In 2017 maakten in Nederland 1917 mensen een einde aan hun leven. Gewezen advocate ­Jacqueline Regeling is bij de hulplijn 113 ­Zelfmoordpreventie actief om in de sociaal-economische sector het bewustzijn over deze problematiek te vergroten. In de serie ‘is er leven na de ­advocatuur?’ staat zij het ABB openhartig te woord over hoe ze haar eigen depressies overwon. Ook binnen de advocatuur dienen hierover nog de nodige taboes te worden geslecht, meent zij.

Tekst: Yvette Kouwenberg en Mayk Koria.

De geboren Amsterdamse Jacqueline Regeling werd in 1991 beëdigd als advocaat bij Geelkerken Linskens Advocaten. Ze kwam in goede handen terecht. Haar patroon, André Spijker, was waarnemend deken van de landelijke orde en heeft aan de wieg gestaan van de beroepsopleiding van Advocaten. Regeling vertelt ons dat ze – zoals in die tijd gebruikelijk was – actief was in verschillende rechtsgebieden. Daarnaast was het gebruikelijk dat je in je eerste jaren door de rechtbank benoemd werd als faillissementscurator. Uiteindelijk heeft zij zich gespecialiseerd in het faillissementsrecht en heeft zij twintig jaar gewerkt als curator. Het aspect van zelfstandig ondernemen in faillissementen sprak haar aan.

Het gesprek gaat al snel over de onderwerpen waar zij nu dagelijks bij 113 Zelfmoordpreventie mee te maken heeft; mentale problemen en zelfmoord. Regeling vertelt ons dat zij tijdens haar werk als curator van dichtbij heeft meegemaakt wat de gevolgen van financiële zorgen kunnen zijn. Bestuurders van failliete ondernemingen hebben vaak het gevoel dat zij hebben gefaald en dat ze de onderneming, het personeel en het thuisfront hebben teleurgesteld. Bestuurders die in dergelijke situaties terechtkomen, zien het soms niet meer zitten. Ze zijn vaak moe en sluiten zich af voor de mensen om hen heen. Het is van belang dat curatoren hier oog voor hebben, dat op een respectvolle manier aan de bestuurders wordt gevraagd hoe het met hen gaat. ‘Want praten is de eerste stap van het genezingsproces’, aldus Regeling.

Depressie
We vragen Regeling of ze altijd bewust was van de mentale problemen die mensen kunnen ondervinden in moeilijke periodes in hun leven. Regeling: ‘Naast mijn werk als advocaat bekleedde ik ook verschillende bestuursfuncties in de sociale sector, zoals bij een organisatie die veel voor kinderen in achterstandswijken doet. Dat maakt wel dat je besef krijgt van wat voortdurende (financiële) stress met mensen doet. Dit besef is nog groter geworden toen ik zelf vanuit een burn-out in een grote depressie belandde. Het was zo erg dat ik in die periode niet meer voor mijn kinderen kon zorgen´.

In het jaar 2004, toen ze nog aan het begin van de depressie zat, zegde zij haar arbeidsovereenkomst op in plaats van zich ziek te melden. Dit onder andere uit angst voor stigmatisering. Daarnaast was zij in de veronderstelling dat het beter met haar zou gaan als ze geen werkdruk meer zou ervaren. Een slechte beslissing, blijkt achteraf. Regeling: ‘Ik had niet in de gaten hoe slecht het met mij ging in die periode. Als advocaat probeer je problemen op strategische manier op te lossen en dat heb ik toen ook gedaan. Over je mentale problemen praten doe je niet snel. Het gevolg is dat ik uit het zicht raakte van bijvoorbeeld een bedrijfsarts’. Op een gegeven moment kampte Regeling met suïcidale gedachten en belandde zij in een crisisopvang. Ze heeft daardoor lange tijd niet thuis kunnen wonen. Regeling: ‘Ik had me destijds ziek moeten melden. De werkomgeving is van belang voor mensen die mentale problemen hebben, zodat je niet het hele contact kwijt raakt. Een paar uurtjes in de week werken is voldoende om de noodzakelijke structuur in je leven behouden. De kans op een sneller herstel zou groter zijn geweest als ik me gewoon ziek had gemeld’.
Ze had het geluk dat ze na haar moeilijke periode weer terecht kon bij Geelkerken Linskens. Eerst als vrijwilliger om te rehabiliteren en vervolgens in regulier dienstverband om haar werkzaamheden als advocaat op te pakken.

Overbelasting
We vragen Regeling wat het verschil is tussen een burn-out en een depressie. Regeling: ‘Het begrip burn-out wordt meestal werkgerelateerd gebruikt. Burn-out is een gevolg van langdurige overbelasting, waardoor lichamelijke en geestelijke uitputting ontstaat. Je zou kunnen zeggen dat de energie zowel lichamelijk als geestelijk even op is. Iemand die een burn-out heeft hoeft niet somber te zijn, het is vaak meer een kwestie van niet kunnen dan niet willen. Bij een depressie spelen vaak meer en andere factoren een rol en is er in aanleg ook een genetische kwetsbaarheid. Als ik kijk naar mijn eigen situatie was in 2004 het onderscheid in mijn geval niet zo duidelijk. Ik dacht zelf dat ik een burn-out had omdat ik mijn werk niet meer aan kon, maar wilde denk ik niet onderkennen dat ik misschien wel een depressie kon hebben. Ik had zelf een beeld van hoe een depressief iemand er uit moest zien, namelijk iemand die alleen maar apathisch hangt op de bank. Later heb ik geleerd dat depressie er ook anders kan uitzien – bijvoorbeeld veel onrustiger – en dat ook de mate waarin je een depressie hebt kan verschillen. Ik weet dat er in de advocatuur nu meer gebruik wordt gemaakt van coaching. Ik vind dit een positieve ontwikkeling. Maar soms is ondersteuning van een coach alleen niet voldoende. Mijn boodschap is denk ik dat het in veel gevallen ook meerwaarde heeft om in gesprek te gaan met een bedrijfsarts of je huisarts’.
De lessen die zij heeft getrokken uit de moeilijke periode in haar leven wil zij nu bij 113 Zelfmoordpreventie gebruiken om organisaties bewuster te maken van de rol die ze kunnen hebben bij het genezingsproces van mensen met mentale problemen. ‘Wat ik heb meegemaakt helpt mij nu in de uitdaging om “de ander” beter te begrijpen’, aldus Regeling.

113 Zelfmoordpreventie
Toen het in 2016 rustiger werd in faillissementenland besloot Regeling zichzelf te herijken. Ondanks haar sterke band met Geelkerken Linskens, begon zij het werk steeds minder leuk te vinden. Na gesprekken te hebben gevoerd met een coach besloot zij de advocatuur definitief te verlaten. Wat zij ging doen wist zij op dat moment niet. Regeling vertelt ons dat ze iets in het sociale domein wilde doen, maar nog niet naar een baan had gezocht.

‘Het is nuttig dat advocaten signalen
van suïcide-risico leren herkennen’

Twee maanden voor haar uitdiensttreding zag zij een vacature voor de functie van Kwartiermaker voor de sociaaleconomische sector bij 113 Zelfmoordpreventie. Deze organisatie helpt mensen die kampen met zelfmoordgedachten. 113 Zelfmoordpreventie heeft een crisislijn waar ieder uur van de dag anoniem naar kan worden gebeld. Via de telefoon, maar ook online wordt door professionals hulp geboden om te voorkomen dat mensen zelfmoord plegen. 113 Zelfmoordpreventie gebruikt bewust het woord zelfmoord in plaats van suïcide op de eigen website en in overige communicatie omdat mensen die hulpvragen hebben zoeken op dit woord en omdat zij het taboe op het uitspreken van dit woord wil doorbreken.
Dat de crisislijn van belang is blijkt uit de cijfers over zelfmoord. Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte medio vorig jaar bekend dat in het jaar 2017 1917 mensen een einde aan hun leven hebben gemaakt in Nederland.

Naast de directe hulpverlening richt 113 zich ook op professionals die in hun werk te maken krijgen met mensen met zelfmoordgedachten. 113 leidt jaarlijks duizenden gatekeepers op in het herkennen en bespreekbaar maken van suïcidale gedachten. Niet om van hen een hulpverlener te maken, maar om signalen te herkennen en te stimuleren tot het zoeken van de juiste hulp. Uit onderzoek is gebleken dat in meer dan de helft van de gevallen mensen signalen hebben afgegeven voor hun zelfmoord. Zelfmoord is niet altijd te voorkomen, maar door op relevante plekken in de samenleving het bewustzijn te vergroten, wordt de kans op succesvolle preventie groter.

Als kwartiermaker voor de sociaaleconomische sector zoekt Regeling op zowel landelijk als regionaal niveau interactie met organisaties die te maken hebben met mensen die in financiële problemen zitten en daardoor een risicogroep zijn. De advocatuur is daarbij ook relevant omdat deze beroepsgroep vaak te maken heeft met mensen die meerdere verlieservaringen hebben. Naast ondernemers in zwaar weer, kun je ook denken aan verlies van werk en aan echtscheidingen. Voor veel advocaten is het daarom nuttig om signalen van suïcide-risico te leren herkennen. En om te leren durven bepaalde vragen te stellen en waar nodig iemand door te verwijzen.

Omloopsnelheid
We gaan weer terug naar de situatie van de advocaat zelf en vragen Regeling wat ze vindt van de wijze waarop onze beroepsgroep omgaat met collega’s die kampen met mentale problemen. Regeling: ‘Er is een versnelling gekomen in de wereld om ons heen. De omloopsnelheid van de handelingen die een advocaat moet doen is verhoogd. Toen ik begon met werken werd je geacht om binnen veertien dagen te reageren op een vraag van een cliënt. Dat gaat nu anders. Dat neemt niet weg dat ik overdag het werk van mijn patroon deed en ‘s avonds mijn eigen werk. Het werken in de advocatuur vraagt tegenwoordig grote weerbaarheid tegen de vele verzoeken. Daarnaast moet je goed kunnen omgaan met de druk vanuit jezelf, omdat advocaten vaak denken dat anderen die stroom van verzoeken wel aankunnen. De vraag is hoe de beroepsgroep hiermee om dient te gaan’.

‘Er is een versnelling
gekomen in de wereld
om ons heen’

Regeling informeert ons dat we in Nederland geen duidelijke cijfers hebben over depressie binnen de beroepsgroep van advocaten. Los daarvan hebben we in Nederland geen praatcultuur over mentale problemen, aldus Regeling. Dat is in Angelsaksische landen wel anders, vertelt ze ons. Dat de Nederlandse Orde van Advocaten in 2018 een hulplijn voor de advocatuur heeft opgericht waar advocaten die kampen met werkgerelateerde problemen anoniem bij terecht kunnen, is volgens Regeling een stap in de goede richting. Ze twijfelt echter of er veel gebruik van zal worden gemaakt. Volgens Regeling hebben we verhalen/voorbeelden van advocaten nodig die over hun ervaringen met depressie of zelfmoordgedachten willen praten. ‘We hebben “helden” nodig om een belangrijke eerste stap te zetten en het taboe dat er heerst op dit onderwerp te doorbreken’, aldus Regeling.

De reden dat Regeling openhartig met ons praat over de moeilijke periode in haar eigen leven is om dan ook om bewustzijn te kweken bij onze beroepsgroep over het onderwerp zelfmoord en het taboe op mentale problemen te doorbreken. Vijftig procent van de mensen die in Nederland op enig moment te maken heeft met psychische problemen functioneert daardoor minder. Het is dus ook economisch een winst om eerder met elkaar de eerste stappen naar de goede hulp te zetten.