Niet nakomen CCV verplichting kan vervelende gevolgen hebben

In het kader van de digitale Centrale Controle Verordening (CCV) heeft iedere advocaat de verplichting opgave te doen over zijn verplichtingen uit de Regeling en Verordening op de advocatuur. Onder die verplichtingen valt bijvoorbeeld het behalen van voldoende opleidingspunten. De deken is op grond van afdeling 5.2 Awb bevoegd om dergelijke inlichtingen te vragen in het kader van toezicht en men is verplicht mee te werken. Het verzoek tot het doen van een CCV-opgave is namelijk een controle door de Deken. Gedragsregel 37 verplicht advocaten dan inlichtingen te verschaffen. Het niet doen van een CCV-opgave kan dus voor een advocaat tuchtrechtelijke gevolgen hebben, beginnend bij een dekenbezwaar. Zeker wanneer het niet de eerste keer is en de reden van het verzuim is om te verhullen dat er niet aan de verplichtingen is voldaan.[1]

De betreffende advocaat was al twee keer door de tuchtrechter op de vingers getikt wegens het niet tijdig doen van zijn CCV-opgave. De tweede keer werd zelfs een voorwaarschadelijke schorsing opgelegd wegens het voor de tweede keer binnen een jaar niet voldoen aan de CCV-verplichting. Aan de CCV-oproep van januari 2016 werd echter niet weer niet voldaan, ook niet na herhaaldelijk verzoek van de deken. Het verweer van de advocaat was dat hij niet over geldige pincodes beschikte om de opgave in te vullen en toen hij die uiteindelijk wel had, was zijn pas verlopen. De uiteindelijke opgave werd pas gedaan op 13 september 2016 (waar de oorspronkelijk deadline 29 januari betrof), de dag van de zitting bij de raad van discipline. Uit die opgave bleek dat er in 2015 door de advocaat (slechts) tien opleidingspunten zijn behaald. Als de deken dit had geweten had hij zijn dekenbezwaar hiermee kunnen uitbreiden.

De raad oordeelde dat het doen van een CCV-opgave zover na de oorspronkelijke deadline tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Zeker nu de advocaat al eerder maatregelen was opgelegd. Het is immers een belemmering van de deken in zijn toezichthoudende taak. In dit specifieke geval was de te late opgave volgens de raad ook nog eens een poging om te verbergen dat er onvoldoende opleidingspunten waren behaald. Dit alles brengt mee dat er een geldboete werd opgelegd van EUR 3.000,- en, gelet op de nieuwe advocatenwet, een kostenveroordeling van EUR 1.000,-. Een aanzienlijk bedrag dat voorkomen had kunnen worden door het op tijd invullen van de CCV-opgave. Over een ruime maand zullen de verzoeken tot het doen van een CCV-opgave weer binnenkomen. Het is dus verstandig aan dat verzoek gehoor te geven.

 Door: Benjamin Bijl

 

[1] Raad van Discipline 25 oktober 2016, zaaknummer 16-599.