Op 27 november overleed Stijn Franken, succesvol advocaat en geliefd hoogleraar strafrecht. Maar wie was de man achter de toga? Chrisje Zuur werkte meer dan 20 jaar met hem samen in Amsterdam, van 1999 tot 2021 toen zij rechter in hoger beroep werd: “Stijn was een eigenzinnige, eigenwijze, sociale advocaat en een gezellige collega.”
Tekst: Meike Kolkman
“Na mijn advocatenstage in Rotterdam zocht ik een baan bij een strafrechtkantoor in Amsterdam”, vertelt Chrisje. “Ik solliciteerde bij Van den Biesen Prakken Böhler dat een strafsectie had en had mijn eerste sollicitatiegesprek met Stijn, Ties Prakken en Britta Böhler. Er was meteen een klik met Stijn. Ties Prakken, destijds advocaat en hoogleraar, was een grande dame in het strafrecht en een voorbeeld voor Stijn. Tijdens het gesprek bleek dat ik me niet realiseerde dat zij op dat moment tegenover me zat. Stijn keek me grijnzend aan. Ik werd toch aangenomen.”
Dossiers en balancerende asbakken
“Ik had behoefte aan sparren en samenwerking in strafzaken en dat deed ik de 21 daaropvolgende jaren met Stijn. In veel concrete strafzaken werkten we samen, we waren elkaars klankbord en zaten in verschillende maatschappen. Ik kwam bij hem, de angry young man die net partner was geworden, op de kamer te zitten. We zijn allebei papieren sloddervossen, zijn bureau was als die van een verstrooide professor. Hele stapels dossiers op onze bureaus duwden tegen elkaar, en daar bovenop balanceerde dan zijn volle asbak. En oh wee als iemand die stapels ging opruimen, wij waren de enigen die feilloos wisten waar we iets moesten vinden. Wij zagen orde in onze chaos. Ik heb veel geleerd van hem in die periode, er ontstond een hechte collegiale vriendschap.”
Pleidooien als verhalen
Zijn grondigheid en welbespraaktheid, daar stond Franken om bekend. Chrisje: “Hij was heel grondig in zijn kennis van het dossier en heel goed in het analyseren: waar zitten de pijnpunten in het bewijs, wat zijn de rechtsvragen? Maakte áltijd samenvattingen van grote dossiers in megazaken, zodat alles goed in zijn hoofd zat. Zo kon hij het dossier goed en rustig bespreken met cliënten en vervolgens héél goed standpunten en verweren formuleren. Hij was ontzettend goed in taal, zijn pleidooien waren echt verhalen en prachtig geserreerd van toon. Stijn hechtte niet alleen zeer aan de inhoud van zijn werk, maar ook aan de vorm en tone of voice.”
Koffie, sigaretten en filet americain
Maar dat harde werken had ook een keerzijde. “Stijn was bij wijze van spreken 24/7 aan het werk, hij stelde niet alleen hoge eisen aan anderen, maar ook aan zichzelf, leefde op koffie en sigaretten en vergat regelmatig te eten. Linda, die al die jaren dat Stijn kantoor hield in Amsterdam onze zeer gewaardeerde secretaresse en office manager en spin in het web op kantoor was, smeerde broodjes filet americain voor hem. Ik haalde haringen voor Stijn en zelfs cliënten brachten ‘die lange dunne’ eten. Hele rijsttafels werden aangerukt als we ’s avonds nog met een pleitnota bezig waren. De aandacht voor zijn cliënten en de strafrechtpleging was groot, maar ging ten koste van de aandacht die Stijn aan zichzelf had moeten geven.”
Op blote voeten door kantoor
“Stijn was wars van uiterlijk vertoon, hij gaf niets om materiële zaken. Ik ben wel eens pakken met ‘m gaan kopen en hij kreeg overhemden van cliënten. Hij liep vaak op blote voeten door het pand. Zijn oudste dochters kwamen langs toen ze nog klein waren en speelden in onze kamer. Ze zaten op schoot terwijl hij aan het tikken was. Er slingerden familiefoto’s rond die Linda dan in lijstjes deed. Stijn was in veel opzichten de tegenpool van andere bekende strafpleiters.”
Eind 2009 stapten Stijn en Chrisje uit de maatschap bij Van den Biesen Prakken Böhler. Dat afficheerde zich in de media vooral als een steeds meer politiek en op internationaal privaat- en publiekrecht en mensenrechten georiënteerd kantoor. “Stijn wilde terug naar strafrecht pur sang, meer low profile, minder media. Ook de verdachte in minder aansprekende zaken had recht op zijn rechtsbijstand en onverdeelde aandacht.”
In 2010 richtten Stijn en Chrisje hun eigen kantoor op. Stijn was in die periode vier dagen in de week hoogleraar en één dag in de week advocaat, dat werd vier dagen in de week advocaat en één dag in de week hoogleraar. “Stijn was in zijn hele carrière toch het allerliefst advocaat, de laatste man”.
Dansende vraagbaak
Naast zijn familie en zijn werk hield Franken ook van muziek zoals new wave, ska en top 40, en van Engels voetbal. Chrisje: “Tot een jaar of acht geleden stond Stijn op de afterparty van de NVSA-congressen te dansen, en ging hij naar concerten zoals naar De Dijk in Paradiso. Ik heb veel vrolijke momenten met hem beleefd. Als hij zijn collega’s iets te melden had, stapte hij op een stoel of de lunchtafel en oreerde. Collega advocaten in heel Nederland wisten Stijn te vinden als ze vragen hadden of gewoon stoom wilden afblazen. Stijn was toegankelijk, energiek en een absolute vraagbaak voor collega’s, je kon altijd bij hem binnenlopen.”
Meer rust gegund
De laatste jaren dat ik kantoor met hem hield kostten Stijns toewijding aan zijn vak en zijn betrokkenheid bij de cliënten hem steeds meer energie. Toen hij ernstig ziek bleek te zijn, ging hij kantoor houden in Arnhem, wat dichter bij zijn echtgenote en kinderen, maar een zorgeloze tijd zou het niet meer worden. Ik had Stijn en zijn gezin meer rust gegund, meer tijd om met elkaar te genieten van het leven.”

