De betreffende advocaat werd benaderd door de vertegenwoordigers van een onderneming die een website voor de verkoop van tweedehands producten wilden opzetten. De advocaat had specifieke expertise op het gebied van de betrokken producten en hij had al een andere procedure in behandeling voor uitgevers van dergelijke producten. Met de vertegenwoordigers van de onderneming heeft de advocaat een vrijblijvend gesprek gehad. Daarna is geen opdrachtbevestiging gevolgd. Ook is geen declaratie gestuurd. Een aantal maanden later stuurde de advocaat een e-mail waarin hij aangaf dat het goed mogelijk is dat hij door een partij wordt benaderd om hem bij te staan tegen de onderneming. En zo geschiedde: kort hierop kreeg de onderneming een sommatiebrief van de advocaat en volgde er zelfs een kort geding.

De vertegenwoordigers hebben daarop (onder andere) geklaagd over het feit dat de advocaat tegen de onderneming is gaan optreden. De hoofdvraag voor de Raad is of het de advocaat vrijstond om op te treden tegen de klaagsters, waarbij centraal staat of er reeds een advocaat-cliënt-relatie tot stand was gekomen. Indien dat namelijk het geval was dan zou de advocaat tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld.

In dit geval was de Raad echter van mening dat in het korte gesprek de advocaat louter zijn mening gaf, zonder daarin een adviserende rol te vervullen. Ook het ontbreken van een schriftelijke opdrachtbevestiging, een schriftelijke bevestiging van hetgeen is besproken en het uitblijven van een declaratie wijst erop dat er geen advocaat-cliënt-relatie tot stand kwam en het de advocaat dus vrijstond om tegen de onderneming op te treden.

De advocaat in deze zaak kreeg van de Raad dus het voordeel van de twijfel omdat de klaagsters onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat hij een adviserende rol had vervuld. . Dat een advocaat in concreto heeft geadviseerd wordt in de regel echter al snel aangenomen en dat lijkt bepalender dan of er wel of geen opdrachtbevestiging of bevestiging van advies wordt verstuurd. Een advocaat-cliënt-relatie kan reeds in een vroeg stadium tot stand komen, hetgeen optreden voor een (latere) wederpartij onmogelijk maakt.