Sinds 1 april 2021 is in het Procesreglement van de gerechtshoven bepaald dat een processtuk in beginsel nog maar een omvang van ten hoogste 25 pagina’s mag hebben. Die bepaling is zowel in het Landelijk Procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven als in het Procesreglement verzoekschriftprocedures handels- en insolventiezaken gerechtshoven opgenomen. Voor sommige processtukken geldt een nog beperktere omvang van vijftien pagina’s. Hieronder tref je een praktisch overzicht.

Tekst: Hannah Brenninkmeijer

 

Soort processtuk

Limiet in pagina’s

memorie van grieven en van antwoord

25

memorie van grieven en van antwoord in incidenteel hoger beroep

15

overige memories

15

beroepschrift en verweerschrift

25

beroepschrift en verweerschrift in incidenteel hoger beroep

15

overige processtukken in verzoekschriftprocedures

15


Twee-conclusieregel

Voor wat betreft de lengte van de processtukken is van belang dat in hoger beroep de twee-conclusieregel geldt: het is aan de eisende partij om alle stellingen direct in zijn eerste processtuk aan te voeren. De vraag rijst of 25 pagina’s daartoe altijd afdoende zullen zijn.

In elk geval geldt wel dat wanneer je tegen een vve en alle daartoe behorende leden wil procederen en je daarvoor al ruim twaalf pagina’s kwijt bent, je je verhaal niet tot dertien pagina’s hoeft te beperken. Ook geldt dat je het hof voorafgaand kunt verzoeken om een langer processtuk te mogen indienen, bijvoorbeeld omdat sprake is van een complex feitenproces.

Onderbouwing van de beperking van de omvang van processtukken

De reden voor de beperking van de omvang van de processtukken is dat de hoven de omvang van de procesdossiers beheersbaar willen houden.[1] De steeds langer wordende processtukken leiden er volgens de hoven toe dat de behandeltijd per zaak toenam, en daarmee ook druk op de doorlooptijden van de zaken. De hoven constateren dat deze te lange processtukken ongewenste gevolgen hebben voor partijen, raadsheren en advocaten, nu ze allemaal te veel tijd kwijt zijn met het lezen en doorgronden van de stukken. Bovendien geldt het risico dat een hof belangrijke details over het hoofd ziet of de stukken anders dan de partijen uitlegt. Een extra argument van de hoven voor de beperking is dat minder draagkrachtige procesdeelnemers zich de extra tijd die advocaten aan de lange processtukken moeten besteden niet kunnen veroorloven. De hoven concluderen dat kernachtige processtukken in het belang van een tijdige en zorgvuldige rechtspraak zijn en voor alle daarbij betrokken personen. Volgens de hoven is limitering van processtukken ook in andere landen een bekend verschijnsel en dat ook het Hof van Justitie van de Europese Unie de omvang van processtukken beperkt.

Weerstand vanuit de advocatuur

Volgens een aantal advocaten is niet de omvang van processtukken het probleem, maar het feit dat de hoven overbelast zijn. Nicole de Boer, Marc Janssen en Caspar Janssens beargumenteerden in een uitgebreid artikel in Het Advocatenblad waarom invoering van de limitering volgens hen geen goed idee is.[2] Deze advocaten wijzen er voorafgaand aan hun argumentatie op dat het idee van limitering van processtukken een kleine tien jaar geleden is geïntroduceerd door de rechtbank Arnhem, maar na felle kritiek is ingetrokken.

Volgens de advocaten doet een algemeen geldende limiet voor de lengte van processtukken geen recht aan de grote verscheidenheid van civiele zaken. Hierdoor zou het debat in hoger beroep mogelijk niet volledig kunnen worden gevoerd. Niet alle zaken zijn even eenvoudig en om die reden kunnen langere processtukken soms domweg noodzakelijk zijn. Dat kan ook als het feitencomplex zeer omvangrijk is. Deze advocaten wijzen erop dat partijen in uitspraken vaak wordt verweten dat zij standpunten onvoldoende hebben onderbouwd en vragen zich af hoe zich dat tot de opgelegde limiet van processtukken verhoudt.

Wat betreft het argument dat in lange processtukken belangrijke details over het hoofd zouden kunnen worden gezien, is het volgens de schrijvers van het artikel in Het Advocatenblad aan de procespartijen om de raadsheren juist op die belangrijke details te wijzen. De advocaten moeten de raadsheren bij de hand nemen en door de processtukken heen loodsen waarbij essentialia worden benadrukt. Limitering van processtukken is volgens hen dus geen middel om dat tegen te gaan.

In juni vorig jaar hebben zestig advocaten een kort geding tegen de Staat aangespannen waarin wordt gevorderd dat de regels ten aanzien van de beperking van de omvang van processtukken worden ingetrokken. Omdat over een dergelijke vraag nog niet eerder is beslist, heeft de voorzieningenrechter prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld. Omdat de beantwoording van dergelijke vragen vaak veel tijd in beslag neemt, hadden de advocaten verzocht de regeling op te schorten totdat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. De voorzieningenrechter bepaalde echter anders. De regeling zal niet tot de uitspraak van de Hoge Raad worden opgeschort, nu aan de hoven de discretionaire bevoegdheid toekomt een limiet aan de omvang van processtukken te stellen. Omdat deze bevoegdheid aan hen toekomt mag de voorzieningenrechter alleen zeer terughoudend toetsen en slechts ingrijpen als de hoven in redelijkheid niet tot de nieuwe bepalingen hadden kunnen komen.

Wel liet de voorzieningenrechter zich kritisch uit over het feit dat de advocatuur niet eerder verdergaand bij de totstandkoming van het procesreglement is betrokken. Dat zou voor het draagvlak en de goede verstandhouding verstandiger beter zijn geweest. Maar de hoven zijn daartoe echter niet verplicht, aldus de voorzieningenrechter.

Advies Orde van Advocaten

Hoewel de Orde van Advocaten geen procespartij is bij het geschil heeft zij cassatieadvocaten Marc Janssen en Caspar Janssens aangewezen om namens haar als belangenorganisatie haar visie onder de aandacht van de Hoge Raad te brengen. Deze visie was reeds grotendeels door deze advocaten verwoord in het al aangehaalde artikel van Het Advocatenblad en komt erop neer dat het echte probleem gelegen is in de werkdruk van de hoven. Bovendien is een procesreglement niet het juiste middel om dergelijke regels in vast te leggen, omdat de maximering van de omvang van processtukken niet onder de reikwijdte van artikel 35 Rv valt.

Advies advocaat-generaal

De advocaat-generaal (A-G) Ruth de Bock heeft advies bij het Landelijk Overleg Civiele Vakinhoud Hoven ingewonnen. De voorzitter heeft aan de A-G medegedeeld dat 25 pagina’s in de praktijk in de meeste gevallen voldoende is. In de periode van 1 april 2021 tot 1 november 2021 is slechts 92 maal verzocht een langer processtuk te mogen indienen, wat neerkwam op 5% van het totaal aantal processtukken. De meeste van de verzoeken tot indiening van een langer processtukken zijn gehonoreerd, maar niet allemaal voor het geheel aantal uitbreidingspagina’s waarom was verzocht.

Op 24 december jl. heeft de A-G de Hoge Raad geadviseerd dat de bepalingen over de maximaal 25 pagina’s van processtukken toelaatbaar zijn.[3] Naar haar oordeel kunnen ze worden gebaseerd op de eisen van een behoorlijke rechtspleging en geldt dat deze beperkingen niet wezenlijk in de rechten van partijen ingrijpen. Temeer nu de mogelijkheid bestaat om te verzoeken een langer processtuk of een aanvullende akte te mogen indienen. Volgens haar zijn de regels niet in strijd met artikel 6 EVRM, waarin het recht op toegang tot de rechter is verankerd, terwijl ze evenmin het beginsel van hoor en wederhoor schenden.

Wel wijst de A-G erop dat te lange processtukken niet in hun geheel mogen worden geweigerd. Dit omdat weigering tot niet-ontvankelijkheid in hoger beroep leidt. Hierdoor zou de weigering te wezenlijk in de rechten van de indienende partij ingrijpen en dat vereist een wettelijke grondslag, aldus de A-G. Als de Hoge Raad het advies van de A-G volgt, betekent dat de procesreglementen op dit punt moeten worden aangepast en een alternatieve sanctie moet worden vastgesteld. De A-G adviseert de hoven hierover met advocaten in gesprek te gaan.

Uitspraak van de Hoge Raad

Op het moment van verschijnen van dit bulletin is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak in deze kwestie zal doen.

 

 

[1] Per 1 april limiet aan lengte processtukken bij de civiele afdelingen gerechtshoven | Nieuws | Rechtspraak

[2] Limiet aan lengte processtukken: 1 aprilgrap? – Het Advocatenblad

[3] ECLI:NL:PHR:2021:1228