In de nieuwsbrief van afgelopen maart hebben wij bericht dat er een kort geding heeft plaatsgevonden, aangespannen door de strafrechtverenigingen NVSA en NVJSA tegen de Staat. Inzet van dit kort geding was verruiming van de (actieve) rol van de advocaat tijdens het verhoor en de vergoeding die de advocaat voor het bijwonen van dat verhoor ontvangt. Voor meer informatie over het gevoerde kort geding of achtergrondinformatie over deze kwestie, verwijzen wij graag naar de nieuwsbrief van maart en de maart editie van het ABB.
Uitspraak in kort geding
Inmiddels is er op 31 maart jl. uitspraak gedaan door de voorzieningenrechter. De kernvraag die volgens de voorzieningenrechter moest worden beantwoord is of de ‘Beleidsbrief OM en de Beleidsregel adequate regelingen zijn om te voorzien in het recht op verhoorbijstand zoals de Hoge Raad dat in het arrest van 22 december 2015 heeft geformuleerd’. In die Beleidsbrief en Beleidsregel zijn de rol van de advocaat en de hoogte van de vergoeding geregeld.
De strafrechtadvocaten hebben aangevoerd dat hun vergoeding in dit verband te laag is. Beide partijen hebben onderzoeksrapporten in het geding gebracht met betrekking tot de hoogte van de vergoeding en of deze toereikend is. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat beide rapporten geen representatief beeld geven en oordeelt daarom dat nu er geen ‘voldoende betrouwbare onderzoeksgegevens’ beschikbaar zijn, de Staat bij de vaststelling van de forfaitaire vergoeding voor de bijstand bij het verhoor niet onrechtmatig handelt. De vordering met betrekking tot de hoogte van de vergoeding wordt daarom afgewezen.
Met betrekking tot de vordering van de (actievere) rol van de advocaat is de voorzieningenrechter van oordeel dat de Beleidsbrief OM die rol weliswaar beperkt, maar dat niet duidelijk uit het arrest van de Hoge Raad blijkt wat de omvang van de rol van de advocaat dan wel is. Om dit duidelijk te krijgen, heeft de voorzieningenrechter prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.
Voorlopig moeten de strafrechtadvocaten het dus helaas doen met de vergoedingen en de beperkte bevoegdheden die ze nu hebben. De NVJSA en NVSA hebben inmiddels wel aangekondigd vervolgstappen te gaan onderzoeken. De Minister heeft zijn conclusies getrokken en de Tweede Kamer hierover op 14 april jl. geïnformeerd. Hij is van mening dat de ‘beleidsregels met betrekking tot de vergoedingen voor het verlenen van verhoorbijstand en de inrichting en orde van het politieverhoor onverkort kunnen blijven gelden’. Daarnaast zal de gemiddelde verhoorduur nogmaals worden onderzocht en dat zal eind mei een evaluatie plaatsvinden en zal worden bekeken of de vergoedingsregeling aanpassing behoeft. Verder staat het vonnis niet in de weg aan een voortvarende behandeling van de wetsvoorstellen die betrekking hebben op rechtsbijstand bij een politieverhoor. Hij ziet de tekst van de voorstellen juist zo snel mogelijk vastgesteld.
Los van het onderzoek van de Minister zijn er verschillende signalen uit de praktijk dat de hoogte van de vergoeding op problemen stuit. Zo hebben de NVSA en de NVJSA op basis van door hun leden aangeleverde cijfers berekend dat het leveren van verhoorbijstand zelfs verliesgevend zal zijn. Ook onderzoek van het Advocatenblad toont dit aan. Het blad heeft een aantal strafrechtadvocaten met piketdienst gevraagd een dagboek bij te houden waaruit naar voren kwam dat de verhoren lang duren en daar ook nog eens gepaard gaat met veel logistieke problemen (die ook weer veel tijd kosten).
Prejudiciële vragen
Na de uitspraak van 31 maart zijn de partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de te stellen prejudiciële vragen. De voorzieningenrechter heeft inmiddels bij vonnis van 15 april jl. drie vragen gesteld . De eerste vraag betreft de vraag of de regels uit de Beleidsbrief OM het recht op verhoorbijstand beperken. De tweede vraag ziet op de situatie dat de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord en of de beperkingen in lijn zijn met de uitleg van de Hoge Raad in zijn arrest van 22 december. Ten slotte wordt in de derde vraag meer duidelijkheid gevraagd omtrent de bevoegdheden van de advocaat tijdens het verhoor.
Het laatste woord is hier dus nog niet over gezegd. Uiteraard zullen wij de berichtgeving over deze kwestie in de gaten blijven houden en daarover blijven berichten.
Door: Soeradj Ramsanjhal en Benjamin Bijl