De meest voorkomende klachten over advocaten betreffen nog altijd de kernwaarde deskundigheid. Advocaten maken nu eenmaal fouten en als die fout in een klacht wordt aangetoond, wordt deze ook gegrond verklaard. Het is een signaal van de tuchtrechter dat advocaten zorgvuldig behoren te handelen. Of er daadwerkelijk een maatregel wordt opgelegd, ligt aan de manier waarop de advocaat in kwestie de fout probeert op te lossen.
In de navolgende zaak[1] heeft de advocaat een beroepsfout gemaakt bij de behandeling van een aansprakelijkheidsprocedure. In het hoger beroep van deze procedure stond de advocaat klager bij die zijn schade wilde verhalen op verzekeraar Aegon. Klager was betrokken bij een auto-ongeval en Aegon was de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke bestuurder. Aegon erkende de aansprakelijkheid weliswaar, maar was het niet eens met de gepresenteerde omvang van de schade en dan met name het gedeelte dat ziet op het ‘verlies verdienvermogen’. Met betrekking tot de berekening hiervan gaf de rechtbank Aegon gelijk.
Klager heeft de advocaat ingeschakeld voor een hoger beroep, maar de advocaat verzuimde nu net te grieven tegen het hierboven genoemde onderdeel. Dit resulteerde erin dat het hof (expliciet) de wijze van berekening verlies verdienvermogen in stand heeft gelaten. De klacht in deze zaak houdt daarom onder andere in dat de advocaat heeft verzuimd grieven in te dienen tegen de wijze waarop de rechtbank het verlies verdienvermogen en de overige schade heeft berekend. De advocaat erkent de klacht.
De raad van discipline oordeelt daarom dat de advocaat weliswaar een beroepsfout heeft gemaakt, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is, maar dat hem geen maatregel wordt opgelegd. Uitgangspunt hierbij is dat de vrijheid die een advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt wordt begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen zijn beroepsgroep als professionele standaard geldt. Die professionele standaard veronderstelt een handelen met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
In dit geval heeft de advocaat meteen na het ontdekken van zijn fout openheid van zaken gegeven aan zijn cliënt, hem in overweging gegeven om de advocaat of zijn kantoor aansprakelijk te stellen en tijdig de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar ingelicht. Gelet op de aard van de klacht en de gegeven omstandigheden kon er niet meer van hem worden verwacht.
Deze beslissing laat zien dat de raad bij haar beslissing met name kijkt hoe advocaten fouten oplossen. Doet een advocaat dit op een juiste wijze, zoals dit van hem mag worden verwacht, dan zou het zomaar kunnen dat die advocaat onder een maatregel uitkomt.
Door: Benjamin Bijl
_______________________________________________
[1] Raad van discipline Amsterdam 3 november 2015, zaak 15-104A.