisers? Maar ik dacht dat jullie wat goedkoop van deze vennootschap af wilden? Dat waren je woorden. Ik begreep dat zo dat jullie niks wilden uitkeren aan de schuldeisers.”

”Haha, dat begreep je verkeerd. Ik doelde op de turboliquidatie. Dat is goedkoop. Een vereffening is duur. Maar wat moet, dat moet. We willen van deze vennootschap af. Het in stand houden kost nog veel meer geld. Dus laat maar weten wat je nodig hebt en we sturen je dit.”

Van Dunkel verzamelde wat moed. “Eerlijk gezegd zit het me toch niet helemaal lekker. Je leest zoveel over het misbruik van de turboliquidatie. Daarom is die nieuwe wetgeving er inmiddels ook. Waarom moest dit zo snel en waarom hebben jullie mij hier eigenlijk voor nodig? Die vergoeding is zeer welkom hoor maar wel erg royaal, zeker gezien het feit dat jullie zelf gewoon rechtstreeks naar de notaris hadden kunnen gaan als het zuivere koffie was geweest. En die naam van de BV, is ‘con’ niet Engels voor zwendel?”

“Maar het is zuivere koffie. Conway is gewoon de naam van mijn medefirmant. Ik wilde het je eigenlijk niet zeggen, maar ten tijde van die fraudezaak had de hele wereld zich van mij afgekeerd. Het zou je verbazen hoeveel mensen je al veroordelen voordat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Jij was de enige die nog naar me luisterde en mij bijstond. En je deed dat goed. Ik ben vrijgesproken. Toen ik hoorde dat de zaken bij jou niet meer zo goed gingen, wilde ik wat terug doen. Een schenking had je nooit geaccepteerd, dus ik dacht dan schakel ik je hiervoor in en betaal ik gewoon een wat hogere vergoeding.”

“Dat verandert de zaak. Dat wist ik niet”, zei Van Dunkel timide.

“Ja, en die BV heeft echt geen schuldeisers meer. We hebben de BV alleen maar gebruikt voor een loterij en de prijzen zijn al uitgereikt dus wat kan er nog gebeuren?”

“Nee, dan zie ik ook niet echt bezwaren. Slechts uit nieuwsgierigheid hoor, maar wat voor loterij was dat dan?”

“Dat was een particulier initiatief voor een goede doelen loterij. Dat ging heel goed. We hebben een enorm bedrag opgehaald en de gehele opbrengst van de loterij is naar goede doelen gegaan, zoals bijvoorbeeld een fonds voor nooddruftige kunstenaars.”

“Maar ik dacht gezien te hebben dat de liquidatie-uitkering naar een Curaçaose NV ging?”

Het was even stil. “Ja, om fiscale redenen parkeren we het daar eerst even. Kunstenaars die in financiële problemen verkeren, kunnen dan bij die NV een aanvraag doen.“           

Van Dunkel voelde een zware last van zijn schouders vallen. “Gelukkig, dan valt het mee. Dank, dit neemt mijn zorgen toch wel weg. Ik was even bang dat ik mijn opdracht terug zou moeten geven. Goed, ik laat je nog even per e-mail weten wat ik nodig heb.”

“Mooi, jij ook bedankt, gelukkig kerstfeest dan alvast, hè?”

“Dank, jij ook.”

Hij legde zijn telefoon opgelucht neer. Zijn blik keerde zich weer naar het tafereel op de gracht. Hij legde zijn voeten op de verwarming. Langzaam veranderde zijn gemoed. Een glimlach vormde zich op zijn gezicht. Misschien werd het toch niet zo’n slechte kerst.

Foto Keizersgracht: Wut_Moppie/Shutterstock
Foto kerstdecoratie: Laura Jasmes/Pexels