In de rubriek De Robijnen Bef interviewt het Baliebulletin juristen die al 40 jaar of langer in het vak zitten. Deze maand is het woord aan Lian Mannheims.

Naam/kantoor: De Roos & Pen BV

Leeftijd: 69 jaar

Bestuurlijke functies:

  • Bestuurslid Vereniging van Sociale Advocaten Amsterdam (VSAA) , meerdere jaren, eind jaren 80.
  • Lid van de RvT Amsterdam, portefeuillehouder strafrecht van 2002 – 2009 (v.a. 2006 tevens waarnemend deken).
  • Lid van het bestuur van de NVSA van  2009 -2020.


Waarom heeft u destijds voor de advocatuur gekozen?

“Ik ben strafrechtelijk afgestudeerd. Mijn eerste baan was bij het Bureau voor Rechtshulp Amsterdam. Eerst als medewerker, later als coördinator. Ik werd in het voorjaar 1983 – ik stond toen net op een kruispunt qua carrière – door wijlen Gerard van Asperen gevraagd om samen met hem een gespecialiseerd strafrechtkantoor op te zetten in Amsterdam. Dat was er toen nog niet. Daar heb ik diezelfde dag nog ja op gezegd en daar heb ik nooit spijt van gehad. We hebben samen met anderen een prachtig en goed kantoor neergezet dat ook na 40 jaar nog floreert.”

Welke zaak is u het meest bijgebleven?

“In de afgelopen 40 jaar heb ik heb veel prachtzaken, vanuit het advocatenperspectief uiteraard, mogen behandelen. Ik begon met commuun strafrecht, maar de afgelopen 30 jaar bestond mijn praktijk vooral uit het bijstaan van advocaten – ook tuchtrechtelijk -, notarissen, accountants, politieambtenaren, bedrijven en zakenmensen. Als vaste strafrechtadvocaat van de Nederlandse Vereniging voor Verkeersvliegers heb ik ook piloten bijgestaan. Ik heb er goed over nagedacht, maar ik vind het onmogelijk één zaak te noemen. Er zijn er vele die mij nog bijstaan. De zaken waarbij ik het gevoel heb dat ik het verschil heb kunnen maken, dat mijn inspanningen ook daadwerkelijk hebben geleid tot een goede afloop voor de cliënten, die staan me bij. Gelukkig zijn dat er veel meer dan één zaak.”

Kunt u wat meer vertellen over uw bestuurlijke functies?

“Naast de individuele bijstand was ik altijd geïnteresseerd in besturen. Voordat ik advocaat werd was ik bestuurslid van de Stichting Rechtshulp Amsterdam en van de Vereniging voor Rechtshulp. Later, als advocaat, heb ik een aantal jaren met veel plezier zitting gehad in het bestuur van de VSAA, de Vereniging Sociale Advocatuur Amsterdam. Mijn jaren bij de Raad van Toezicht Amsterdam gaven me een goede kijk op de organisatie van de NOVA en wat de Amsterdamse Raad kon betekenen voor ‘onze advocaten’.  Als portefeuillehouder strafrecht heb ik me altijd onder meer sterk gemaakt voor het respecteren van ons verschoningsrecht. Dat respect viel regelmatig ver te zoeken – what is new, zie de recente strijd van Stibbe tegen het OM.  Ik kijk er met enige trots op terug dat ik na mijn aantreden bij de Raad van Toezicht een handleiding doorzoeking bij advocatenkantoren heb opgesteld. Deze werd na goedkeurig door de Raad van Toezicht, de Hoofdofficier en de coördinator van het kabinet van de rechter-commissaris, leidend in Amsterdam en vormde later mede de grondslag voor de handleiding Doorzoeking van de NOVA, waaraan ik ook meewerkte. Daarnaast had ik met veel genoegen zitting in  het bestuur van de NVSA, de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten, een voor de beroepsgroep belangrijke vereniging die mijns inziens geen nadere introductie meer nodig heeft.”

Wat is de belangrijkste verandering geweest in de tijd dat u advocaat bent?

“De helaas noodzakelijke gebleken beveiliging van velen die aan het strafproces deelnemen, waaronder advocaten, de militaire beveiliging bij sommige rechtszaken, de weerbaarheidscursussen voor advocaten, die kennelijk ook noodzakelijk zijn,  de anonimisering van het strafproces. We leven in een totaal andere wereld dan in 1983.”

Vindt u dat de overheid voldoende rekening houdt met het vak van de advocaat?

“Nee. De overheid is al ruim een decennium bezig de sociale advocatuur, waaronder veel strafrechtadvocaten, te marginaliseren door een  fatsoenlijke honorering te weigeren. En dan heb ik het nog niet over de huidige plannen van de overheid om de strafrechtadvocaat, en dus ook de rechten van de cliënt, te beperken in een bepaalde categorie zaken en detentieomstandigheden.”

Wat vindt u het leukst aan uw vak?

“Het is een fantastisch vak. Je krijgt met allerlei soorten mensen en bedrijven te maken en met zeer uiteenlopende problemen. Het is ongelooflijk bevredigend wanneer je voor een cliënt het onderste uit de kan hebt weten te halen. En het is intellectueel uitdagend om steeds maar weer in een geheel nieuwe puzzel de juiste stukjes bij elkaar te zoeken en de oplossing te vinden.

Indien u het allemaal overnieuw zou mogen doen, zou u dan een ander beroep hebben gekozen?

“Met de ervaring en wetenschap van nu zou ik opnieuw dit vak kiezen, ook al zijn de omstandigheden ten opzichte van de jaren 80 een stuk guurder geworden.”

Heeft u nog tips voor jonge advocaten?

“Wees altijd bezig in het belang van je cliënt, en nooit in je eigen belang. Behoud je vrijheid en gebruik je gezonde verstand. Onze Gedragsregels zie ik als de codificatie van deze uitgangspunten.”

Wat vindt u van de ideale pensioenleeftijd voor een advocaat?

“Ik denk dat daar niet één ideale leeftijd voor te noemen is. Kijk ook naar de discussie binnen de rechterlijke macht. Ik zelf ga nog even door. Ik vind het vak te leuk om nu al te stoppen.”