De Colombiaanse mensenrechtenadvocaat ­Rommel Durán Castellanos was enkele dagen in Nederland om krachtige steun te bepleiten voor zijn collega’s, die bloot staan aan bedreigingen en geweld. En ter voorbereiding van de internationale waarnemingsmissie ‘Caravana Internacional de Juristas’ die in augustus Colombia opnieuw zal bezoeken. Lawyers for Lawyers neemt ook deel met een afvaardiging en sprak met Durán over de penibele positie voor veel advocaten in zijn land.

Tekst Johan van Uffelen/ Lawyers for Lawyers

Rommel Durán Castellanos staat regelmatig bloot aan intimidaties en bedreigingen en werd naar eigen zeggen al twee keer arbitrair vastgezet. Hij vertelt er een soort van luchthartig over. Maar dan valt er toch een stilte…Zijn broer werd in 2016 vermoord. De advocaat blijft echter strijden voor rechtvaardigheid en respect voor de mensenrechten in Colombia. ’Nee’, zegt hij dan toch weer lachend in het interview met Lawyers for Lawyers. Hij heeft, desgevraagd, geen vriendin. Maar de ondertoon is bloedserieus. De 31-jarige advocaat kiest er bewust voor geen relatie aan te gaan. Hij is vaak langdurig en ver weg van huis, op het platteland waar veel mensen wonen voor wie hij opkomt. En nog veel belangrijker: hij zou zijn gezin niet willen confronteren met de gevaren van zijn werk. Familieleden van mensenrechten-activisten krijgen vaak te maken met represailles.

Vakantiebestemming
Colombia wordt tegenwoordig op toeristische websites weer aangeprezen als een prachtige, veilig te bereizen vakantiebestemming in Zuid-Amerika. De realiteit voor veel inwoners staat daar volgens Rommel ver vanaf. ‘Op de toeristische plekken is weinig voelbaar van de spanningen’, legt hij uit. De regering-Santos draagt volgens hem ook actief het beeld uit dat er – sinds het vredesakkoord met de FARC in 2016 – een einde is gekomen aan de burgeroorlog. Hij ziet dat totaal anders. ‘Het politieke geweld gaat onverminderd door. Voor de boeren en sociaal leiders, voor de mensen die hun nek uitsteken, is er niets veranderd. Integendeel. Wij zijn weer terug in de periode van het grote geweld. De jaren zestig, zeventig, de tijd van “la grande violencia”.

Op 11 maart waren er Congresverkiezingen. ‘Daarbij hebben de rechtse reactionairen gewonnen. Mensenrechten-activisten zoals ik en mensen in de sociale sector constateren dat er in praktijk een “sociale genocide” gaande is. Sociale leiders en mensenrechtenactivisten worden naar het leven gestaan, dus juist degenen die opkomen voor bevolkingsgroepen die hun rechten opeisen bij de staat’. Volgens Rommel Durán zijn er vorig jaar ruim tweehonderd voorvechters van mensenrechten en sociaal leiders om het leven gebracht.’En dat aantal is min of meer constant. Ieder jaar zijn er weer zoveel slachtoffers. De overheid erkent de moorden niet. Ze houden zulke cijfers verborgen, in het donker’.

Stigmatisering
Advocaten die opkomen voor de belangen van de kleine man, van politieke gevangen of die aangifte doen van mensenrechtenschendingen, lopen groot gevaar. Ze worden volgens Rommel geassocieerd met de partijen die zij verdedigen, of worden valselijk (strafrechtelijk) beschuldigd van ondermijning, corruptie of fraude. ‘Op het moment dat wij politieke gevangenen juridisch bijstaan, worden we gestigmatiseerd als terrorisme-advocaten. Omdat wij ook familieleden helpen van mensen die zonder enige vorm van proces zijn geëxecuteerd door het leger’.

Rommel Durán kan niet genoeg beklemtonen hoe belangrijk internationale aandacht is, zoals van de Caravana de Juristas. ‘Met die steun kunnen we de autoriteiten veel krachtdadiger aanspreken op onze veiligheidsrisico’s. Zij moeten ervan doordrongen zijn dat wij geen partij zijn, maar slechts juridisch strijden tegen rechteloosheid’.