Ook in hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Amsterdam dat de notarissen door deelname aan DELA notarisservice, HEMA notarisservice, degoedkoopstenotaris.nl en Jazeker Notarisservice geen tuchtrechtelijk norm hebben overschreden.

Het hoger beroep is ingesteld door een aantal notarissen tegen een uitspraak van de kamer van toezicht van 4 februari 2016 (ECLI:NL:TNORAMS:2016:2). Volgens de klagers schenden de meewerkende notarissen het complex aan regels omtrent de integere beroepsuitoefening voor notarissen.

Het Hof overweegt dat als uitgangspunt geldt dat een notaris sinds de wetswijziging van 1999, waarbij de notaristarieven zijn vrijgegeven, in principe zelf mag bepalen tegen welke tarieven hij (als ondernemer) zijn notariële diensten aanbiedt. Voor zover klagers betogen dat de notarissen zich schuldig maken aan een negatieve beïnvloeding van de notariële markt(werking), lopen hun klachten hierop stuk. Dit laat onverlet dat de notarissen gebonden zijn aan de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende hun ambtsuitoefening en dat deze wet- en regelgeving gevolgen kan hebben voor de wijze waarop zij (als ondernemers) op de markt mogen opereren.

Van het betalen van provisie is geen sprake. Uit de Beleidsregel provisie van de KNB volgt dat onder ‘provisie’ wordt verstaan: een vergoeding die makelaars, verwijzers of andere derden ontvangen voor het aanbrengen van opdrachten. Een notaris mag een overeenkomst met genoemde groep alleen aangaan, als de voorwaarden en bepalingen van de overeenkomst niet afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke partijen. Onder die voorwaarde zijn betalingen toegestaan voor feitelijke werkzaamheden en diensten van derden, zoals de mogelijkheid al dan niet via een website offerteverzoeken te ontvangen en zijn betalingen toegestaan voor een advertentie, reclame, advertorial, interview of andere publiciteit in een gegevensdrager van een derde, al dan niet verwijzer.

Verder zijn de kerntaken van de notaris zoals onafhankelijkheid, geheimhoudingsplicht en zorgvuldigheid voldoende gewaarborgd. Van verwarring bij de consument over de identiteit van de notariële diensten is geen sprake.

Het Hof oordeelde – in lijn met de kamer van toezicht – dat niet iedere samenwerkingsvorm is toegestaan. De kamer kwam tot het oordeel dat door de samenwerking met Nationale Notaris Holding B.V. in de vorm van het participatiemodel de onafhankelijkheid, de zeggenschap en de geheimhoudingsplicht van de desbetreffende notaris onder druk is komen te staan. De kamer overwoog dat deze samenwerking, indien zij zou worden voortgezet, de maatregel van ontzetting uit het ambt zou kunnen rechtvaardigen. De notaris is in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van drie maanden tot ontvlechting van de huidige samenwerking te komen. Het Hof legt de maatregel van schorsing voor de duur van twee weken op.

In de advocatuur spelen soortgelijke vraagstukken. Een jaar geleden kondigden de dekens aan tucht-rechtelijk te zullen optreden tegen advocaten die zich inlaten met “leadsites”.  Het is immers niet ge-oorloofd een beloning of provisie toe te kennen of te ontvangen voor het aanbrengen van opdrachten. Het is afwachten welke invloed deze uitspraak heeft op het provisieverbod van de Nederlandse Orde van Advocaten.

De gehele uitspraak is te raadplegen via: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2017:31.

Door: Marloes van den Eeckhout